In ons vorige blog beschreven wij hoe vaktherapie en dagbesteding in het zorgprestatiemodel onderdeel zullen gaan uitmaken van de verblijfsprestatie. Wat dit betekent voor ambulante vaktherapie en dagbesteding is nog niet helemaal duidelijk. Anders dan in de oude dbc-systematiek kan dagbesteding in ieder geval niet meer als behandeling worden gedeclareerd. De impact van deze verandering en de behoefte aan meer duidelijkheid is groot.
Weinig aandacht voor dagbesteding en vaktherapie
Het zorgprestatiemodel behoudt in de basis de systematiek van de verblijfsprestaties en overige prestaties zoals wij die kennen uit de dbc-systematiek. De vergoeding voor vaktherapie en dagbesteding is in het zorgprestatiemodel echter verdisconteerd in de verblijfsprestatie. Wij kunnen ons voorstellen dat deze (wezenlijke) veranderingen een grotere impact hebben op de praktijk van veel zorgverleners dan dat nu door de NZa lijkt te zijn ingeschat. Dagbesteding en vaktherapie worden namelijk regelmatig ingezet in zowel klinische als ambulante setting (als verzekerde prestatie). Tegen die achtergrond is het wat ons betreft opvallend dat de NZa de wijzigingen ter zake van vaktherapie en dagbesteding niet of nauwelijks toelicht. In de Beleidsregel en Nadere Regel ggz en fz 2022 staan enkel vermeld dat dagbesteding en vaktherapie vanaf 2022 in het verblijfstarief zijn inbegrepen, maar er is bijvoorbeeld niets te lezen over de inzet van ambulante dagbesteding en vaktherapie. Iedere verdere toelichting ontbreekt. Het is dan ook de vraag of dagbesteding en vaktherapie vanaf 2022 nog in ambulante setting geleverd en gedeclareerd kunnen worden.
Vergoeding dagbesteding
Wat betreft dagbesteding vonden wij het antwoord op deze vraag (tot onze verbazing) in een voetnoot op pagina 15 van de ‘Rapportage voor besluitvorming’ uit juli 2020. In deze rapportage, waarvan de juridische status niet duidelijk is, is te lezen dat dagbesteding en vaktherapie onderdeel uitmaken van de verblijfsprestaties en voor klinische patiënten niet apart mogen worden geregistreerd. In de voetnoot hierbij staat het volgende vermeld: “Dagbesteding voor ambulante ggz-patiënten valt onder de Wmo. De Zvw geeft wel aanspraak op ‘geneeskundige begeleiding’. Dit wordt vastgelegd als consult. Voor de fz geldt de prestatie ‘Dagbesteding (per uur, niet-klinisch)’.” Waar ambulante dagbesteding op dit moment nog vergoed wordt onder de Zvw (zie ook het ZIN-rapport hierover), wordt dit vanaf volgend jaar kennelijk bekostigd vanuit de Wmo. Het onderscheid tussen dagbesteding en ‘geneeskundige begeleiding’ wordt verder niet toegelicht. Ook de formele regelingen vermelden hier niets over.
We vinden het zeer opvallend dat over deze kennelijke overheveling verder niets is gepubliceerd en vragen ons af of dit wel juist is. In een recent nieuwsbericht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) lezen we dat gemeenten hier in ieder geval niet op voorbereid zijn. De VNG heeft bij Zorgverzekeraars Nederland, de Nederlandse GGZ en VWS aangedrongen op een oplossing. De VNG heeft gemeenten aangeraden om in de tussentijd niet op verzoeken van zorgaanbieders in te gaan om de kosten over te nemen. Intussen is het bijna 1 januari 2022 en is een oplossing nog altijd niet in zicht. MIND, het Landelijk Platform Psychische Gezondheid, luidde daarover zeer recentelijke de noodklok.
Vaktherapie
Over vaktherapie is ook weinig vermeld in de formele regelingen. In het vraag en antwoord-document op de website van het zorgprestatiemodel is te lezen: “Het tarief voor een verblijfsdag is inclusief vaktherapie. Voor ambulante patiënten kan vaktherapie (die meestal als groepsconsult zal worden geleverd) wel apart in rekening worden gebracht. Om in dat laatste geval de groepsgrootte te berekenen, moeten patiënten uit andere financieringsstromen en klinische patiënten worden meegeteld.” Wij maken hieruit op dat het vooralsnog mogelijk blijft om vaktherapie in ambulante setting aan te bieden.
Blik vooruit
In de afgelopen blogs (blog 1, blog 2, blog 3) hebben wij u in vogelvlucht meegenomen door het zorgprestatiemodel. Wij bespraken de consulten, verblijfsdagen, overige prestaties en toeslagen die in deze systematiek voor vergoeding in aanmerking komen. In ons volgende blog zullen wij ingaan op de wijze van registreren onder het zorgprestatiemodel.