Het nieuwe huwelijksvermogensrecht: aangebracht gemeenschappelijk vermogen en meer-inbreng

31 januari 2019, laatst geüpdatet 11 september 2024
In de praktijk komt het regelmatig voor dat samenwoners gezamenlijk een woning in eigendom verkrijgen, hiervoor gezamenlijk een hypothecaire geldlening aangaan én dat één van de partners bij de verkrijging van deze gezamenlijke woning meer eigen geld heeft ingebracht (meer-inbreng) dan de ander. Door de meer-inbreng ontstaat een vergoedingsrecht van die ene partner op de andere partner. Ingeval de samenwoners gaan trouwen zonder voorafgaand huwelijksvoorwaarden te maken, wordt de meer-inbreng gehalveerd!
In dit artikel

Onder het nieuwe recht (vanaf 1 januari 2018) trouwen echtgenoten nog steeds in gemeenschap van goederen als men vooraf geen huwelijksvoorwaarden maakt. Het grote verschil is dat erfenissen, schenkingen en hetgeen iemand aan privévermogen bij het aangaan van het huwelijk heeft niet meer in de gemeenschap van goederen vallen. Alleen de inkomsten, bezittingen en schulden die de echtgenoten tijdens het huwelijk verkrijgen of maken, gaan tot de gemeenschap behoren. Tot de gemeenschap gaan eveneens behoren alle
goederen die reeds vóór het huwelijk aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden, alle vóór het huwelijk gemeenschappelijke schulden én alle schulden betreffende goederen die reeds vóór het huwelijk aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden.
Onder het nieuwe recht is er (derhalve) sprake van een beperkte gemeenschap van goederen.

Meer-inbreng bij verkrijging gemeenschappelijke woning
In de praktijk komt het regelmatig voor dat samenwoners gezamenlijk een woning in eigendom verkrijgen, hiervoor gezamenlijk een hypothecaire geldlening aangaan én dat één van de partners bij de verkrijging van deze gezamenlijke woning meer eigen geld heeft ingebracht (meer-inbreng) dan de ander. Door de meer-inbreng ontstaat een vergoedingsrecht van die ene partner op de andere partner.
Als deze samenwoners vervolgens trouwen in beperkte gemeenschap van goederen, zal de gezamenlijk in eigendom zijnde woning in de gemeenschap vallen, evenals de ter financiering van de gezamenlijke woning aangegane hypothecaire schuld.
Wat is de situatie met betrekking tot voormelde vordering vanwege de meerinbreng?
Deze vordering is een goed dat tot het voorhuwelijks vermogen behoort en dus niet in de gemeenschap valt. De schuld daarentegen is aan de zijde van de andere partner aan te merken als een schuld die is ontstaan bij de verkrijging van het onverdeeld aandeel in het gemeenschappelijke goed, en dus een schuld betreffende een gemeenschappelijk goed die in de gemeenschap valt.
Samenvattend:
• De voorhuwelijkse gemeenschappelijke woning valt in de beperkte gemeenschap van goederen.
• De schuld vanwege de meer-inbreng behoort tot de beperkte gemeenschap van goederen.
• De vordering vanwege de meer-inbreng valt niet in de beperkte gemeenschap van goederen.
Conclusie:
De meer-inbreng wordt gehalveerd!

Cijfermatig voorbeeld
Samenwoners Freek en Suzan kopen samen een woning van € 300.000,-, waarvan ze ieder voor 50% eigenaar zijn. Om deze woning samen te kopen, lenen ze samen van de bank een bedrag van € 200.000,- en gebruikt Freek een bedrag van € 100.000,- van zijn spaargeld. Freek en Suzan leggen schriftelijk vast dat Suzan een schuld heeft aan Freek van € 50.000,-. Per saldo heeft Freek derhalve een vermogen van € 100.000,- en Suzan van € 0,-.
Indien Freek en Suzan trouwen zonder voorafgaand huwelijksvoorwaarden te maken, heeft dit de volgende uitwerking.
De vordering van Freek op Suzan van € 50.000,- blijft privé-vermogen van Freek.
De woning hadden Freek en Suzan al samen in eigendom voor het huwelijk, dus de woning valt in de (beperkte) gemeenschap van goederen. Aangezien de woning is gefinancierd met een schuld, valt de (hypotheek)schuld ook in de (beperkte) gemeenschap van goederen. Daarnaast heeft Suzan haar deel van de woning gefinancierd met een schuld aan Freek ten bedrage van € 50.000,-. Deze schuld valt ook in de (beperkte) gemeenschap van goederen.
Conclusie is dat door het trouwen van Freek en Suzan zonder voorafgaand huwelijksvoorwaarden te maken het vermogen van Freek daalt van € 100.000,- naar € 50.000,- en dat Suzan (opeens) een vermogen heeft van € 50.000,-. Oftewel de meer-inbreng wordt gehalveerd!

Is dit niet wat de aanstaande echtgenoten willen, dan dienen zij vóórafgaand aan hun huwelijk huwelijksvoorwaarden op te maken, waarin kan worden opgenomen dat de schuld uit hoofde van de meer-inbreng buiten de beperkte gemeenschap van goederen valt.

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found