Een enorme arbeidsmarktkrapte. Bedrijven die staan te springen om helpende handjes. En daar is Nora, 40 jaar oud. Jarenlang in loondienst gewerkt. Hunkerend naar vrijheid, blijheid en een veel aantrekkelijker uurtarief. Ze waagt de sprong in het diepe. Ze kiest voor een zelfstandigenbestaan.
Nora wordt ziek. Ze overlijdt. Een onvoorstelbaar groot leed. Ze laat een man en drie kinderen achter. Naast een gebroken hart zijn er financiële kopzorgen. Nora had namelijk geen pensioenregeling. Haar man viel niet terug op een nabestaandenpensioen. Haar kinderen ontvingen zelfs geen wezenpensioen. Met pensioen was Nora, zoals zoveel zzp’ers, niet bezig. Iets opbouwen voor de oude dag kon altijd nog. Niet beseffende dat die zorg voor later te vroeg zou komen.
Er zijn vandaag de dag en naar welk bedrijf je ook kijkt veel Nora’s. Bijna al die Nora’s hebben een zogenoemde witte vlek, volgens een recent onderzoek van DNB maar liefst 94% van de Nora’s. Al die Nora’s, circa 800.000 welteverstaan, hebben namelijk geen pensioenregeling. Zouden al die Nora’s zich beseffen waar pensioen eigenlijk voor staat? Dat het niet alleen maar gaat om een spaarpotje voor de oude dag, maar óók om een voorziening bij arbeidsongeschiktheid en bij overlijden? Of hebben zij naast die witte vlek ook een blinde vlek, wat pensioen betreft?
Beseffen die Nora’s zich wel dat juist die vrijheid waarnaar ze streven met hun zelfstandigenbestaan, sterk aangetast wordt als het gaat om de zoektocht naar het verzekeren van de risico’s van arbeidsongeschiktheid en overlijden? Bijvoorbeeld omdat dat veel te kostbaar is, of omdat er, anders dan bij een collectieve pensioenregeling waar een verbod op medische keuringen geldt, in private verzekeringsproducten medisch gekeurd mag worden?
Vragen die deze Nora in ieder geval nooit meer beantwoord zal zien.
De Zelfstandige Zonder Personeel. Treffender zou zijn de Zelfstandige Zonder Pensioen. De serieuze keerzijde van de ‘vrijheid, blijheid en rijkdom’ van het zelfstandigenbestaan, die als je het mij vraagt veel meer aandacht verdient. Uiteraard prima, de keus voor het zelfstandigenbestaan, maar dan wel na éérst de impact van zo’n keuze goed doordacht te hebben. En zonder uit te gaan van alle gedateerde vooroordelen van het werknemersbestaan.
Kijk bijvoorbeeld naar de recente en aankomende wetgeving binnen het arbeidsrecht. Meer vrijheden voor de werknemer wat betreft de werkplek, het moment waarop er gewerkt wordt, de omvang van het werk en voor wie er gewerkt mag worden. Een groot scala aan verlofmogelijkheden, ook voor de kersverse vader. Scholingsmogelijkheden, transitievergoedingen en zelfs generatieregelingen om zo meer gefaciliteerd de zoektocht naar ander werk te vervolgen of beter in balans aan het werk te kunnen blijven. Om over de jarenlange loonbetalingsplicht bij ziekte nog maar te zwijgen. Neem ook deze herijkte aspecten in overweging, bij de keuze voor een zelfstandigenbestaan of juist een dienstverband.
Het stille leed van het zelfstandigenbestaan. Een geluid dat óók gehoord mag of misschien zelfs moet worden. De geluiden hebben in ieder geval ook de politiek bereikt. Schouten heeft 6 oktober jl. een nieuwe regeling aangekondigd die de ruimte biedt aan fondsen vijf jaar lang te experimenteren met het toelaten van zelfstandigen. Een mooie stap, hoewel ik hoop dat het uiteindelijk niet uitmondt in een algehele pensioenplicht bij een specifiek pensioenfonds. Dan is het juist weer die vrijheid waaraan getornd wordt. Geef mensen vrijheid, maar zorg er wel voor dat zij weten welke prijs die vrijheid heeft.