Gunnen op basis van een “broker fee” (opslagpercentage) bij aanbesteding inhuur personeel leidt niet tot economisch meest voordelige inschrijving

7 maart 2022, laatst geüpdatet 11 september 2024
In een recent advies (659) heeft de Commissie van Aanbestedingsexperts zich uitgelaten over de vraag of het buiten beschouwing laten van het uurloon van de in te huren professionals bij het gunnen van een aanbesteding, leidt tot de keuze voor de economisch meest voordelige inschrijving. Dit blijkt niet automatisch, of zelfs alleen per toeval, het geval te zijn.
In dit artikel

Feiten

Op 20 september 2021 heeft aanbesteder een openbare Europese aanbestedingsprocedure gepubliceerd inzake een brokerdienstverlening voor ICT functies. Het betreft een raamovereenkomst die moet voorzien in de inhuur van professionals op het gebied van ICT. De opdrachtnemer moet zowel de searching (het werven, voorselecteren en inzetten van de professionals) alsook de contracting (het inzetten van de professionals) uitvoeren.

Er wordt gegund op basis van het criterium ‘beste prijs-kwaliteitverhouding’.

Beschrijving klacht en oordeel Commissie

De klacht die in casu aan de Commissie voorligt, betreft de gehanteerde berekening van de prijs. In deze berekening wordt alleen de searching fee die de opdrachtnemer per uur rekent en niet het uurtarief van de ingehuurde professional meegenomen. Dit kan, zo oordeelt de Commissie, het ongewenste effect sorteren dat de opdracht niet wordt gegund aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving. De Commissie acht de klacht dus gegrond. Onderstaand voorbeeld illustreert hoe een inschrijver met een aanzienlijk hogere fee dan een andere inschrijver, toch goedkoper uit kan vallen:

Inschrijver A: uurtarief professional € 105 + searching fee € 1,50 = € 106,50
Inschrijver B: uurtarief professional € 100 + searching fee € 6,00 = € 106,00

Het is overigens niet zo dat het uurtarief van de professional bij de beoordeling van de prijs in het geheel geen rol speelt: er worden bandbreedtes gehanteerd. Deze bandbreedtes verschillen echter van €15 per uur tot zelfs €40 per uur. Een inschrijver met een hogere fee die een tarief aan de onderkant van de bandbreedte weet uit te onderhandelen, is economisch voordeliger dan een inschrijver met een lagere fee en een uurtarief aan de bovenkant van de bandbreedte (ov. 2.1.2.). Nu slechts de fee en niet het uurtarief wordt beoordeeld bij het gunnen, kan de praktijk heel anders uitpakken dan tijdens het beoordelingsproces het geval leek.

De Commissie oordeelt dat de beoordelingssystematiek die aanbesteder hanteert het risico in zich draagt dat de opdracht niet wordt gegund aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving in de zin van de beste prijs-kwaliteitverhouding. Dat inschrijver een lage fee rekent, zegt immers nog niets over de daadwerkelijke totale kosten (de fee plus het uurloon van de in te huren professional). Hierdoor bestaat tevens het risico dat niet wordt voldaan aan de verplichting om zorg te dragen voor het leveren van zoveel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen (art. 1.4 lid 2 Aanbestedingswet 2012) (ov. 4.8.). In eerdere adviezen heeft de Commissie reeds geoordeeld dat de aanbesteder voor een beoordelingsmethode moet kiezen die hem in staat stelt daadwerkelijk na te gaan welke inschrijving de beste prijs-kwaliteitverhouding biedt. Dat is in dit geval niet gebeurd: de gekozen beoordelingssystematiek leidt niet altijd tot de economisch meest voordelige inschrijving en voldoet daarmee bovendien niet aan de wettelijke verplichting van art. 1.4 Aw.

Onvolledige formulering raamovereenkomst

Daarnaast oordeelt de Commissie dat de voorwaarden van de raamovereenkomst in het onderhavige geval niet volledig genoeg geformuleerd zijn. Het object van een raamovereenkomst dient voldoende bepaalbaar te zijn (zie ook Advies 545, overwegingen 5.2.2. en 5.10., en deze uitspraak van de Hoge Raad van 25 januari 2002). Inschrijvers moeten voldoende houvast hebben om een verantwoorde inschrijving te kunnen doen (ov. 4.8.5.). De raamovereenkomst is te ruim geformuleerd en laat te veel ruimte voor nadere invulling bij het gunnen van de opdrachten (nadere overeenkomsten) onder de raamovereenkomst. De gehanteerde bandbreedtes zijn te ruim om tijdens het gunningsproces de daadwerkelijke prijs-kwaliteitverhouding te kunnen beoordelen. Op voorhand kan daarom niet worden vastgesteld dat degene die op basis van de gehanteerde beoordelingsmethodiek de economisch meest voordelige inschrijver lijkt te zijn, dat in de uitvoering ook is (ov. 4.8.11.).

Conclusie

Wanneer een aanbesteder ervoor kiest om de inschrijving te gunnen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, moet een beoordelingsmethode gebruikt worden waaruit die inschrijving naar voren komt die ook daadwerkelijk de economisch meest voordelige is. Het object van een aanbesteding, in dit geval de raamovereenkomst, dient voldoende bepaalbaar en zodanig gespecificeerd te zijn, dat de inschrijvingen met elkaar vergeleken kunnen worden.

Dit betekent dat bij aanbesteding van inhuur van personeel (brokerdiensten) voor wat betreft de prijsstelling niet alleen met de fee, maar ook met de salarissen rekening gehouden moet worden.

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found