Een inschrijver heeft bij een nationale openbare aanbesteding met toepassing van het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) een geparafeerde eigen verklaring ingediend. Een handtekening van de rechtsgeldige vertegenwoordiger van de inschrijver ontbrak. De gemeente heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat sprake is van een gebrek dat zich, op grond van artikel 2.14.4 ARW 2005, leent voor eenvoudig herstel. De voorzieningenrechter deelt dit oordeel. Van strijd met het beginsel van gelijke behandeling en het transparantiebeginsel is volgens de voorzieningenrechter geen sprake. (
rechtbank Rotterdam 30 oktober 2010; LJN:BO 2523)
Gerelateerd
Aanbesteding