Generatiebeleid versus langer doorwerken

10 januari 2019, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Generatiebeleid versus langer doorwerken Al langere tijd worden vanuit de overheid maatregelen getroffen die langer doorwerken vooropstellen, althans die nopen tot langer doorwerken. Zo zijn VUT-regelingen net als levensloopregelingen afgeschaft, is de AOW-leeftijd vanaf 2013 stapsgewijs verhoogd en is ook sprake geweest van een verhoging van de fiscale pensioenleeftijd.
Frédérique Hoppers 
Frédérique Hoppers 
Advocaat - Partner
In dit artikel

Al langere tijd worden vanuit de overheid maatregelen getroffen die langer doorwerken vooropstellen, althans die nopen tot langer doorwerken. Zo zijn VUT-regelingen net als levensloopregelingen afgeschaft, is de AOW-leeftijd vanaf 2013 stapsgewijs verhoogd en is ook sprake geweest van een verhoging van de fiscale pensioenleeftijd. Ontslagregelingen die dienen ter overbrugging naar pensioen kunnen door de Belastingdienst fiscaal worden gesanctioneerd (RVU). Langer werken dus.

Tegelijkertijd echter is een trend waarneembaar waarmee wordt ingezet op het realiseren van een evenwichtigere leeftijdsopbouw van werknemers. Ook met het neveneffect van het behoud van duurzame inzetbaarheid van oudere werknemers. Een trend die daarom snel aan populariteit wint, betreft de generatieregeling. In het kader van deze regeling worden aan werknemers faciliteiten geboden die de mogelijkheid bieden tot minder werken met behoud van een hoger percentage van het loon en met volledig behoud van de pensioenopbouw. Bijvoorbeeld: 80% procent werken tegen 90% van het salaris en met 100% pensioenopbouw. Verschillende cao’s en pensioenreglementen voorzien in deze mogelijkheid.

In Pensioen & Praktijk is een artikel gepubliceerd waarin wordt ingezoomd op deze generatieregeling. Waar moet een werkgever zoal op letten bij het opstellen of aanbieden van de generatieregeling? Mag een werkgever instapvoorwaarden stellen? En in hoeverre biedt de cao nog ruimte voor maatwerk binnen de organisatie van een werkgever? Al deze vragen worden beantwoord in het artikel.

Gerelateerd

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.

PensioenPost #13 – Vaststellingsovereenkomst en wederzijdse dwaling: het belang van aandacht voor pensioen bij beëindigen arbeidsovereenkomst

Een vaststellingsovereenkomst (VSO) is een juridisch instrument waarmee werkgevers en werknemers hun arbeidsovereenkomst in onderling overleg kunnen...

PensioenPost #12 – De ergernis over rechtszaken rondom verplicht pensioen: reactie Schouten op Kamervragen

In de media is aandacht gevraagd voor diverse rechtszaken die ondernemers moeten voeren vanwege verplichtgestelde pensioenen. Dit probleem speelt al jaren en...

PensioenPost #11 – Indexatietoezeggingen waar je op kunt bouwen?

In het verleden waren verschillende bouwbedrijven vrijgesteld van verplichte deelname aan het bedrijfstakpensioenfonds Bouw (BpfBouw).
No posts found