De Stichting Valkenhorst te Breda is een stichting die hulpverlening en opvang biedt aan gezinnen en tienermoeders die met huiselijk geweld te maken hebben. Valkenhorst heeft een verzorgingsovereenkomst gesloten met een cliënte die voorziet in de begeleiding naar zelfstandig wonen. Daarnaast heeft Valkenhorst met woningcorporatie WonenBreburg een samenwerkingsovereenkomst gesloten op grond waarvan de woningcorporatie een beperkt aantal huurwoningen beschikbaar houdt voor verhuur in het kader van begeleiding naar zelfstandig wonen door Valkenhorst. Parallel aan deze overeenkomst heeft de woningcorporatie met deze cliënte een huurovereenkomst gesloten. Valkenhorst beëindigt op een gegeven moment de verzorgingsovereenkomst en stelt daarbij dat ook de huurovereenkomst met de woningcorporatie is beëindigd. De cliënte doet een beroep op huurbescherming en weigert de woning te ontruimen.
Het hof oordeelt dat de verzorgingsovereenkomst en de huurovereenkomst zo nauw met elkaar verbonden zijn dat het einde van de verzorgingsovereenkomst tot gevolg heeft dat ook de huurovereenkomst ten einde komt. Het Hof kijkt naar de omstandigheden van het geval. Zij stelt vast dat beide overeenkomsten niet los van elkaar maar als één geheel van samenhangende overeenkomsten moeten worden beschouwd. Ook stelt zij vast dat uit de gemaakte afspraken volgt dat het verzorgingselement overheerst. De huurder van de woning had kunnen en moeten begrijpen dat de verhuurder de woning niet aan haar verhuurde in de hoedanigheid van reguliere woonconsument, maar in haar hoedanigheid van cliënte van Valkenhorst. Het beroep op huurbescherming wordt verworpen.
Klik hier voor het betreffende arrest.