De voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage heeft
geoordeeld dat de Provincie inschrijver A geen gelegenheid mocht geven een nieuwe referentieopdracht in te dienen. Het beginsel van gelijke behandeling en het transparantiebeginsel verzetten zich hiertegen.
De zaak
Inschrijver A en inschrijver B hebben ingeschreven op een openbare aanbesteding van de Provincie inzake gladheidsbestrijdingswerkzaamheden. Als gunningscriterium wordt de laagste prijs gehanteerd en een minimumeis is het overleggen door inschrijver van één referentie van vergelijkbare inhoud en omvang als de aanbestede opdracht. Deze referentieopdracht mag niet langer dan drie jaar geleden naar tevredenheid zijn uitgevoerd. De door A ingediende referentie betrof een opdracht van tien jaar geleden. De Provincie heeft A daarop een e-mail gestuurd met het verzoek een recentere referentie aan te leveren. Nadat A dit heeft gedaan, wordt de opdracht aan haar gegund.
Terugkomen op gunningsvoornemen en kort geding
B maakt bezwaar bij de Provincie en de Provincie besluit naar aanleiding hiervan A te berichten dat zij toch niet aan de gestelde eisen voldeed en dat de opdracht aan B wordt gegund. Hierop betrekt A de Provincie in rechte en vordert de Provincie te gebieden haar de opdracht te gunnen.
Rechter: vrijheid om terug te komen op gunningsvoornemen
Bij de beoordeling wijst de voorzieningenrechter er in eerste instantie op dat het de aanbestedende dienst vrijstaat op een eerder gunningsvoornemen terug te komen.
Rechter: foute referentie mag niet worden hersteld
Bij de beoordeling van de inschrijving moet de aanbestedende dienst uitgaan van de inschrijvingen zoals die bij het sluiten van de inschrijvingstermijn zijn ontvangen. Het beginsel van gelijke behandeling en het transparantiebeginsel verzetten zich tegen wezenlijke aanvullingen achteraf. De referentie-eis is een duidelijk geformuleerde en ondubbelzinnige eis en van een eenvoudige precisering of het rechtzetten van een kennelijke fout is hier geen sprake. Door A de gelegenheid te geven haar referentie aan te passen, werd uitsluitend aan A een extra termijn gegund en niet aan de overige inschrijvers. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat de Provincie juist heeft gehandeld door op haar gunningsbeslissing terug te komen en niet A maar B de opdracht te gunnen.
mr. T. van Wijk
Aanbestedingsadvocaat
De zaak
Inschrijver A en inschrijver B hebben ingeschreven op een openbare aanbesteding van de Provincie inzake gladheidsbestrijdingswerkzaamheden. Als gunningscriterium wordt de laagste prijs gehanteerd en een minimumeis is het overleggen door inschrijver van één referentie van vergelijkbare inhoud en omvang als de aanbestede opdracht. Deze referentieopdracht mag niet langer dan drie jaar geleden naar tevredenheid zijn uitgevoerd. De door A ingediende referentie betrof een opdracht van tien jaar geleden. De Provincie heeft A daarop een e-mail gestuurd met het verzoek een recentere referentie aan te leveren. Nadat A dit heeft gedaan, wordt de opdracht aan haar gegund.
Terugkomen op gunningsvoornemen en kort geding
B maakt bezwaar bij de Provincie en de Provincie besluit naar aanleiding hiervan A te berichten dat zij toch niet aan de gestelde eisen voldeed en dat de opdracht aan B wordt gegund. Hierop betrekt A de Provincie in rechte en vordert de Provincie te gebieden haar de opdracht te gunnen.
Rechter: vrijheid om terug te komen op gunningsvoornemen
Bij de beoordeling wijst de voorzieningenrechter er in eerste instantie op dat het de aanbestedende dienst vrijstaat op een eerder gunningsvoornemen terug te komen.
Rechter: foute referentie mag niet worden hersteld
Bij de beoordeling van de inschrijving moet de aanbestedende dienst uitgaan van de inschrijvingen zoals die bij het sluiten van de inschrijvingstermijn zijn ontvangen. Het beginsel van gelijke behandeling en het transparantiebeginsel verzetten zich tegen wezenlijke aanvullingen achteraf. De referentie-eis is een duidelijk geformuleerde en ondubbelzinnige eis en van een eenvoudige precisering of het rechtzetten van een kennelijke fout is hier geen sprake. Door A de gelegenheid te geven haar referentie aan te passen, werd uitsluitend aan A een extra termijn gegund en niet aan de overige inschrijvers. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat de Provincie juist heeft gehandeld door op haar gunningsbeslissing terug te komen en niet A maar B de opdracht te gunnen.
mr. T. van Wijk
Aanbestedingsadvocaat
Gerelateerd
Aanbesteding