Foodlabelling: verbod op vleesnamen voor vegetarische producten?

10 oktober 2024, laatst geüpdatet 11 oktober 2024

De regelgeving omtrent verpakkingen en etikettering vanuit de EU heeft als doel om consumenten te beschermen tegen misleiding. Betekent dit ook een verbod om vegetarische “steak” of “worst” aan te bieden of aan te prijzen? 

In dit artikel

Vereisten aan de naam op verpakkingen 

Kort samengevat moeten levensmiddelen 1) een naam dragen, welke naam 2) een ​​wettelijke naam moet zijn of, bij gebreke daarvan, een gewone naam of, bij ontstentenis daarvan, een beschrijvende naam, en moet de naam 3) nauwkeurig, duidelijk en gemakkelijk te begrijpen zijn voor de consument en 4) mag deze naam de consumenten niet misleiden, met name wat betreft de kenmerken van het betrokken levensmiddel. Bij dat laatste gaat het met name om de aard en samenstelling ervan. En 5) wat betreft de vervanging van natuurlijk aanwezige componenten of ingrediënten moeten deze vereisten worden gerespecteerd bij het op de markt brengen en promoten van welk voedsel dan ook door andere componenten of ingrediënten. De gedachte is dat misleiding door onjuiste benamingen verboden is. 

Verbod op vleesnamen? 

De Franse regering wenste wettelijke maatregelen op grond waarvan het verboden is om termen zoals “steak” of “worst” te reguleren voor voedingsmiddelen die zijn gemaakt van plantaardige eiwitten. Het Europese Hof van Justitie oordeelt nu dat zo’n verbod niet is toegestaan, tenzij aan zeer specifieke voorwaarden wordt voldaan. 

Vereisten uit de Voedselinformatieverordening 

Voornoemde vereisten vloeien onder meer voort uit de Voedselinformatieverordening, waaronder de artikelen 2, 7, 9 en 17. Daarin staan ook regels op het gebied van consumenteninformatie ook gelden voor reclame en de presentatie van levensmiddelen. 

Het gaat hier dus om termen uit de slagerij-, vleeswaren- en vishandelssector. Deze worden nu vaak gebruikt worden om voedingsmiddelen te beschrijven die plantaardige eiwitten bevatten in plaats van eiwitten van dierlijke oorsprong. En daarvoor wordt in gelijke zin promotie en reclame gemaakt. Dit alles wordt ook op verpakkingen aangebracht. Soms worden zij ook in een handelsmerk verwerkt. 

De bijlagen bij de Voedselinformatieverordening bepalen dat voor voedsel waarbij een ingrediënt of bestanddeel waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig of normaliter gebruikt is, is vervangen door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt, het etiket duidelijk het bestanddeel of ingrediënt vermeldt dat ter gehele of gedeeltelijke vervanging is gebruikt. 

Toch oordeelt het Hof een algeheel verbod op vleesbenaming - zoals “steak” of “worst” voor producten die plantaardige eiwitten bevatten - niet toelaatbaar is, tenzij het Unierecht in een uitzondering voorziet. 

Weerlegbaar vermoeden 

Beyond Meat had deze zaak aangespannen samen met onder meer de Europese Vegetarische Unie. Beyond Meat voerde aan dat de bepalingen uit de Voedselinformatieverordening een weerlegbaar vermoeden inhouden. Namelijk dat als de informatie die overeenkomstig de daarin voorgeschreven regels wordt verstrekt, de consument voldoende wordt beschermd, dus ook in geval van volledige vervanging van het enige bestanddeel of ingrediënt dat hij kan verwachten in een levensmiddel dat wordt aangeduid met een gebruikelijke benaming of een beschrijvende benaming die bepaalde termen bevat. 

Daarvan kan sprake zijn als de verpakking juridisch duidelijk genoeg is, bijvoorbeeld omdat de verpakking duidelijk is als in de onmiddellijke nabijheid van de naam van het levensmiddel informatie over de vervanging van het bestanddeel of ingrediënt staat (wat volstaat om de consument te beschermen tegen het risico van misleiding). De Voedselinformatieverordening schrijft een verplichte lijst met ingrediënten voor waarin de juiste informatie moet staan. 

Conclusie 

Het Franse verbod op vleesbenamingen is dus niet zonder meer toegestaan, om zo te kunnen voorkomen dat producenten van plantaardige producten beschrijvende namen kunnen gebruiken voor hun producten. Dit is relevant voor de praktijk waarbij de beschrijving, de verhandeling en de promotie van levensmiddelen die plantaardige eiwitten bevatten, dus toegestaan blijft.  

Dit kan wel anders zijn indien kan worden aangetoond dat de consument toch, bijvoorbeeld door de verpakking, het aanbod or de aanprijzing, misleid wordt. Mogelijk is dit ook anders indien lidstaten een specifieke wettelijke naam voor producten heeft vastgesteld, die alsdan gebruikt moet worden. 

Joost Becker, advocaat Intellectuele Eigendom 

Gerelateerd

No posts found