Veel ondernemingen in Nederland maken gebruik van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Dat is enerzijds begrijpelijk, omdat deze faciliteit een aantal fiscale voordelen heeft.
Voordelen zijn onder andere:
- Er hoeft voor de vennootschappen die tot de fiscale eenheid behoren maar één aangifte. vennootschapsbelasting te worden ingediend bij de Belastingdienst (een soort consolidatie).
- Fiscale winsten en verliezen van vennootschappen die tot de fiscale eenheid behoren kunnen in het boekjaar direct met elkaar worden verrekend waardoor per saldo minder vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden.
- Onderlinge transacties en dienstverlening tussen vennootschappen die onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid worden fiscaal in principe niet in aanmerking genomen (fiscaal niet zichtbaar).
- Interne reorganisaties of een afzonderlijke overdracht van activa en passiva met een fiscale boekwinst (waaronder goodwill) tussen vennootschappen in de fiscale eenheid kunnen plaatsvinden zonder directe heffing van vennootschapsbelasting.
- Kwijtschelding van onderlinge vordering- en schuldverhoudingen kan zonder belastingheffing plaatsvinden.
Dit neemt niet weg dat er anderzijds ook een aantal nadelen zijn te noemen.
Nadelen zijn onder andere:
- Het opstaptarief - 1e schijf 15% tot een winst van € 395.000 met ingang van 1 januari 2022 - voor de vennootschapsbelasting is van toepassing op het gezamenlijke fiscale resultaat van de fiscale eenheid en niet op het fiscale resultaat van de individuele vennootschappen.
- De vennootschappen die onderdeel uitmaken van de fiscale eenheid zijn elk afzonderlijk hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid.
- De Belastingdienst mag belastingvorderingen en belastingschulden van de vennootschappen die zijn opgenomen in de fiscale eenheid onderling verrekenen.
- De fiscale eenheid dient tenminste zes (soms drie) jaren in stand te blijven na een verschuiving van activa en passiva tussen vennootschappen binnen de fiscale eenheid met een waarde die hoger is dan de fiscale boekwaarde, op straffe van fiscale afrekening over de boekwinst. Dit maakt een fiscale eenheid niet altijd geschikt voor interne reorganisaties.
- Vanaf 1 januari 2022 zijn fiscale winsten tot € 1.000.000 volledig verrekenbaar met compensabele verliezen en daarboven tot maximaal 50%; deze regel moet worden toegepast op het resultaat van de fiscale eenheid.
De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek moet worden toegepast op basis van het resultaat van de fiscale eenheid. - De omvang van de aftrekbare financieringsrente kan op grond van de wettelijke grensbedragen van 30% (fiscale) EBITDA of € 1.000.000 beperkter zijn omdat uit moet worden gegaan van het resultaat van de fiscale eenheid.
- Bij de opname van een dochtermaatschappij in een fiscale eenheid vervalt het voor die vennootschap opgeofferde bedrag dat als uitgangspunt dient voor het fiscaal in aanmerking te nemen liquidatieverlies bij een latere ontbinding en vereffening van die dochtermaatschappij.
Hier komt bij dat door rechtspraak bestaande (wettelijke) regels zijn aangepast en nieuwe regels zijn geïntroduceerd, zoals voor de renteaftrek (EBITDA-maatregel) en het moeten “wegdenken” van de fiscale eenheid voor bepaalde fiscale toepassingen (per-element-benadering). Hierdoor kan het fiscaal aantrekkelijk zijn geen fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting met een (klein)dochtermaatschappij aan te gaan of een bestaande fiscale eenheid met een of meerdere (klein)dochtermaatschappij(en) binnen de groep te beëindigen of ‘op te knippen’ in meerdere fiscale eenheden.
Enkele redenen voor een beëindiging of het 'opknippen' van een fiscale eenheid:
- De wetswijziging per 1 januari 2022 als gevolg waarvan het bedrag van de eerste tariefschijf wordt verhoogd van € 245.000 naar € 395.000. Het tarief in deze eerste tariefschijf bedraagt 15% in plaats van 25% voor de tweede tariefschijf. Bij een fiscale winst tot € 395.000 kan door een zelfstandig belastingplichtige vennootschap jaarlijks 10% (25%-15%) aan vennootschapsbelasting worden bespaard. Dit betekent een jaarlijkse besparing van maximaal € 39.500 per vennootschap.
- Als er binnen de onderneming plannen bestaan tot een interne reorganisatie of herstructurering waarbij bepaalde activiteiten binnen de groep moeten worden gesepareerd in verband met een toekomstige verkoop van aandelen aan derden dan zijn de voorwaarden van een fiscaal ‘geruisloze’ fusie of juridische (af)splitsing buiten een fiscale eenheid in veel gevallen gunstiger.
- Zonder fiscale eenheid bestaat binnen de groep voor elke zelfstandig belastingplichtige vennootschap afzonderlijk in de basis een aftrekruimte voor financieringsrente van tenminste € 1.000.000 (of indien hoger 30% van de fiscale EBITDA).
- Zonder fiscale eenheid bestaat binnen de groep voor elke zelfstandig belastingplichtige vennootschap in de basis de mogelijkheid tot een bedrag van € 1.000.000 aan fiscale winst met verliezen te verrekenen.
- Door een dochtermaatschappij vanaf de datum van verwerving niet op te nemen in de fiscale eenheid, blijft het daarvoor fiscaal opgeofferde bedrag in stand waardoor bij een latere ontbinding en vereffening van die vennootschap onder omstandigheden een liquidatieverlies in aanmerking worden genomen door de aandeelhouder.
Door staatssecretaris Vijlbrief zijn op 1 oktober 2021 aan de Tweede Kamer toezeggingen gedaan te onderzoeken of maatregelen genomen moeten worden om fiscaal gemotiveerde constructies aan te pakken. Hierbij doelt men onder andere op het spreiden van activiteiten over meerdere vennootschappen buiten een fiscale eenheid met als doel fiscale voordelen te behalen (zie onze blog).
Hoe eindigt een fiscale eenheid?
Een fiscale eenheid eindigt op het moment dat niet meer aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan. De meest eenvoudige methode om een fiscale eenheid te beëindigen is door middel van een gezamenlijk schriftelijk verzoek aan de Belastingdienst door de moeder- en (klein) dochtermaatschappij. De datum van beëindiging van de fiscale eenheid is gelijk aan de datum van indiening van het verzoek bij de Belastingdienst of een door de moeder- en (klein) dochtermaatschappij in het verzoek gekozen latere datum. Aan het beëindigingsverzoek wordt in het boekjaar geen terugwerkende kracht verleend. Aan de beëindiging zijn overigens wel administratie verplichtingen verbonden voor zowel de moeder- als dochtermaatschappij.
Het belang van een goede voorbereiding
De beëindiging van een fiscale eenheid of het opknippen in meerdere fiscale eenheden kan (ongewenste) fiscale gevolgen hebben. Het is daarom belangrijk de fiscale gevolgen vooraf goed te analyseren en in kaart te brengen.
Over de voordelen, nadelen en aspecten van het beëindigen en opknippen van een fiscale eenheid hebben wij een uitgebreide notitie geschreven. Uw fiscaal adviseur bij Dirkzwager stuurt deze notitie op verzoek graag aan u toe.
Voor een analyse van de voordelen, het in kaart brengen van de fiscale gevolgen en een advies met betrekking tot het beëindigen of opknippen van een fiscale eenheid voor uw onderneming, kunt u uiteraard contact opnemen met uw fiscaal adviseur bij Dirkzwager. In samenwerking met u kunnen wij een efficiënt plan van aanpak opstellen.
Dit artikel is geen advies en uitsluitend bedoeld als algemene informatie. Aan de inhoud hiervan kunnen geen rechten worden ontleend.