Aanleiding van
het op 26 maart 2015 aangekondigde onderzoek is de vaststelling van de Europese Commissie dat slechts 15% van het totale aantal internetaankopen in de EU zijn gekocht bij een leverancier uit een andere lidstaat. Mogelijk is dat ten dele een gevolg van afspraken tussen ondernemingen om hun grensoverschrijdende e-commerce te beperken. Dergelijke afspraken leveren in voorkomend geval een gebiedsverdeling op die in strijd kan zijn met het kartelverbod.
Eurocommissaris voor mededing Margarethe Vestager laat weten dat het “de hoogste tijd [is] om de resterende barrières voor e-commerce te slopen. E-commerce is immers een essentieel onderdeel van een echte digitale eengemaakte markt in Europa.” Het onderzoek moet ertoe bijdragen om de mogelijk bestaande barrières in kaart te brengen.
Afspraken over internetverkoop worden veelal gemaakt in de verticale relatie tussen leverancier en distributeur. Tot voor kort stond mededingingsrechtelijk onderzoek naar dergelijke afspraken niet hoog op de prioriteitenlijst van de Europese Commissie en de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Zij gaven er beide de voorkeur gaven aan om hun middelen in te zetten om de schadelijker geachte kartels op horizontaal niveau, dus tussen concurrenten, te bestrijden. Het onderzoek van de Europese Commissie naar e-commerce laat zien dat de aandacht onder toezichthouders voor verticale afspraken toeneemt. Ook de bestuursvoorzitter van de ACM heeft in december 2014 aangekondigd de naleving van het kartelverbod in verticale relaties te gaan handhaven als de ACM daartoe aanleiding ziet. De Europese Commissie en de ACM volgen daarmee een trend die door de Duitse mededingingsautoriteit (het Bundeskartellamt) is ingezet. Het Bundeskartellamt kijkt, net als diverse Duitse rechters, al een aantal jaar kritisch naar afspraken die leveranciers met hun distributeurs maken over de wijze waarop de internetverkoop plaatsvindt. Zij heeft er daarbij niet voor teruggedeinsd om boetes op te leggen en/of in te grijpen in contractuele verhoudingen.
Het onderzoek naar e-commerce vormt aldus een extra aanleiding voor distributeurs en leveranciers om bestaande afspraken over internetverkoop kritisch tegen het mededingingsrechtelijke licht te houden.
Eurocommissaris voor mededing Margarethe Vestager laat weten dat het “de hoogste tijd [is] om de resterende barrières voor e-commerce te slopen. E-commerce is immers een essentieel onderdeel van een echte digitale eengemaakte markt in Europa.” Het onderzoek moet ertoe bijdragen om de mogelijk bestaande barrières in kaart te brengen.
Afspraken over internetverkoop worden veelal gemaakt in de verticale relatie tussen leverancier en distributeur. Tot voor kort stond mededingingsrechtelijk onderzoek naar dergelijke afspraken niet hoog op de prioriteitenlijst van de Europese Commissie en de Autoriteit Consument & Markt (ACM). Zij gaven er beide de voorkeur gaven aan om hun middelen in te zetten om de schadelijker geachte kartels op horizontaal niveau, dus tussen concurrenten, te bestrijden. Het onderzoek van de Europese Commissie naar e-commerce laat zien dat de aandacht onder toezichthouders voor verticale afspraken toeneemt. Ook de bestuursvoorzitter van de ACM heeft in december 2014 aangekondigd de naleving van het kartelverbod in verticale relaties te gaan handhaven als de ACM daartoe aanleiding ziet. De Europese Commissie en de ACM volgen daarmee een trend die door de Duitse mededingingsautoriteit (het Bundeskartellamt) is ingezet. Het Bundeskartellamt kijkt, net als diverse Duitse rechters, al een aantal jaar kritisch naar afspraken die leveranciers met hun distributeurs maken over de wijze waarop de internetverkoop plaatsvindt. Zij heeft er daarbij niet voor teruggedeinsd om boetes op te leggen en/of in te grijpen in contractuele verhoudingen.
Het onderzoek naar e-commerce vormt aldus een extra aanleiding voor distributeurs en leveranciers om bestaande afspraken over internetverkoop kritisch tegen het mededingingsrechtelijke licht te houden.
Gerelateerd
Mededinging en staatssteun