Een essentieel onderdeel van een arbeidsovereenkomst is dat de werkende 'in dienst is' van de werkgever. In de praktijk is het soms discutabel of iemand in dienst is bij een onderneming of ingeschakeld wordt als zelfstandige. Dat onderscheid moet scherper, zo vindt ook het kabinet. De bedoeling is dat een nieuw toetsingskader (meer) duidelijkheid moet gaan geven.
Het voorstel
Eenvoudig samengevat is het toetsingskader waar het kabinet mee is gekomen als volgt. Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Hoe wordt de werkende aangestuurd/gecontroleerd? Is daar vrijheid, dan wijst dat op zelfstandig ondernemerschap. Staat hij/zij onder leiding van een ander, dan wijst dat naar een arbeidsovereenkomst.
2. Doet de werkende werk dat structureel gedaan wordt in een organisatie? En/of doet deze hetzelfde werk als en met werknemers van de organisatie? En/of heeft de werkende een vaste plek in de organisatie? Dan wijst dat op een arbeidsovereenkomst.
3. Werkt de werkende zelfstandig, voor eigen rekening en risico? Dan wijst dat op zelfstandig ondernemerschap.
De beoogde verduidelijking is niet de enige beoogde verandering. Hetzelfde wetsvoorstel bevat een nieuw rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst: als er gewerkt wordt voor een bedrag van ten hoogste € 32,24 per uur.
Breder pakket aan afspraken
Het wetvoorstel is onderdeel van een breed pakket aan afspraken dat het kabinet in het voorjaar gemaakt heeft met werkgevers- en werknemersorganisaties. Het doel: een toekomstbestendige arbeidsmarkt, met een crisisregeling personeelsbehoud en het reguleren van flexwerk.
Het kabinet is langs drie (parallelle) lijnen aan het werk: (i) het creëren van een gelijker speelveld voor contractvormen van werknemers en zelfstandigen, (ii) het verduidelijken van de regels over wanneer als werknemer gewerkt wordt en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden en (iii) het versterken en verbeteren van de handhaving en in voorbereiding op afschaffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025. Het wetsvoorstel hoort bij de tweede lijn.
Biedt het beoogde toetsingskader uitkomst?
Het is de vraag of de praktijk gediend is met het wetsvoorstel. Is het echt een verduidelijking? Kan de praktijk hier voldoende mee uit de voeten? Of is het oude wijn in nieuwe zakken? Daar zal verschillend over gedacht worden. Mijn overtuiging is dat ook met dit beoordelingskader discussies over de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst geen verleden tijd zullen zijn.
Let wel: het is geen gegeven dat de voorgestelde wijzigingen er echt komen. Het wetsvoorstel kan nog aangepast of zelfs verworpen worden. Tegelijkertijd maakt het wetsvoorstel duidelijk wat de kijkrichting van het kabinet is, zij het demissionair.
Bent u geïnteresseerd in het wetsvoorstel "verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden" en de consultatie hierbij? Klik dan hier.