Dringend eigen gebruik en renovatie

7 april 2010, laatst geüpdatet 11 september 2024
De huur van een woonruimte kan door een verhuurder slechts worden opgezegd op grond van een beperkt aantal in de wet genoemde redenen. Eén van die opzeggronden betreft de situatie dat een verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik, dat van hem niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt voortgezet.Onlangs heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat het enkele feit dat een verhuurder wil overgaan tot de uitvoering van een bouw- of renovatiepla...
Jasper Molenaar 
Jasper Molenaar 
Advocaat - Partner
In dit artikel
De huur van een woonruimte kan door een verhuurder slechts worden opgezegd op grond van een beperkt aantal in de wet genoemde redenen. Eén van die opzeggronden betreft de situatie dat een verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik, dat van hem niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt voortgezet.

Onlangs heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat het enkele feit dat een verhuurder wil overgaan tot de uitvoering van een bouw- of renovatieplan in beginsel geen grond oplevert voor het aannemen van een dergelijk “dringend eigen gebruik”. Dit wordt door de Hoge Raad in de regel zelfs niet aangenomen wanneer de verhuurder een renovatie wenst, omdat de exploitatie van het verhuurde in ongewijzigde staat onrendabel is.

Het bijzondere aan dit arrest is dat de Hoge Raad wel heeft bepaald dat een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten het oordeel kan rechtvaardigen dat de verhuurder het verhuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat, na een belangenafweging, niet van hem kan worden verlangd dat de huurverhouding wordt voortgezet.

In deze zaak bestond het renovatieplan uit het samenvoegen van twee panden, waarbij tevens een verdieping zou worden toegevoegd. Het betreft dus een renovatieplan dat niet gerealiseerd kan worden zonder beëindiging van de huur. In dat geval is er, gelet op de wanverhouding tussen de exploitatiekosten en opbrengsten, een klemmende aanspraak op renovatie die aan te merken is als “dringend eigen gebruik”. De verhuurder kan volgens de Hoge Raad in die situatie de huurovereenkomst beëindigen. De volledige uitspraak is hier te lezen.

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found