Doorwerken na fatale termijn leidt tot verval van verzuim

30 augustus 2012, laatst geüpdatet 11 september 2024
In deze kwestie staat de vraag centraal of de softwareleverancier (I-Aspect) in verzuim is geraakt met betrekking tot de levering van haar softwarepakket EVC Online. Deze zaak is interessant omdat onder meer uitvoerig wordt stilgestaan bij wat wel en niet als fatale oplevertermijn kan worden aangemerkt. Wat gebeurt er als de afnemer toestaat dat de leverancier na een bindende opleverdatum zijn werkzaamheden voortzet? En wat gebeurt er als er voortdurend sprake is van het aanpassen en uitbreid...
Ernst-Jan van de Pas 
Ernst-Jan van de Pas 
Advocaat - Managing Partner
In dit artikel
In deze kwestie staat de vraag centraal of de softwareleverancier (I-Aspect) in verzuim is geraakt met betrekking tot de levering van haar softwarepakket EVC Online. Deze zaak is interessant omdat onder meer uitvoerig wordt stilgestaan bij wat wel en niet als fatale oplevertermijn kan worden aangemerkt. Wat gebeurt er als de afnemer toestaat dat de leverancier na een bindende opleverdatum zijn werkzaamheden voortzet? En wat gebeurt er als er voortdurend sprake is van het aanpassen en uitbreiden van gemaakte afspraken?

Wat was hier aan de hand?
In deze zaak tussen afnemer X (geanonimiseerd) en leverancier I-Aspect B.V. stelt de afnemer dat de leverancier tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen tot het leveren van een softwarepakket (EVC Online). De levering geschiedt door middel van het aanpassen en leveren van bepaalde vaste blokken van de software. De levering duurt echter veel langer dan gedacht. Na een uitgebreide discussie over de leveringsomvang en duur gaat de afnemer over tot buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst. Daarvan vordert hij nu bevestiging. Daarnaast wil de afnemer zijn geld terug (80.000 euro) en schadevergoeding (ruim 172 .000 euro). De Rechtbank Utrecht wijst de vorderingen af op een technisch juridisch maar oh zo belangrijk punt; er is geen sprake van verzuim.

Verzuim als vereiste bij ontbinding
In beginsel geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Voorwaarde is wel dat degene die tekortschiet in verzuim verkeert (zie artikel 6:265 BW). Verzuim is een juridisch begrip dat moet worden gezien als de tijd dat de overeengekomen prestatie uitblijft nadat zij opeisbaar is geworden (artikel 6:81 BW). Verzuim kan op meerdere manieren ontstaan, waarbij twee hoofdwegen te bewandelen zijn:

  • Verzuim door een (deugdelijke) ingebrekestelling (artikel 6:82 BW).

  • Verzuim zonder ingebrekestelling (artikel 6:83 BW). Denk bijvoorbeeld aan het laten verlopen van een bepaalde voor de levering bindende termijn (fatale termijn).


Tijd voor aanpassen blokken is hier geen fatale termijn
De afnemer stelt dat er tussen partijen een fatale termijn is overeengekomen voor de oplevering van dat pakket, te weten 31 mei 2010. Daarbij wordt verwezen naar een brief van 2 februari 2010 waarvan de afnemer stelt dat dat een offerte was die door hem was geaccepteerd. De rechter gaat hier niet in mee omdat daarin wordt aangekondigd dat er aparte offertes voor sets van blokken zullen worden opgesteld, hetgeen ook gebeurde. Ook de omstandigheid dat een blok ongeveer ander halve week in beslag neemt om aan te passen, brengt volgens de rechtbank in dit geval niet mee dat partijen door aanvaarding van de verschillende offertes die daarvoor waren verstrekt, is overeengekomen dat elk blok in anderhalve week moest zijn afgerond. De rechtbank overweegt hierbij dat er in geen van die offertes een termijn voor oplevering is opgenomen. Voorts wordt relevant geacht dat het hier ging om maatwerksoftware en een dergelijke opdracht een intensieve samenwerking vereist tussen opdrachtgever en opdrachtnemer en dat de afnemer tijdens het traject veelvuldig aanpassingen wenste die meer tijd in beslag namen.

Nieuwe opleverdatum wel fatale termijn: verzuim wordt vastgesteld
Dan het tweede anker. Op 16 november 2010 heeft de leverancier een nieuwe offerte aangeboden op grond waarvan de werkzaamheden op zijn vroegst begin/medio februari 2011 zouden worden opgeleverd. Afnemer heeft de offerte aanvaard onder de voorwaarde dat tijdig (= volledig operationeel voor 1 februari 2011) zou worden opgeleverd. Uit de stukken blijkt niet dat de leverancier tegen die voorwaarde bezwaar heeft gemaakt. De rechter neemt daardoor aan dat 1 februari 2011 de nieuwe opleverdatum is. Vast staat dat die termijn niet is gehaald, waardoor de rechter oordeelt dat sprake is van verzuim wegens het overschrijden van een fatale termijn.

…maar, afnemer heeft zijn rechten verspeeld!
Eind goed al goed? Nee, gaat het toch nog mis voor de afnemer. De leverancier is met instemming van de afnemer na 1 februari 2011 doorgegaan met werkzaamheden aan het pakket. Daarbij is uitvoerig contact geweest tussen partijen over de inhoud en voortgang van die werkzaamheden. Onder die omstandigheden overweegt de rechtbank dat de afnemer bij de leverancier het gerechtvaardigde vertrouwen heeft gewekt dat hij zijn aanspraak per 1 februari 2011 niet meer geldend zou maken om zich erop te beroepen dat de leverancier vanaf 1 februari 2011 in verzuim is met de oplevering van het pakket.

Aanpassingen afspraken leidt tot niet opeisbaarheid
De afnemer is echter ook voor een derde anker gaan liggen: het versturen van een ingebrekestelling (aanmaning) in september 2011. Ook dit biedt hem geen soulaas. Zoals hiervoor gezegd is voor verzuim vereist dat de vordering opeisbaar is. Voor opeisbaarheid is uiteraard wel vereist dat alle verplichtingen van partijen vaststaan. De rechtbank overweegt echter dat dit niet het geval is omdat partijen voortdurend in overleg zijn geweest om aanpassingen door te voeren en verbeteringen op te nemen in het pakket. Over de exacte inhoud van de aangepaste overeenkomst en de hoogte van de kosten zijn partijen het naar het oordeel van de rechtbank nooit eens geworden. Dit brengt mee dat de vordering van de afnemer tot oplevering van het softwarepakket met alle aanpassingen (zoals in de ingebrekestelling werd gesteld), nog niet opeisbaar is geworden. De ingebrekestelling die op 6 september 2011 is gestuurd, heeft derhalve niet tot verzuim geleid.

Commentaar
Deze uitspraak is om meerdere redenen interessant. Het eerste punt betreft het oordeel dat door laten werken na overschrijding van een fatale termijn zonder dat daartegen duidelijk bezwaar tegen wordt gemaakt, kan leiden tot verspelen van rechten. Hier het zich niet meer kunnen beroepen op verzuim van de leverancier. Dit is opmerkelijk omdat het verstrekkende gevolgen heeft. Geen verzuim betekent immers geen ontbinding en in dit geval ook geen schadevergoeding voor afnemer. Naar mijn oordeel neemt de rechter die wel erg gemakkelijk aan. Niettemin is dit toch zeer relevant voor de praktijk. Een dergelijke situatie komt namelijk met enige regelmaat voor omdat het voor de afnemer uiteraard ook niet zomaar iets is om de stekker uit een grootschalig of belangrijk IT-project te trekken. Zeker niet als je al een heel end op weg bent. Deze uitspraak maakt in ieder geval duidelijk dat het belangrijk is dat je op je strepen moet blijven staan. Afspraak is afspraak en als die niet wordt nagekomen, moet je daar bezwaar tegen maken. Als de afnemer dan toch besluit om de werkzaamheden voort te laten zetten doet hij er verstandig aan om een helder voorbehoud te maken dat hij zich alle inmiddels ontstane rechten duidelijk voorbehoud.

Het andere punt is de veelvoud aan aanpassingen en de vraag of er wel overeenstemming bestaat over het doorvoeren daarvan en de opeisbaarheid van de daaruit voortvloeiende vorderingen. Ook dit is een onderwerp dat in de praktijk veelvuldig voorkomt. Of het nu gaat om telkens aangepaste specificaties (‘ floating specs’) of het anderszins aanpassen van gemaakte afspraken over levertijd, inzet personeel, meerwerk, etc. Het is van het grootste belang om aan goed contractmanagement te doen. Beide partijen hebben er belang bij om duidelijk te hebben welke afspraken nog actueel zijn en welke niet meer. Als je dit niet goed managet, toont deze uitspraak ook aan waartoe dat kan leiden.