Klassenindeling
De klassenindeling vormt een belangrijk onderdeel van de WHOA-procedure. Wanneer het akkoord betrekking heeft op verschillende groepen schuldeisers (of aandeelhouders), dan dient het akkoord in een klassenindeling te voorzien. Schuldeisers dienen in verschillende klassen te worden ingedeeld wanneer zij in een faillissement van de schuldenaar ook verschillende posities zouden innemen, of wanneer zij onder het akkoord verschillende rechten krijgen aangeboden. Te denken valt bijvoorbeeld aan verschillende klassen voor concurrente schuldeisers, preferente schuldeisers en separatisten (zoals een pandhouder of hypotheekhouder).
Voorbeeld van een klassenindeling |
Klasse 1: Preferente crediteuren |
Klasse 2: Concurrente crediteuren |
Klasse 3: Separatisten (bijv. eigendomsgerechtigden, pand- en hypotheekhouders) |
Klasse 4: Achtergestelde crediteuren |
De WHOA schrijft voor een aantal typen schuldeisers dwingend voor dat zij in een bepaalde klasse komen:
1. MKB-schuldeisers / kleine schuldeisers
De wet bepaalt dat kleine MKB-schuldeisers (kleine schuldeisers) samen in een klasse worden ingedeeld indien zij minder dan 20% van hun vordering krijgen aangeboden (20%-regel). Een kleine schuldeiser is een schuldeiser waar niet meer dan 50 personen werkzaam zijn en die een vordering heeft wegens geleverde diensten, goederen of onrechtmatige daad, of die voldoet aan de vereisten van artikel 2:395a BW (microbedrijf) of artikel 2:396 (kleinbedrijf).
Een onderneming kwalificeert als microbedrijf wanneer op twee opeenvolgende balansdata wordt voldaan aan ten minste twee van de drie navolgende vereisten:
- Waarde van de activa volgens de balans bedraagt niet meer dan € 350.000,-
- Netto-omzet bedraagt niet meer dan € 7.000.000,-
- Gemiddeld aantal werknemers bedraagt minder dan 10
Een onderneming kwalificeert als kleinbedrijf wanneer op twee opeenvolgende balansdata wordt voldaan aan ten minste twee van de drie navolgende vereisten:
- Waarde van de activa volgens de balans bedraagt niet meer dan € 6.000.000,-
- Netto-omzet bedraagt niet meer dan € 12.000.000,-
- Gemiddeld aantal werknemers bedraagt minder dan 50
2. Pandhouders en hypotheekhouders
Een tweede voorschrift geldt voor schuldeisers met een pand- of hypotheekrecht. Zij dienen ook in een aparte klasse ingedeeld, maar enkel voor het deel van hun vordering waarvoor de voorrang tot zekerheid strekt. Bij het bepalen van het deel van de vordering waarvoor de voorrang tot zekerheid strekt, wordt uitgegaan van de waarde die naar verwachting in faillissement volgens de wettelijke rangorde gerealiseerd zou worden.
Stemming
Nadat de schuldenaar (of de herstructureringsdeskundige) de inhoud van het akkoord definitief heeft vastgesteld, brengt hij het akkoord in stemming bij de schuldeisers. Alleen schuldeisers en aandeelhouders van wie de rechten op basis van het akkoord worden gewijzigd, mogen stemmen. Dit mag ook een economisch gerechtigde of een certificaathouder zijn, in plaats van de schuldeiser. Het stemmen kan fysiek, digitaal of elektronisch plaatsvinden. Het akkoord moet ten minste acht dagen voorafgaand aan de stemming aan de schuldeisers zijn voorgelegd. Nadat het akkoord is voorgelegd kan het niet meer worden gewijzigd.
Over het akkoord wordt per klasse gestemd. Een klasse van schuldeisers heeft met het akkoord ingestemd als het besluit tot instemming is genomen door een groep van schuldeisers die samen ten minste twee derden vertegenwoordigen van het totale bedrag aan vorderingen, behorend tot de schuldeisers die binnen die klasse hun stem hebben uitgebracht. Wanneer binnen een klasse een meerderheid van minimaal twee derde heeft ingestemd, kan de rechter het akkoord verbindend verklaren jegens de in die klasse tegenstemmende minderheid.
Onder strenge homologatievoorwaarden kan de rechter het akkoord ook opleggen aan een tegenstemmende klasse, dat wil zeggen een klasse waarin de meerderheid van de schuldeisers of aandeelhouders tegen het akkoord heeft gestemd. Dit wordt ook wel de ‘cross class cram down’ genoemd. Hiervan is sprake wanneer het akkoord dwingend aan bepaalde klassen schuldeisers of aandeelhouders wordt opgelegd, waarin niet de benodigde meerderheid heeft voorgestemd en die dus als klasse hebben tegengestemd, terwijl door een of meer andere klassen wel is voorgestemd. Die voorstemmende klasse moet dan wel bestaan uit schuldeisers die bij een faillissement van de schuldenaar naar verwachting een uitkering in geld tegemoet kunnen zien.
Uiterlijk zeven dagen na de stemming stelt de schuldenaar of de herstructureringsdeskundige een verslag op van de stemming. Stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders worden moeten kennis kunnen nemen van dit verslag. Daarna wordt dit verslag, samen met een homologatieverzoek, aan de rechtbank gestuurd met het verzoek het akkoord te homologeren (goed te keuren).
Meer weten?
Wilt u weten of een WHOA-traject iets is voor uw onderneming, of wordt u als schuldeiser of aandeelhouder geconfronteerd met een WHOA-procedure en wilt u daarover advies? Neem contact op met Maartje ter Horst.