De waarde van een telefonische mededeling

17 februari 2010, laatst geüpdatet 11 september 2024
De voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem heeft in een recent vonnis geoordeeld dat een inschrijver geen waarde kan hechten aan een telefonische mededeling namens aanbesteder die strijdig is met hetgeen is vastgesteld in het bestek en de nota(s) van inlichtingen. (11 december 20009, LJN:BK8807)Het geschilDe aanbesteder heeft een openbare aanbesteding georganiseerd, waarbij hij - in de aankondiging, het bestek en de nota van inlichtingen - onder meer als eis heeft gesteld dat de inschrij...
Sjaak van der Heul 
Sjaak van der Heul 
Advocaat - Senior
In dit artikel
De voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem heeft in een recent vonnis geoordeeld dat een inschrijver geen waarde kan hechten aan een telefonische mededeling namens aanbesteder die strijdig is met hetgeen is vastgesteld in het bestek en de nota(s) van inlichtingen. (11 december 20009, LJN:BK8807)

Het geschil
De aanbesteder heeft een openbare aanbesteding georganiseerd, waarbij hij - in de aankondiging, het bestek en de nota van inlichtingen - onder meer als eis heeft gesteld dat de inschrijver (ook) voor elke onderaannemer bij inschrijving een ondertekende Eigen Verklaring en model K diende te voegen.

De aanbesteder heeft de inschrijving van inschrijver A ongeldig verklaard, (onder meer) omdat er geen model K verklaring en Eigen Verklaring was bijgevoegd van de onderaannemer, terwijl uit de inschrijving bleek dat er wel degelijk een onderaannemer zou worden ingeschakeld. Inschrijver A komt in kort geding op tegen de ongeldigverklaring van zijn inschrijving. Daarbij beroept A zich onder meer op het feit dat het - door de aanbesteder ingeschakelde - adviesbureau telefonisch zou hebben meegedeeld dat bij inschrijving (toch) geen model K verklaring of Eigen Verklaring van de onderaannemer hoefde te worden bijgevoegd..

De voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter stelt vast dat niet is gebleken dat de telefonische inlichtingen aan Inschrijver A bekend zijn gemaakt aan de overige inschrijvers. Daarnaast constateert hij dat de eis dat voor iedere onderaannemer een model K verklaring en Eigen Verklaring moest worden bijgevoegd, ondubbelzinnig en niet voor meerdere uitleg vatbaar in het bestek was neergelegd.

Het feit dat het adviesbureau aan A heeft medegedeeld dat een Eigen Verklaring en model K verklaring van een ondraannemer niet hoefde te worden bijgevoegd, kan de ongeldigheid van de inschrijving niet repareren. Onder verwijzing naar artikel 2.17.2 van het toepasselijk ARW 2005 oordeelt de voorzieningenrechter dat nadere (telefonische) inlichtingen ondergeschikt zijn aan de aankondiging, het bestek en de nota van inlichtingen. Bij strijdigheid tussen deze documenten en de nadere inlichtingen, prevaleren (dus) de aankondiging, het bestek en de nota van inlichtingen. Tevens brengt het gelijkheidsbeginsel met zich mee dat een aanbestedende dienst niet in overleg met individuele inschrijvers de eisen mag wijzigen.

De voorzieningenrechter concludeert daarom dat de aanbesteder bij zijn gunningsbeslissing terecht voorbij is gegaan aan de telefonische inlichtingen die zijdens hem zijn gedaan. De inschrijving van A is dus terecht als ongeldig terzijde geschoven.

Conclusie
In aanbestedingsprocedures is de waarde van telefonische inlichtingen aan individuele inschrijvers/gegadigden beperkt. Slechts indien de inlichtingen schriftelijk aan alle inschrijvers/gegadigden zijn gecommuniceerd, kan een inschrijver in rechte een beroep doen op deze inlichtingen.