Consumentenkoop is de koop van een roerende zaak, waarbij kort gezegd de koper een particulier is en de verkoper een professioneel. Sinds 14 juli 2004 zijn de bepalingen van consumentenkoop ook van toepassing op de levering van elektriciteit en gas aan consumenten (artikel 7:5 BW). Bij een consumentenkoop verjaart de betalingsverplichting van de consument na twee jaar (artikel 7:28 BW). Standaard is dit vijf jaar (artikel 3:307 lid 1 BW). Deze verkorte verjaringstermijn geldt in ieder geval bij alle leveringsovereenkomsten die op of na 14 juli 2004 zijn gesloten. Er zijn nog veel huishoudens die niet zijn ‘geswitcht’ naar een andere leverancier. Dat betekent dat er nog steeds contracten van kracht zijn, die voor 14 juli 2004 zijn gesloten. Is de verkorte verjaringstermijn ook gaan gelden voor die contracten? Het gerechtshof ’s-Gravenhage heeft zich hierover uitgelaten bij
arrest van 4 oktober 2011.
Overgangsrecht
Om te weten of een wijziging in de wet invloed heeft op lopende contracten, dient gekeken te worden in de Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek (Ow). In dit geval is artikel 196 Ow van toepassing. Dit artikel bepaalt het volgende:
Indien de eerste situatie zich voordoet is de wetswijziging vanaf 14 juli 2005 van toepassing op de lopende contracten. In de tweede situatie heeft de wetswijziging geen invloed op lopende contracten. Voor de in het derde lid beschreven situatie geldt dat de bepalingen van consumentenkoop in ieder geval van toepassing is op tekortkomingen die na 14 juli 2004 plaatsvinden.
Hoe zit het dan nu?
Elektriciteit wordt in het civiele recht niet beschouwd als een ‘goed’. Tot 14 juli 2004 werd de overeenkomst tot levering van elektriciteit daarom niet beschouwd als ‘koop’. Er was om diezelfde reden voor 14 juli 2004 ook geen sprake van een consumentenkoop. Artikel 196 leden 1 en 2 Ow zijn dus niet van toepassing bij de levering van elektriciteit.
Gas is altijd aangemerkt als een ‘goed’. Dat betekent dat de overeenkomst tot levering van gas ook voor 14 juli 2004 werd beschouwd als ‘koop’. De levering van gas betrof geen consumentenkoop. Artikel 196 lid 1 Ow is hier dus van toepassing. Dat betekent dat op deze overeenkomsten vanaf 14 juli 2005 de bepalingen van consumentenkoop van toepassing zijn.
Artikel 196 lid 3 Ow is ook van toepassing als er geen sprake is van ‘koop’ of ‘consumentenkoop’. De bepalingen van consumentenkoop zijn daarom van toepassing als het gaat om de niet-nakoming door een van partijen, mits deze niet-nakoming voor het eerst na14 juli 2004 plaatsvindt.
Tot slot
De facto betekent dit dat bij een vordering van de leverancier tot nakoming van de betalingsverplichting van de consument, sinds 14 juli 2004 de verkorte verjaringstermijn van twee jaar van toepassing is. Dat is alleen dan anders, indien het gaat om een betalingsverplichting die reeds voor 14 juli 2004 bestond. De vervaldatum van de factuur is daarbij maatgevend.
Overgangsrecht
Om te weten of een wijziging in de wet invloed heeft op lopende contracten, dient gekeken te worden in de Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek (Ow). In dit geval is artikel 196 Ow van toepassing. Dit artikel bepaalt het volgende:
- Op overeenkomsten van koop en ruil die voor het tijdstip van het in werking treden van de wet zijn gesloten, wordt titel 1 van Boek 7 een jaar na dat tijdstip van toepassing.
- In afwijking van lid 1 worden de bepalingen van titel 1 van Boek 7 omtrent consumentenkoop niet van toepassing op een consumentenkoop die voor dat tijdstip is gesloten.
- In afwijking van de leden 1 en 2 is titel 1 van Boek 7 van toepassing op de gevolgen van niet nakoming in het geval dat een der partijen na het in werking treden van de wet in de nakoming van een van haar verbintenissen tekortschiet, tenzij dat tekortschieten een voortzetting van een eerdere tekortkoming is. (…).
Indien de eerste situatie zich voordoet is de wetswijziging vanaf 14 juli 2005 van toepassing op de lopende contracten. In de tweede situatie heeft de wetswijziging geen invloed op lopende contracten. Voor de in het derde lid beschreven situatie geldt dat de bepalingen van consumentenkoop in ieder geval van toepassing is op tekortkomingen die na 14 juli 2004 plaatsvinden.
Hoe zit het dan nu?
Elektriciteit wordt in het civiele recht niet beschouwd als een ‘goed’. Tot 14 juli 2004 werd de overeenkomst tot levering van elektriciteit daarom niet beschouwd als ‘koop’. Er was om diezelfde reden voor 14 juli 2004 ook geen sprake van een consumentenkoop. Artikel 196 leden 1 en 2 Ow zijn dus niet van toepassing bij de levering van elektriciteit.
Gas is altijd aangemerkt als een ‘goed’. Dat betekent dat de overeenkomst tot levering van gas ook voor 14 juli 2004 werd beschouwd als ‘koop’. De levering van gas betrof geen consumentenkoop. Artikel 196 lid 1 Ow is hier dus van toepassing. Dat betekent dat op deze overeenkomsten vanaf 14 juli 2005 de bepalingen van consumentenkoop van toepassing zijn.
Artikel 196 lid 3 Ow is ook van toepassing als er geen sprake is van ‘koop’ of ‘consumentenkoop’. De bepalingen van consumentenkoop zijn daarom van toepassing als het gaat om de niet-nakoming door een van partijen, mits deze niet-nakoming voor het eerst na14 juli 2004 plaatsvindt.
Tot slot
De facto betekent dit dat bij een vordering van de leverancier tot nakoming van de betalingsverplichting van de consument, sinds 14 juli 2004 de verkorte verjaringstermijn van twee jaar van toepassing is. Dat is alleen dan anders, indien het gaat om een betalingsverplichting die reeds voor 14 juli 2004 bestond. De vervaldatum van de factuur is daarbij maatgevend.
Gerelateerd
Energietransitie