De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene
De verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene heeft een Europeesrechtelijke basis (Richtlijn 2003/109/EG). Deze richtlijn is in Nederland geïmplementeerd in hoofdstuk 3, afdeling 5 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000). Met een verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene kan de arbeidsmigrant voor onbepaalde tijd in Nederland wonen en is het hem/haar toegestaan om vrij in Nederland te werken.
In het eerste artikel hebben wij uitgelegd dat voor de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene geldt dat de arbeidsmigrant (minimaal) vijf jaren onafgebroken en direct voorafgaande aan de aanvraag rechtmatig verblijf in Nederland moet hebben gehad. Voor de berekening van deze periode wordt (i) verblijf voor studie of beroepsopleiding voor de helft meegeteld en (ii) verblijf van tijdelijke aard of dat formeel beperkt is niet meegeteld.
Ook hebben wij laten zien dat – voor het voldoen aan de vijfjaarstermijn – de periode van rechtmatig verblijf vóór het formeel beperkt verblijf opgeteld mag worden bij de periode van rechtmatig verblijf ná het formeel beperkt verblijf in het kader van de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene.
Voorbeelden
Voorbeeld 1
Stel dat een arbeidsmigrant zeven jaar rechtmatig in Nederland is verbleven voor het volgen van een studie en aansluitend over een verblijfsvergunning om te werken als kennismigrant komt te beschikken. De arbeidsmigrant kan dan ná 1,5 jaar als kennismigrant gewerkt te hebben, een verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene aanvragen (7 jaar voor studie * 50% + 1,5 jaar voor kennismigrant = 5 jaar rechtmatig verblijf).
Voorbeeld 2
Stel dat in afwijking van het voorbeeld hiervoor de arbeidsmigrant slechts een verblijfsvergunning heeft gekregen voor de duur van een jaar. De arbeidsmigrant komt dan een half jaar tekort om een verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene aan te vragen (7 * 50% + 1 jaar = 4,5 jaar). De arbeidsmigrant dient vervolgens op de laatste dag een verlengingsverzoek in, maar door drukte bij de IND wordt pas één maand later een verlenging toegewezen. Wanneer komt de kennismigrant dan in aanmerking voor de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene? Het antwoord: ná een half jaar nadat de nieuwe verblijfsvergunning is verleend (7 jaar voor studie * 50% + 1 jaar voor kennismigrant + 0,5 jaar voor kennismigrant = 5 jaar rechtmatig verblijf). De tussenpoos van één maand telt niet mee, maar zorgt er ook niet voor dat de arbeidsmigrant weer bij nul moet beginnen.
Voorbeeld 3
We maken het nog iets ingewikkelder. De arbeidsmigrant heeft een verblijfsvergunning gekregen voor de duur van drie jaar. De verblijfsvergunning wordt na één jaar ingetrokken door de IND (op 1 juli 2021), omdat de arbeidsmigrant niet aan de voorwaarden zou hebben voldaan. De arbeidsmigrant gaat niet in bezwaar, maar laat zijn werkgever (erkend referent) een nieuwe aanvraag indienen (op 15 juli 2021). Drie maanden later besluit de IND de (nieuwe) verblijfsvergunning te verlenen (15 oktober 2021). Wanneer komt de arbeidsmigrant nu in aanmerking voor de verblijfsvergunning EU-langdurig ingezetene? Het antwoord: op 15 april 2021 (zes maanden ná 15 oktober 2021). De periode 1 juli 2021 tot 15 juli 2021 telt immers niet mee omdat de bezwaartermijn (van vier weken) nog niet verstreken was en de arbeidsmigrant dus verbleef ‘gedurende de bezwaar- of beroepsprocedure’, maar kwalificeert wel als ‘formeel beperkt verblijf’. En de periode van 15 juli 2021 tot 15 oktober 2021 telt niet mee omdat de arbeidsmigrant in afwachting was van een beslissing op een aanvraag, hetgeen ook kwalificeert als ‘formeel beperkt verblijf’.
Afsluitend
In dit tweede artikel hebben wij stilgestaan bij de periodes die meetellen voor de vijfjaarstermijn en periodes die niet meetellen. In het volgende en tevens laatste artikel van dit drieluik gaan wij in op de vraag of de periode van een verblijfsvergunning ‘zoekjaar hoogopgeleiden’ meetelt voor de vijfjaarstermijn.