De overnamepraktijk: de rol van de ondernemingsraad (I)

9 november 2022, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Bij overnames -in de praktijk veelal aandelentransacties- speelt medezeggenschap van de ondernemingsraad (OR) een belangrijke rol. Voor ondernemingen of organisaties met 50 of meer medewerkers is de instelling van een OR verplicht. Waarover heeft de OR iets te zeggen? Een overname zal -specifiek de voorwaarden waaronder de transactie plaatsvindt en wordt vastgelegd in de transactiedocumentatie- aan het adviesrecht van de OR onderworpen zijn. Echter, een hieraan voorafgaand besluit tot inschakeling van een externe deskundige, zoals een corporate finance adviseur, zal tevens ter voorgaande advisering aan de OR moeten worden voorgelegd.
Claudia van der Most 
Claudia van der Most 
Advocaat - Partner
In dit artikel

Het adviesrecht van de OR inzake het verstrekken van een adviesopdracht aan een externe deskundige zullen wij in dit eerste artikel behandelen.

Artikel 25 lid 1 sub n van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) bepaalt dat het verstrekken en het formuleren van een adviesopdracht aan een deskundige buiten de onderneming betreffende een aangelegenheid zoals opgesomd in artikel 25 WOR, waaronder een voorgenomen aandelentransactie, adviesplichtig is. Het hoeft daarbij niet te gaan om een daadwerkelijk voorgenomen besluit; aannemelijk dient te zijn dat het later te nemen voorgenomen besluit zal steunen op het advies van de adviseur. De OR heeft zowel adviesrecht over de inhoud c.q. formulering van de adviesopdracht als over de keuze van de adviseur. Of een overname uiteindelijk feitelijk wordt gerealiseerd, is voor dit zelfstandige adviesrecht van de OR niet relevant.

De wet geeft aan dat de OR zo snel mogelijk geïnformeerd dient te worden over het voornemen tot het verstrekken van een externe adviesopdracht. Dit betekent dus dat het bestuur van een vennootschap de adviesaanvraag aan de OR moet voorleggen vóórdat er aan een externe deskundige een opdracht wordt geformuleerd dan wel wordt verstrekt.

Artikel 25 lid 1 sub n WOR beoogt te bewerkstelligen dat de OR zo vroeg mogelijk inzicht krijgt in de achtergrond van belangrijke aangelegenheden, hetgeen de invulling van de medezeggenschap (met betrekking tot potentiële toekomstige besluiten van artikel 25 lid 1 WOR) ten goede zou moeten komen.

Uit de Uniface-uitspraak blijkt dat de drempel niet hoog ligt en dat de inschakeling van een externe adviseur snel onder het adviesrecht valt. Zo zal een adviesopdracht van een dochteronderneming aan een werknemer van een andere onderneming binnen hetzelfde concern worden gezien als het verstrekken van een adviesopdracht aan een externe adviseur. Een adviesopdracht aan een corporate finance adviseur of advocaat zal (dikwijls) ook onder de reikwijdte van de bepaling vallen. Uit de totstandkomingsgeschiedenis is te herleiden dat het dient te gaan om adviesbureaus die iemand inschakelen in verband met op reorganisatie gerichte voorgenomen besluiten.

Steeds zullen de aard van de activiteiten van de in te schakelen deskundige relevant zijn. Van belang is of er om een inhoudelijk advies wordt gevraagd. De enkele assistentie en ondersteuning bij de uitvoering van een besluitvormingsproces vormt geen advies in de zin van de bepaling.

Het adviesrecht van de OR inzake het besluit tot de aandelentransactie -specifiek de voorwaarden waaronder de transactie plaatsvindt en wordt vastgelegd in de transactiedocumentatie- zullen wij in ons volgende artikel behandelen.

Voor meer informatie over de verschillende fases van een aandelentransactie verwijzen wij graag naar dit artikel.