Een agentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij (de handelsagent) voor een andere partij (de principaal) voor een bepaalde of een onbepaalde termijn tegen beloning bemiddelt bij de totstandkoming van overeenkomsten. De beloning wordt in de praktijk doorgaans provisie genoemd en bestaat uit een percentage van de waarde van de overeenkomsten waarbij de handelsagent bemiddeld heeft.
De agentuurovereenkomst is een zogenaamde benoemde overeenkomst. Dit betekent dat er voor dit type overeenkomst speciale wettelijke regels gelden, die zijn opgenomen in de artikelen 428 tot en met 445 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Deze speciale regels zien onder meer op het opzeggen van agentuurovereenkomsten. Dit artikel gaat in op de mogelijkheid tot opzegging van een agentuurovereenkomst, de geldende opzegtermijn, de verplichting tot vergoeding van de schade aan de handelsagent bij een onrechtmatige opzegging en de zogenaamde goodwillvergoeding waarop een handelsagent bij het eindigen van de agentuurovereenkomst in bepaalde gevallen recht heeft.
De opzegging van een agentuurovereenkomst
Indien een agentuurovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde duur (of voor een bepaalde duur met het recht op tussentijdse opzegging) en partijen in die overeenkomst geen afspraken hebben gemaakt omtrent de opzegtermijn, kan de agentuurovereenkomst worden opgezegd met inachtneming van de volgende wettelijke opzeggingstermijnen. Indien de overeenkomst korter dan drie jaar heeft gelopen moet een opzegtermijn van vier maanden in acht worden genomen, indien de overeenkomst drie tot zes jaar heeft gelopen geldt een termijn van vijf maanden en indien de overeenkomst meer dan zes jaar heeft voortgeduurd moet een opzegtermijn van 6 maanden worden aangehouden.
Ook indien partijen wel afspraken hebben gemaakt over de opzegtermijn, gelden aan die overeengekomen termijnen bepaalde wettelijke vereisten waarvan niet kan worden afgeweken. De overeengekomen opzegtermijn in het eerste jaar is minimaal één maand, in het tweede jaar minimaal twee maanden en in de daaropvolgende jaren minimaal drie maanden.
Schadevergoedingbij onrechtmatige opzegging
Indien de principaal de agentuurovereenkomst opzegt zonder de wettelijke opzegtermijn in acht te nemen, is hij aan de handelsagent schadevergoeding verschuldigd. De schadevergoeding wordt doorgaans gefixeerd vastgesteld op de provisie die de handelsagent zou hebben ontvangen indien de wettelijke opzegtermijn (bijvoorbeeld vier maanden) wél in acht was genomen en wordt in beginsel berekend op basis van de provisie die de handelsagent gedurende twaalf maanden direct voor de opzegging heeft ontvangen. De hoogte van de schadevergoeding kan echter naar boven of naar beneden worden bijgesteld indien daarvoor gegronde redenen zijn. In plaats van deze gefixeerde schadevergoeding, kan de handelsagent ook de werkelijk geleden schade claimen. De handelsagent dient dan echter te bewijzen dat hij die schade ook daadwerkelijk heeft geleden, hetgeen bij de gefixeerde schadevergoeding niet nodig is.
Goodwillvergoeding bij opzegging
Zelfs indien de agentuurovereenkomst is opgezegd met inachtneming van de juiste opzegtermijn, kan de principaal een vergoeding verschuldigd zijn aan de handelsagent. Deze vergoeding wordt ‘klantenvergoeding’ of ‘goodwillvergoeding’ genoemd. De handelsagent heeft hier recht op indien: (i) de handelsagent nieuwe klanten heeft aangebracht of de overeenkomsten met de bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid en de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren, en (ii) voor zover de betaling van deze vergoeding, gelet op alle omstandigheden, billijk is. De goodwillvergoeding bedraagt maximaal de provisie van één jaar en wordt berekend over de ontvangen provisie in de afgelopen vijf jaren.
Conclusie
Een agentuurovereenkomst kan doorgaans worden opgezegd, ook indien partijen over de duur van de overeenkomst en de opzegging daarvan in het geheel geen afspraken hebben gemaakt. Bij de opzegging dienen de wettelijke opzegtermijnen in acht te worden genomen. Indien deze termijnen niet in acht worden genomen is de principaal schadeplichtig jegens de handelsagent. Tot slot geldt dat ook indien de wettelijke opzegtermijn in acht is genomen, de principaal een goodwillvergoeding verschuldigd kan zijn aan de handelsagent. Aangezien de financiële belangen groot zijn, raden wij u aan bij het opstellen van de agentuurovereenkomst en bij de opzegging daarvan juridisch advies in te winnen.
De agentuurovereenkomst is een zogenaamde benoemde overeenkomst. Dit betekent dat er voor dit type overeenkomst speciale wettelijke regels gelden, die zijn opgenomen in de artikelen 428 tot en met 445 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. Deze speciale regels zien onder meer op het opzeggen van agentuurovereenkomsten. Dit artikel gaat in op de mogelijkheid tot opzegging van een agentuurovereenkomst, de geldende opzegtermijn, de verplichting tot vergoeding van de schade aan de handelsagent bij een onrechtmatige opzegging en de zogenaamde goodwillvergoeding waarop een handelsagent bij het eindigen van de agentuurovereenkomst in bepaalde gevallen recht heeft.
De opzegging van een agentuurovereenkomst
Indien een agentuurovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde duur (of voor een bepaalde duur met het recht op tussentijdse opzegging) en partijen in die overeenkomst geen afspraken hebben gemaakt omtrent de opzegtermijn, kan de agentuurovereenkomst worden opgezegd met inachtneming van de volgende wettelijke opzeggingstermijnen. Indien de overeenkomst korter dan drie jaar heeft gelopen moet een opzegtermijn van vier maanden in acht worden genomen, indien de overeenkomst drie tot zes jaar heeft gelopen geldt een termijn van vijf maanden en indien de overeenkomst meer dan zes jaar heeft voortgeduurd moet een opzegtermijn van 6 maanden worden aangehouden.
Ook indien partijen wel afspraken hebben gemaakt over de opzegtermijn, gelden aan die overeengekomen termijnen bepaalde wettelijke vereisten waarvan niet kan worden afgeweken. De overeengekomen opzegtermijn in het eerste jaar is minimaal één maand, in het tweede jaar minimaal twee maanden en in de daaropvolgende jaren minimaal drie maanden.
Schadevergoedingbij onrechtmatige opzegging
Indien de principaal de agentuurovereenkomst opzegt zonder de wettelijke opzegtermijn in acht te nemen, is hij aan de handelsagent schadevergoeding verschuldigd. De schadevergoeding wordt doorgaans gefixeerd vastgesteld op de provisie die de handelsagent zou hebben ontvangen indien de wettelijke opzegtermijn (bijvoorbeeld vier maanden) wél in acht was genomen en wordt in beginsel berekend op basis van de provisie die de handelsagent gedurende twaalf maanden direct voor de opzegging heeft ontvangen. De hoogte van de schadevergoeding kan echter naar boven of naar beneden worden bijgesteld indien daarvoor gegronde redenen zijn. In plaats van deze gefixeerde schadevergoeding, kan de handelsagent ook de werkelijk geleden schade claimen. De handelsagent dient dan echter te bewijzen dat hij die schade ook daadwerkelijk heeft geleden, hetgeen bij de gefixeerde schadevergoeding niet nodig is.
Goodwillvergoeding bij opzegging
Zelfs indien de agentuurovereenkomst is opgezegd met inachtneming van de juiste opzegtermijn, kan de principaal een vergoeding verschuldigd zijn aan de handelsagent. Deze vergoeding wordt ‘klantenvergoeding’ of ‘goodwillvergoeding’ genoemd. De handelsagent heeft hier recht op indien: (i) de handelsagent nieuwe klanten heeft aangebracht of de overeenkomsten met de bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid en de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren, en (ii) voor zover de betaling van deze vergoeding, gelet op alle omstandigheden, billijk is. De goodwillvergoeding bedraagt maximaal de provisie van één jaar en wordt berekend over de ontvangen provisie in de afgelopen vijf jaren.
Conclusie
Een agentuurovereenkomst kan doorgaans worden opgezegd, ook indien partijen over de duur van de overeenkomst en de opzegging daarvan in het geheel geen afspraken hebben gemaakt. Bij de opzegging dienen de wettelijke opzegtermijnen in acht te worden genomen. Indien deze termijnen niet in acht worden genomen is de principaal schadeplichtig jegens de handelsagent. Tot slot geldt dat ook indien de wettelijke opzegtermijn in acht is genomen, de principaal een goodwillvergoeding verschuldigd kan zijn aan de handelsagent. Aangezien de financiële belangen groot zijn, raden wij u aan bij het opstellen van de agentuurovereenkomst en bij de opzegging daarvan juridisch advies in te winnen.
Gerelateerd
Commercial