De laatste btw-aangifte van het jaar

14 januari 2022, laatst geüpdatet 19 december 2024
De laatste btw-aangifte vraagt altijd wat meer aandacht dan de aangiftes die gedurende de rest van het jaar worden ingediend. In deze blog wordt ingegaan op de specifieke aandachtspunten bij de laatste btw-aangifte en de acties die hieruit mogelijk voortvloeien.
Petra de Waal
Petra de Waal
Fiscalist - Associate Partner
In dit artikel

De btw-aangifte

Periodiek dient iedere ondernemer zijn btw-aangifte in. Hierin geef je alle verrichte prestaties (leveringen en diensten) aan die in het tijdvak van de aangifte zijn verricht. Daarnaast breng je alle in rekening gebrachte voorbelasting in aftrek.

Als ook uitgaande internationale transacties worden verricht is naast het indienen van de btw-aangifte van belang dat een opgaaf intracommunautaire prestaties (ook wel de listing genoemd) wordt ingediend en mogelijk een Intrastat opgaaf.

Eind januari wordt de laatste btw-aangifte ingediend over het vierde kwartaal of december van het jaar ervoor als maandaangiften worden gedaan.

Specifieke onderdelen van de laatste btw-aangifte van het jaar

De laatste btw-aangifte van het jaar vraagt extra aandacht, omdat voor deze btw-aangifte een aantal specifieke aandachtspunten gelden. Veelal moeten correcties over het afgelopen jaar worden bepaald en verwerkt.

1. De rondrekening – wel of geen suppletie?

Allereerst is het van belang om te beoordelen of na het indienen van de laatste btw-aangifte over een jaar alle omzet die behaald is, ook daadwerkelijk in de btw-aangifte is opgenomen.

De rondrekening is hiervoor het ideale hulpmiddel. Volgt uit de rondrekening dat opbrengsten niet zijn verantwoord in de btw-aangifte dan is het zaak deze verschillen te verklaren. Mogelijke verklaringen zijn het realiseren van (deels) btw-vrijgestelde omzet zoals bijvoorbeeld verhuur van onroerend goed, of opbrengsten gerealiseerd binnen de fiscale eenheid btw.

Het is goed mogelijk dat bij het opstellen van de rondrekening naar voren komt dat een positieve of negatieve correctie nodig is op de eerder ingediende btw-aangiften. De wijze van corrigeren hangt af van de hoogte van de totale btw-correctie op de eerder ingediende btw-aangifte(n).

  • Is de totale btw-correctie minder dan € 1.000 dan vindt de  correctie plaats in de eerstvolgende btw-aangifte.
  • Is de totale btw-correctie meer dan € 1.000 dan moet een suppletieaangifte worden ingediend.

Deze suppletieaangifte moet via de portal voor ondernemers op de website van de belastingdienst digitaal worden ingediend.

De inspecteur zal de suppletieaangifte vanwege te veel betaalde of te weinig terugontvangen btw behandelen als een bezwaarschrift tegen de eerdere btw-aangifte(n).

De inspecteur zal een naheffingsaanslag opleggen indien te weinig btw is aangegeven of te veel btw is teruggevraagd. Met de betaling zal moeten worden gewacht tot de naheffingsaanslag is opgelegd.

Er kan ook belastingrente in rekening worden gebracht. Wordt de suppletie gedaan binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar, dan is geen belastingrente verschuldigd.

2. BUA

Een van de correcties die mogelijk gemaakt dient te worden aan het eind van het jaar is de zogenaamde ‘BUA-correctie’. BUA staat voor Besluit Uitsluiting Aftrek, in dit besluit zijn diverse soorten personeelsvertrekkingen of relatiegeschenken opgenomen waarvan de btw onder voorwaarden niet voor aftrek in aanmerking komt. 

Het BUA maakt onderscheid tussen de verstrekking van spijzen en dranken (kantineregeling), personeelsverstrekkingen en relatiegeschenken. 

Van een correctie op grond van de kantineregeling is sprake als de uitkomst op onderstaande berekening positief is. 

  • Inkoopkosten + 25% opslag -/- ontvangen bijdragen personeel

Aan een BUA-correctie wordt toegekomen indien het totaalbedrag aan personeelsverstrekkingen (denk aan kerstpakket, sinterklaasattentie, cadeau in het kader van een jubileum) het bedrag van € 227 per werknemer overschrijdt; en/of het totaalbedrag aan relatiegeschenken het bedrag van € 227 per relatie overschrijdt. Van een relatie is sprake indien met de ontvanger van het geschenk reeds een zakelijke verhouding bestaat. 

3. Correctie privé gebruik auto

Worden auto’s ter beschikking gesteld aan werknemers dan is vereist dat een correctie wordt gemaakt voor de btw-aftrek die is geclaimd voor de autokosten. Aan deze correctie wordt toegekomen indien met de auto woon-werkverkeer wordt gereden (lees: de werknemer rijdt van zijn eigen woning naar een vaste werkplek) en/of privégebruik met de ter beschikking gestelde auto mogelijk is. Voor de btw is het niet voldoende om een zogenoemde verklaring geen privégebruik auto te hebben.

De correctie voor privégebruik van de auto kan plaatsvinden op basis van het werkelijk gebruik dat gemaakt is met de auto. Dit is in de praktijk onder andere mogelijk wanneer auto’s uitgerust zijn met een zogenaamde black-box. Is het werkelijke gebruik lastig vast te stellen dan is het mogelijk om op basis van een forfaitaire regeling het privé gebruik van de auto te corrigeren. 

Deze forfaitaire correctie werkt als volgt uit:

De btw-correctie bedraagt 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) van de betreffende auto tijdens het jaar van ingebruikname in de onderneming en de vier daaropvolgende jaren. De btw-correctie is tijdsevenredig, dus wordt een auto per 1 juli in gebruik genomen dan vindt een correctie plaats van 6/12 x 2,7% x catalogusprijs. Bedraagt de catalogusprijs van een auto € 40.000, dan bedraagt de btw-correctie € 1.080 (€ 40.000 x 2,7%). Verricht de ondernemer ook btw-vrijgestelde prestaties (bijvoorbeeld voor 50%), dan hoeft de btw-correctie ook slechts naar evenredigheid plaats te vinden (voor 50%). 

Wij merken op dat het forfait onder omstandigheden 1,5% bedraagt.

Overig privégebruik

Indien bepaalde goederen of diensten van de onderneming (gedeeltelijk) privé worden gebruikt dan kan dit leiden tot een beperking in de aftrek van btw.

Zo kan het voorkomen dat een laptop wordt aangeschaft door de onderneming en deze na een jaar te zijn gebruikt in de onderneming, uitsluitend privé wordt gebruikt. In dat geval dient een correctie plaats te vinden en dient btw te worden afgedragen over de actuele aankoopprijs van vergelijkbare goederen. Maar denk ook aan situaties waarbij een dienst van de onderneming voor privé doeleinden wordt gebruikt, bijvoorbeeld de schilder die zijn eigen huis schildert.

Komen deze situaties voor dan adviseren wij hierover contact op te nemen met een adviseur.

4. Btw-belast en btw-vrijgestelde omzet

Algemeen

Bestaat de gerealiseerde omzet in een jaar niet alleen uit btw-belaste omzet, maar ook uit deels btw-vrijgestelde omzet, dan wordt gedurende het jaar ook gedeeltelijk btw in aftrek gebracht.

De hierboven beschreven correcties op in aftrek gebrachte btw vinden in dat geval ook slechts plaats naar het gedeelte van de btw dat in aftrek is gebracht. Daarnaast heeft het gemengd presteren gevolgen voor de pro rata en de herziening van btw. Deze twee onderwerpen komen hierna aan bod. 

Pro rata

Bepaalde kosten zijn niet toe te rekenen aan specifieke btw-belaste of btw-vrijgestelde prestaties, de gemengde of algemene kosten. De btw op de algemene kosten is aftrekbaar volgens de pro rata.

De pro rata wordt in beginsel bepaald op basis van omzetverhoudingen: belaste omzet / (belaste omzet + vrijgestelde omzet). Voor meer informatie omtrent de pro rata verwijzen we naar onze blog over aftrek van btw bij gemengde prestaties.

In de laatste btw-aangifte van het jaar moet worden beoordeeld of op de in aftrek gebrachte btw op de algemene kosten de juiste pro rata is toegepast. Bij de definitieve vaststelling van het pro rata percentage zal een correctie van de in aftrek gebrachte btw moeten worden gemaakt in de btw-aangifte als de pro rata afwijkt van de door het jaar toegepaste pro rata. 

Herziening

Na afloop van het eerste boekjaar waarin is geïnvesteerd in goederen dient nog rekening te worden gehouden met een herzieningsperiode van 9 boekjaren (voor onroerende zaken) en van 4 boekjaren (voor roerende zaken waar voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting over wordt afgeschreven).

Gedurende deze herzieningsperiode kan de inkoop-btw die in het boekjaar van (eerste) ingebruikneming al dan niet als voorbelasting in aftrek is gebracht alsnog worden gecorrigeerd.

Indien de herzieningsregeling van toepassing is, wordt aan het eind van elk boekjaar 10% (onroerende zaken) dan wel 20% (roerende zaken) van de inkoop-btw opnieuw beoordeeld op basis van het gebruik gedurende dat boekjaar. Wijkt het gebruik in dat boekjaar af van het gebruik in het boekjaar van (eerste) ingebruikneming, dan wordt de oorspronkelijke aftrek herzien in de btw-aangifte over het laatste belastingtijdvak van dat boekjaar. Voor een nadere toelichting en de uitwerking van de herzieningsregels verwijzen wij naar onze blog.

5. Ten slotte

In de drukte van de jaarafsluiting vraagt ook de laatste btw-aangifte extra aandacht. Toch is het wettelijk vereist dat bovengenoemde berekeningen en correcties plaatsvinden in het juiste aangiftetijdvak. De btw-wetgeving kent de mogelijkheid tot het indienen van suppletieaangifte, toch is het goed om te beseffen dat elke correctie op een btw-aangifte buiten de wettelijke bezwaartermijn van 6 weken formeel te laat is en ambtshalve wordt beoordeeld.


Met name wanneer een recht op aftrek van btw blijkt te bestaan, of in eerste instantie (voorzichtigheidshalve) te weinig btw in aftrek is gebracht is het zaak om tijdig de juiste btw-aangifte in te dienen en discussie te voorkomen. Daarnaast is het zeker voor ondernemingen die in control willen zijn zaak dat zij een tijdige en juiste btw-aangifte indienen en de aandacht voor juiste de laatste btw-aangifte in hun administratieve processen hebben geborgd. 

Vragen? Neem contact op met een van onze fiscalisten.

Vastgoed

Belangrijke veranderingen in servicekosten: wijzigingen in de btw-behandeling per 1 januari 2025 en wetsvoorstel met huurrechtelijke aanpassingen

Bij de verhuur van woonruimte en commercieel vastgoed worden vrijwel altijd servicekosten en kosten voor nutsvoorzieningen in rekening gebracht aan de...
Fiscaal - calculator

Rechtbank Noord-Nederland halveert belastingrente voor belastingplichtige vennootschapsbelasting

De rechtbank Noord-Nederland heeft zich uitgelaten over de evenredigheid van de belastingrente voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting.[1] Zij...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

30% regeling: Terugdraaiing van versoberingen in 2024

De 30% regeling is een fiscale faciliteit voor medewerkers met specifieke deskundigheid die uit een ander land naar Nederland zijn uitgezonden of die in dienst...
Fiscaal - earningsstrippingregel - rekenmachine

Aanscherping earningsstrippingregel voor vastgoedlichamen per 01-01-25?

Vanaf 1 januari 2025 zal mogelijk de earningsstrippingregel (renteaftrekbeperking voor de heffing van Vpb) voor vastgoedlichamen worden aangescherpt. In deze...

Aandachtspunten bij Publiek-Private Samenwerkingen gericht op innovatie

Gaat u deelnemen aan een publiek–private samenwerking (PPS)? Hieronder worden enkele juridische en fiscale aandachtspunten genoemd voor PPS-contracten.
No posts found