Onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bestaat de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan voor de lijst van gevallen zoals aangewezen in het Besluit omgevingsrecht (Bro). Vóór de inwerkingtreding van de Wabo werd deze lijst aangeduid als de 'kruimelgevallenlijst', omdat deze betrekking heeft op planologisch ondergeschikte gevallen.
Kruimelgevallenregeling
In de rechtspraak is vóór de inwerkingtreding van de Wabo door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) uitgemaakt dat onder de lijst van 'kruimelgevallen' behoorlijke planologische afwijkingen van het bestemmingsplan mogelijk zijn. Om die reden hebben veel gemeenten beleid vastgesteld die de werking van de lijst enigszins aan banden legt. Een voordeel van de 'kruimelgevallenregeling' is dat relatief eenvoudig zonder instemming van de gemeenteraad kan worden afgeweken van het bestemmingsplan.
In een uitspraak van 26 oktober 2011 (LJN: BU1640) heeft de ABRvS uitgemaakt dat ook onder de Wabo deze lijst van gevallen niet beperkt is tot planologisch ondergeschikte gevallen. Zo kan op basis van deze lijst onder meer worden afgeweken van het bestemmingsplan ten behoeve van een “bijbehorend bouwwerk” binnen de bebouwde kom. Een 'bijbehorend bouwwerk' wordt gedefinieerd als uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel daaraan verbonden bouwwerk.
Reikwijdte van de regeling
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven heeft in bovengenoemde zaak aan een doe-het-zelfzaak een omgevingsvergunning verleend voor het verbouwen van een bouwmarkt en tuincentrum tot één grote bouwmarkt met een drive-in. Hierbij heeft het college gebruik gemaakt van de kruimelgevallenregeling. De ABRvS is van oordeel dat noch uit de tekst van de wet noch uit de geschiedenis van de totstandkoming daarvan blijkt dat er met een bijbehorend bouwwerk één bijbehorend bouwwerk wordt bedoeld. Het bouwplan waarvoor het college de omgevingsvergunning heeft verleend bestaat weliswaar uit meerdere onderdelen, maar volgens de ABRvS kan het bouwplan worden aangemerkt als 'bijbehorend bouwwerk', omdat de vergunde uitbreidingen in planologische zin functioneel met het hoofdgebouw verbonden zijn.
Conclusie
Ook onder de Wabo biedt de kruimelgevallenregeling behoorlijke mogelijkheden om af te wijken van het bestemmingsplan. Daarbij geldt in beginsel geen limiet ten aanzien van het aantal bijbehorende bouwwerken. Het is de vraag of gemeenten het aantal van deze bouwwerken door middel van beleid kunnen maximeren. Dat zou namelijk op gespannen voet staan met de ruime toepassingsmogelijkheden die de wetgever kennelijk heeft beoogd door middel van deze regeling. Deze vraag zal ongetwijfeld in de toekomst door de ABRvS worden beantwoord.