In juni zal de Europese Raad naar verwachting haar akkoord geven aan de concepttekst van de richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen (
Directive on Alternative Investment Fund Managers, hierna: AIFM-richtlijn). De AIFM-richtlijn behelst een aantal ingrijpende wijzigingen voor private equity partijen die hierna kort zullen worden besproken.
Momenteel is het zo dat private equity partijen gebruik kunnen maken van een vrijstelling of ontheffing om onder een eventuele vergunningsplicht uit te komen. Met de komst van de AIFM-richtlijn zal dat veranderen. Alle beheerders van beleggingsinstellingen die niet kwalificeren als een ‘instelling voor collectieve belegging’ (ook wel: ‘icbe’) zullen onder de reikwijdte van de AIFM-richtlijn vallen. Voor beheerders die genieten van een vrijstelling komt er een verlicht regime. De Autoriteit Financiële Markten zal op de uitvoering van de AIFM-richtlijn en de daarbij behorende Nederlandse uitvoeringswetgeving gaan toezien.
Een belangrijk voordeel van een AIFM-vergunning is dat deze geldt als een zogenaamd Europees paspoort waarmee het de betreffende private equity partij is toegestaan beleggingsfondsen binnen de gehele Europese Unie te beheren.
Naast de verplichting tot het verstrekken van informatie in het kader van de vergunningsaanvraag, gelden diverse doorlopende verplichten waaraan de beheerder van een private equity fonds dient te voldoen. Hieronder volgen de belangrijkste op een rijtje:
- verplichte jaarlijkse waardering van de activa en de deelnemingsrechten van het private equity fonds;
- verplichte aanstellingen van een bewaarder;
- verplichtingen ten aanzien van het beloningsbeleid; en
- specifieke verplichtingen met betrekking tot de verkrijging van een deelneming of zeggenschap in een onderneming.
Aan de inhoud van de AIFM-richtlijn zal niet meer worden gesleuteld. Het is dus duidelijk dat voor beheerders van private equity fondsen ingrijpende veranderingen op stapel staan. Het zal dus lonen om goed te onderzoeken of een private equity fonds onder een vrijstelling van de AIFM-richtlijn kan worden ondergebracht. Daarvoor hebben partijen in ieder geval nog twee jaar de tijd nadat de richtlijn door de Europese Raad is aangenomen. Dan zal Nederland de relevante wetgeving in overeenstemming moeten hebben gebracht met de AIFM-richtlijn.
Momenteel is het zo dat private equity partijen gebruik kunnen maken van een vrijstelling of ontheffing om onder een eventuele vergunningsplicht uit te komen. Met de komst van de AIFM-richtlijn zal dat veranderen. Alle beheerders van beleggingsinstellingen die niet kwalificeren als een ‘instelling voor collectieve belegging’ (ook wel: ‘icbe’) zullen onder de reikwijdte van de AIFM-richtlijn vallen. Voor beheerders die genieten van een vrijstelling komt er een verlicht regime. De Autoriteit Financiële Markten zal op de uitvoering van de AIFM-richtlijn en de daarbij behorende Nederlandse uitvoeringswetgeving gaan toezien.
Een belangrijk voordeel van een AIFM-vergunning is dat deze geldt als een zogenaamd Europees paspoort waarmee het de betreffende private equity partij is toegestaan beleggingsfondsen binnen de gehele Europese Unie te beheren.
Naast de verplichting tot het verstrekken van informatie in het kader van de vergunningsaanvraag, gelden diverse doorlopende verplichten waaraan de beheerder van een private equity fonds dient te voldoen. Hieronder volgen de belangrijkste op een rijtje:
- verplichte jaarlijkse waardering van de activa en de deelnemingsrechten van het private equity fonds;
- verplichte aanstellingen van een bewaarder;
- verplichtingen ten aanzien van het beloningsbeleid; en
- specifieke verplichtingen met betrekking tot de verkrijging van een deelneming of zeggenschap in een onderneming.
Aan de inhoud van de AIFM-richtlijn zal niet meer worden gesleuteld. Het is dus duidelijk dat voor beheerders van private equity fondsen ingrijpende veranderingen op stapel staan. Het zal dus lonen om goed te onderzoeken of een private equity fonds onder een vrijstelling van de AIFM-richtlijn kan worden ondergebracht. Daarvoor hebben partijen in ieder geval nog twee jaar de tijd nadat de richtlijn door de Europese Raad is aangenomen. Dan zal Nederland de relevante wetgeving in overeenstemming moeten hebben gebracht met de AIFM-richtlijn.
Gerelateerd
M&A