De grondroerder en de opdrachtgever in de ‘grondroerdersregeling’ (WION)

10 december 2011, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
De grondroerder en (weliswaar in mindere mate) de opdrachtgever zijn de partijen waaraan doorgaans het eerst wordt gedacht als veroorzakers van graaf- kabel- en leidingschades. De gravende partij diende in het verleden de Klicmelding te doen. Tegenwoordig dient geen Klicmelding maar een graafmelding in de zin van de Wion, het Besluit en de Regeling (tezamen de ‘grondroerdersregeling’ genoemd) te worden gedaan. Bovendien ziet het begrip grondroerder in de zin van de grondroerdersregeling op me...
Joost Bindels
Joost Bindels
Advocaat - Partner
In dit artikel
De grondroerder en (weliswaar in mindere mate) de opdrachtgever zijn de partijen waaraan doorgaans het eerst wordt gedacht als veroorzakers van graaf- kabel- en leidingschades. De gravende partij diende in het verleden de Klicmelding te doen. Tegenwoordig dient geen Klicmelding maar een graafmelding in de zin van de Wion, het Besluit en de Regeling (tezamen de ‘ grondroerdersregeling’ genoemd) te worden gedaan. Bovendien ziet het begrip grondroerder in de zin van de grondroerdersregeling op meer personen dan alleen degene die de graafwerkzaamheden verricht. Het zal niet verbazen dat vele verplichtingen (en ook de hoogste bestuurlijke boetes) in de grondroerdersregeling gelden voor de grondroerder en de opdrachtgever.

Grondroerder, opdrachtgever en graafwerkzaamheden

De grondroerder is niet degene die feitelijk de graafwerkzaamheden verricht, maar degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht.

‘Onder verantwoordelijkheid en leiding’ is een breed begrip, waarbij vergelijkbare discussies kunnen optreden als discussies over ‘houderschap’ in de zin van een werkmaterieelpolis. Bij dat laatste is kort gezegd van belang de zeggenschap/feitelijke macht over het werkmaterieel, of anders gezegd: het rechtstreeks of via een ander de beschikking hebben over een zaak (zie het arrest Zürich/Siemen van de Hoge Raad, en ro. 3.8 van het arrest van 24 februari 2009 van het hof Arnhem van 24 februari 2009 en een ander artikel op deze kennispagina). In die lijn: als de kraanmachinist bijvoorbeeld volledig de aanwijzingen van een ander dient op te volgen (over de graaflocatie, de diepte van de te graven sleuf etc.), zal die ander grondroerder kunnen zijn in de zin van de grondroerdersregeling.

De opdrachtgever is, zoals het woord al zegt, degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht. In bepaalde gevallen kan de opdrachtgever dus ook de grondroerder zijn.

Bij de graafwerkzaamheden (in de zin van artikel 1c van de Wion) moet het gaan om het mechanisch verrichten van werkzaamheden (1) in de ondergrond (2).

  1. Het handmatig graven met een schop is dus niet als graafwerkzaamheden in de zin van de grondroerdersregeling aan te merken.

  2. Verder speelt uiteraard de vraag wat onder ‘ondergrond’ moet worden verstaan.


Die vraag was aan de orde in een (bestuursrechtelijke) zaak bij de rechtbank Utrecht (van 19 april 2011). De bestuursrechter sloot aan bij de memorie van toelichting bij de grondroerdersregeling, waar wordt gesproken over ‘ maaiveld’. Voor de uitleg van dat begrip werd vervolgens aangesloten bij de CROW-Richtlijn (nu ‘Richtlijn van het Nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte’ geheten) ‘Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen- Richtlijn zorgvuldig graafproces’. Op grond daarvan is aangenomen dat daarmee wordt bedoeld ‘het oppervlak van het terrein’. Kortom: met ‘ondergrond’ wordt ‘oppervlak’ bedoeld.

Verplichtingen

Ook de opdrachtgever heeft verplichtingen volgens de Wion. Een algemene (en wat vage) verlichting is dat de opdrachtgever er zorg voor draagt dat de graafwerkzaamheden waartoe hij opdracht geeft, op zorgvuldige wijze kunnen worden verricht. Die verplichting is niet verder uitgewerkt in de regeling. De keerzijde van verplichtingen is dat de opdrachtgever ook bevoegdheden heeft. Zo is de opdrachtgever één van de in de grondroerdersregeling genoemde partijen die aan de Dienst om (gebieds)informatie kan verzoeken.

Het spreekt voor zich dat met name voor de grondroerder diverse verplichtingen in de grondroerdersregeling zijn opgenomen. Als algemene plicht geldt dat de grondroerder de graafwerkzaamheden op zorgvuldige wijze dient te verrichten. Die algemene verplichting is uitgewerkt in diverse andere verplichtingen. Zo moet de grondroerder (tenzij sprake is van een calamiteit waardoor de grondroerder onverwijld graafwerkzaamheden dient te verrichten om persoonlijk letsel of grote schade te voorkomen) ten minste:

  1. ten hoogste 20 dagen vóór aanvang van de graafwerkzaamheden een graafmelding hebben gedaan (dat wil zeggen: het voornemen om graafwerkzaamheden te gaan verrichten hebben gemeld bij het kadaster),

  2. onderzoek hebben verricht naar de precieze ligging van onderdelen van netten op de graaflocatie,

  3. op de graaflocatie de van de Dienst ontvangen gebiedsinformatie aanwezig hebben,

  4. schade aan een net als gevolg van de graafwerkzaamheden onverwijld aan de beheerder melden,

  5. een afwijkende ligging van een net of een onbekend net onverwijld aan de Dienst melden.


Bij een net met gevaarlijke inhoud is de beheerder verplicht voorzorgsmaatregelen te treffen en bij een net met een grote waarde kan de beheerder dat (in beginsel binnen 3 dagen nadat de grondroerder contact met hem heeft opgenomen) doen. Indien de beheerder heeft aangegeven dat hij voorzorgsmaatregelen treft, vangt de grondroerder de graafwerkzaamheden niet aan dan nadat de beheerder deze voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Hierop staat ene forse sanctie (een bestuurlijke boete van ten hoogste € 450.000,--).

De vraag is daarbij wel hoe alsdan met vertragingschade bij (de opdrachtgever van) de grondroerder dient te worden omgegaan.

Bij een calamiteit waardoor onverwijld graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn om persoonlijk letsel of grote schade te voorkomen treft de grondroerder (dus in plaats van de beheerder) de nodige voorzorgsmaatregelen. Hij legt deze schriftelijk vast en brengt deze voor aanvang van de graafwerkzaamheden ter kennis van de betrokken beheerder (hierop staat een sanctie van een maximale bestuurlijke boete van € 100.000,--).

Kortom: vele verplichtingen, hoge sancties

Aan met name de grondroerder worden vele verplichtingen opgelegd in de grondroerdersregeling. Verplichtingen die qua praktische invulling tot de nodige discussies kunnen leiden, zoals:

- hoe ver strekt de onderzoeksplicht naar de exacte ligging van een net?

- waar (en op welke wijze) op de graaflocatie moeten de gegevens beschikbaar zijn (in elke graafmachine, in één keet)?

- wanneer is een termijn nog redelijkerwijs als ‘onverwijld’ aan te merken?

Discussies over het al dan niet overtreden hebben van normen uit de regeling kunnen zijn ingegeven door een groot financieel belang. Waar de sanctie bij de beheerder steeds op een maximum van € 100.000,-- was gesteld, geldt voor de grondroerder op diverse punten een bestuurlijke boete van ten hoogste € 450.000,-- als sanctie. Een maximale bestuurlijke boete van € 100.000 geldt bijvoorbeeld wel voor (a) onvolkomenheden bij de graafmelding (b) het niet onverwijld aan de beheerder melden van schade aan een net als gevolg van de graafwerkzaamheden en (c) het niet of te laat melden aan de Dienst van een afwijkende ligging van een net of een onbekend net.

Met name voor de grondroerder zal de grondroerdersregeling een rol kunnen spelen indien hij in een civiele procedure wordt aangesproken voor door hem veroorzaakte schade aan kabels en leidingen. Zoals in een ander artikel op deze kennispagina is uiteengezet, blijft de grondslag van een dergelijke vordering de onrechtmatige daad in de zin van het Burgerlijk Wetboek. Verder is in dat artikel uiteengezet dat de bestuursrechter anders omgaat met overtredingen van de grondroerdersregeling dan de civiele rechter.

Gerelateerd