De billijke vergoeding van New Hairstyle: hoe oordeelt het Hof na de Hoge Raad?

19 februari 2019, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Het arbeidsrecht kent verschillende situaties waarin de rechter, naast de transitievergoeding, een additionele billijke vergoeding kan toekennen aan de werknemer. De vijf verschillende situaties heb ik hier eerder besproken. Eén van die situaties doet zich voor als de werkgever de arbeidsovereenkomst in strijd met de wettelijke regels heeft opgezegd en de werknemer niet om vernietiging van de opzegging vraagt, maar om een billijke vergoeding.
Aletha Dera-ten Bokum
Aletha Dera-ten Bokum
Advocaat - Associate Partner
In dit artikel

Het arbeidsrecht kent verschillende situaties waarin de rechter, naast de transitievergoeding, een additionele billijke vergoeding kan toekennen aan de werknemer. De vijf verschillende situaties heb ik hier eerder besproken. Eén van die situaties doet zich voor als de werkgever de arbeidsovereenkomst in strijd met de wettelijke regels heeft opgezegd en de werknemer niet om vernietiging van de opzegging vraagt, maar om een billijke vergoeding. De rechter kan dan een billijke vergoeding aan werknemer toekennen op basis van artikel 7:681 BW. De hoogte van die billijke vergoeding volgt niet uit de wet, maar wordt ingekleurd door de rechtspraak. In het New Hairstyle-arrest heeft de Hoge Raad bepaald met welke omstandigheden rekening moet worden gehouden bij het vaststellen van de hoogte van de billijke vergoeding uit artikel 7:681 BW. Deze gezichtspunten zien we sindsdien steeds vaker terug in lagere rechtspraak. Op 14 februari 2019 zijn deze gezichtspunten toegepast op de situatie die heeft geleid tot het belangwekkende New Hairstyle-arrest. In deze blog leest u hoe en op welk bedrag het hof ’s Hertogenbosch de billijke vergoeding uiteindelijk heeft bepaald.

Wat waren de feiten?

Werkneemster was al 25 jaar als kapster in dienst bij kapperszaak New Hairstyle. In 2015 heeft New Hairstyle de arbeidsovereenkomst, in strijd met de daarvoor geldende regels, opgezegd. Werkneemster heeft vervolgens verzocht om toekenning van een billijke vergoeding ter hoogte van € 57.699,07. De kantonrechter en het hof hebben aan werkneemster een billijke vergoeding van € 4.000,- toegekend. In cassatie heeft de Hoge Raad (niet-limitatieve) gezichtspunten geformuleerd voor het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding van artikel 7:681 BW. Dit zijn de volgende gezichtspunten:

  1. wat zou de werknemer aan loon hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd;
  2. wat is de mate waarin de werkgever van de grond voor de vernietigbaarheid van de opzegging een verwijt valt te maken;
  3. zijn de redenen die aan de werknemer heeft om af te zien van vernietiging van de opzegging aan de werkgever toe te rekenen;
  4. heeft de werknemer inmiddels ander werk gevonden en welke inkomsten geniet hij daaruit;
  5. welke andere inkomsten kan de werknemer in redelijkheid in de toekomst werven;
  6. wat is de hoogte van de aan de werknemer toekomende transitievergoeding.

Wat is nu het oordeel van het hof?

Het hof heeft de gezichtspunten als volgt toegepast. Volgens het hof is niet aannemelijk dat de arbeidsovereenkomst van werkneemster nog lang zou hebben voortgeduurd, als zij de opzegging zou hebben vernietigd (gezichtspunt 1). De onderlinge verhoudingen tussen partijen waren inmiddels verstoord geraakt, waardoor de arbeidsovereenkomst waarschijnlijk op korte termijn zou zijn ontbonden zonder billijke vergoeding. Werkneemster is, aldus het hof, daarom enkel het loon, de pensioenopbouw en de bijscholingskosten misgelopen over de opzegtermijn en de duur van een ontbindingsprocedure. Het hof heeft deze schade begroot op een bedrag van € 891,60. Ten aanzien van gezichtspunt 2 heeft het hof geoordeeld dat New Hairstyle welbewust het dienstverband met werkneemster in strijd met de geldende wettelijke voorschriften heeft opgezegd. Het hof vervolgt dat werkneemster niet kan worden tegengeworpen dat zij heeft verzocht om een billijke vergoeding in plaats van vernietiging van de opzegging (gezichtspunt 3). Die keuze is in deze situatie volgens het hof alleszins te rechtvaardigen: terugkeer van werkneemster was niet meer reëel. Het hof heeft voorts rekening gehouden met de omstandigheid dat werkneemster geen ander werk heeft gevonden (gezichtspunt 4) en tot slot de transitievergoeding betrokken in de beoordeling (gezichtspunt 6). Volgens het hof heeft de Hoge Raad met het laatste gezichtspunt niet bedoeld dat de transitievergoeding van de billijke vergoeding moet worden afgetrokken, enkel dat de transitievergoeding bij de beoordeling moet worden betrokken.

Het hof heeft de billijke vergoeding uiteindelijk begroot op een bedrag van € 4.000,-. Het hof komt tot een hoger bedrag dan het schadebedrag van € 891,60, omdat New Hairstyle welbewust het zeer lange dienstverband met werkneemster in strijd met de geldende regels heeft opgezegd en de gevolgen van deze beëindiging op de koop heeft toegenomen. Het bedrag van € 891,60 zou volgens het hof onvoldoende compensatie bieden voor het ernstig verwijtbare handelen van New Hairstyle. Met toekenning van een billijke vergoeding van € 4.000,- heeft het hof willen voorkomen dat New Hairstyle de moeite en onzekerheid van een ontbindingsprocedure op een eenvoudige en goedkope manier zou hebben “afgekocht”.

Gerelateerd

Raad van State niet overtuigd van Wet VBAR: ‘fundamentele hervormingen ontbreken’

De afdeling Advisering van de Raad van State (hierna: “de Raad”) heeft stevige kritiek geuit op het wetsvoorstel Wet Verduidelijking Beoordeling...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

Klokkenluider of schender van bedrijfsgeheimen en privacyrechten? Wat werkgevers moeten weten en doen

Goed omgaan met meldingen en acties van werknemers die (mogelijk) klokkenluider zijn, is complex. Dit illustreert een recente uitspraak van gerechtshof Den...

PensioenPost #15 – Werkzaamheid valt onder de werkingssfeer van Bpf MITT maar maatstaven van redelijkheid en billijkheid staan een verplichtstelling in de weg

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recent uitspraak gedaan in een aansluitingsdiscussie met het bedrijfstakpensioenfonds MITT. In deze uitspraak ging het...

NIEUWE VERSIE WET VERDUIDELIJKING BEOORDELING ARBEIDSRELATIES EN RECHTSVERMOEDEN: van ABC naar WZOP

De belangrijkste wijzigingen van de op 3 juli gepubliceerde (herziende) Wet VBAR (Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden)

PensioenPost #14 – Voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen

Op 1 juli 2023 trad de Wet toekomst pensioenen (Wtp) in werking, waarmee de formele start van de transitie naar een nieuw pensioenstelsel werd ingeluid.
No posts found