Wat is het SSRS?
Na het vervallen van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) stond de wetgever voor de uitdaging om een nieuw systeem te ontwikkelen waarmee stikstofruimte op een wetenschappelijk onderbouwde manier kon worden geregistreerd en benut. Dat is het SSRS . Het SSRS registreert maatregelen waarvan de effecten vooraf wetenschappelijk zijn beoordeeld, conform de eisen van artikel 6, lid 3, van de Habitatrichtlijn. Dit artikel vereist namelijk een passende beoordeling die zekerheid moet geven dat het project de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied niet aantast. Dit is het geval wanneer er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel bestaat over het ontbreken van schadelijke gevolgen. Bij de vergunningverlening van projecten kan dan gebruik worden gemaakt van de ruimte binnen het SSRS, waarna de betreffende hoeveelheid stikstofruimte wordt afgeboekt.
Deze ruimte is echter beperkt beschikbaar en mag slechts voor bepaalde projecten worden ingezet. Het gaat hierbij bijv. om noodzakelijke woningbouwprojecten. Projecten zoals een biomassacentrale, die niet direct noodzakelijk zijn voor woningbouw of niet uitsluitend aan woningbouw leveren, kunnen geen gebruik maken van SRSS (Rb. Midden-Nederland, 22 december 2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:6900).
De wettelijke basis voor het SSRS was oorspronkelijk te vinden in artikel 5.5a van de Wet natuurbescherming, maar onder de Omgevingswet zijn de regels nu vastgelegd in artikelen 2.46 en 22.20 van de Omgevingswet, en artikelen 11.70, 11.71 en 8.74e van het Besluit kwaliteit leefomgeving.
De snelheidsmaatregel onder vuur
De snelheidsmaatregel, die aanvankelijk veel stofstofruimte leek te genereren, kwam al snel onder vuur te liggen. Deze werd namelijk door de rechtbank Noord-Holland onverbindend verklaard (ECLI:NL:RBMNE:2023:6900):
"Artikel 2.4, eerste lid en onder a, Rnb, waarin de snelheidsverlaging tot 100 km/uur als bronmaatregel is opgenomen, is daarom in strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitat Richtlijn. Uit de twee genoemde rapporten blijkt immers dat niet is uitgesloten dat door de snelheidsmaatregel de natuurlijke kenmerken van N2000-gebieden worden aangetast. De depositieruimte die door de snelheidsverlaging wordt gecreëerd is dan ook ten onrechte in het ssrs opgenomen. Artikel 2.4, eerste lid en onder a, Rnb moet wegens strijd met artikel 6, derde lid, van de Habitat Richtlijn onverbindend worden verklaard.
Dit betekent dat verweerder reeds hierom de depositieruimte die door de snelheidsverlaging is gecreëerd niet heeft mogen inzetten ter vermindering van het door het project veroorzaakte stikstofdepositie en reeds daarom niet heeft kunnen concluderen dat de zekerheid bestaat dat het woningbouwproject de natuurlijke kenmerken van het N2000-gebied NHDR niet zal aantasten. Dat is gelet op artikel 2.8, derde lid, Wnb wel vereist om vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, Wnb te kunnen verlenen. Het betoog van eisers slaagt in zoverre.”
De snelheidsmaatregel is op 19 juli 2022 uit het SSRS is gehaald (Stcrt. 2022, 18273).
De Afdeling bevestigt: snelheidsmaatregel telt niet mee
Op 2 oktober 2024 deed de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak over de snelheidsmaatregel, dit keer in een zaak over de bouw en het gebruik van 17 woningen in Callantsoog. De natuurvergunning voor dit project werd verleend op 23 december 2021 (dus vóór het intrekken van de snelheidsmaatregel uit het SSRS). De stikstofdepositie werd veroorzaakt door het verkeer van en naar de woningen. Omwonenden vochten de verleende natuurvergunning aan, omdat zij vonden dat de depositieruimte uit het SSRS onterecht was gebruikt.
Mede gelet op de voorgeschiedenis, kan het niet verbazingwekkend zijn dat de Afdeling het betoog van omwonenden volgt. De positieve effecten van de snelheidsverlaging zijn niet onderbouwd:
“De Afdeling is daarom van oordeel dat (de omvang van) het positieve effect van de snelheidsmaatregel ten tijde van het verlenen van de natuurvergunning door het bovenstaande niet vast stond. Dat betekent dat [appellant] en anderen terecht betogen dat niet vaststond dat de vermindering van de depositie door de snelheidsmaatregel die in het SSRS voor het Natura 2000-gebied Duinen Den Helder-Callantsoog is opgenomen, was gerealiseerd. Daarom kon het college de depositieruimte door de snelheidsmaatregel niet als mitigerende maatregel bij de verlening van de natuurvergunning betrekken. Dat betekent dat het college op basis van de passende beoordeling niet de zekerheid heeft verkregen dat het aangevraagde project de natuurlijke kenmerken van de betrokken Natura 2000-gebieden niet zal aantasten.”
Afsluiting
De Afdeling maakt het nogmaals duidelijk: de effecten van mitigerende maatregelen moeten dusdanig wetenschappelijk onderbouwd zijn dat geen twijfel bestaat over het ontbreken van schadelijke gevolgen voor een Natura 2000-gebied. De nationale wetgever kan de snelheidsmaatregel, samen met het PAS, rustig op de plank van mislukte maatregelen zetten. Decentrale overheden zouden er verstandig aan doen om, zelfs wanneer een maatregel in het SSRS is opgenomen, scherp te blijven controleren of deze voldoet aan de vereisten van een passende beoordeling. Deze passende beoordeling is in beginsel vormvrij, maar met mitigerende maatregelen mag slechts rekening worden gehouden indien de positieve effecten daarvan vaststaan. Wanneer er, ondanks deze maatregelen, toch sprake is van een significant negatief effect, dan kan een vergunning alleen worden verleend op basis van een ADC-toets (artikel 8-74b lid 2 Bkl en artikel 10.23 lid 2 Bkl). Dit geldt ook voor toekomstige maatregelen!
Heeft u vragen over passende beoordelingen of mitigerende maatregelen? Neem dan contact op met Bart de Haan, Jasper Molenaar en Duncan Siebert.