Aanbesteding correctief onderhoud gemalen
Het geschil betrof een aanbesteding van Stadswerk voor correctief onderhoud van gemalen. In het programma van eisen was opgenomen dat de opdrachtnemer een bepaald geldig certificaat moest hebben, afgegeven door Kiwa. Een eventueel ingediend gelijkwaardig certificaat zou door Kiwa getoetst worden. Verder staat in de leidraad dat als de inschrijving niet compleet wordt ingediend (onder verwijzing naar onder meer dit certificaat), de inschrijving terzijde wordt gelegd.
Certificaat in concept leidt tot ongeldigverklaring
Een inschrijver had nog geen officieel certificaat van Kiwa ontvangen. Wel een certificaat met daarop vermeld concept en gedateerd 25 mei 2020. Dat certificaat was bij inschrijving op 26 mei 2020 ingediend samen met een e-mail van Kiwa dat het officiële certificaat wordt verstrekt als alles is beoordeeld door “de beslisser”.
Op 1 juni wordt uiteindelijk het officiële certificaat verstrekt en opgestuurd naar Stadswerk. De website van Kiwa vermeldt inmiddels dat de inschrijver certificaathouder is per 25 mei 2020 (dus vóór datum inschrijving).
Stadswerk besluit (niettemin) tot ongeldigverklaring omdat er bij inschrijving geen geldig certificaat was ingediend.
Bezwaar tegen ongeldigverklaring
De afgewezen inschrijver maakt bezwaar. Het conceptcertificaat zou het officiële certificaat weerspiegelen. Dan betreft het conceptcertificaat eigenlijk ook een gelijkwaardig certificaat, zodat het om die reden geaccepteerd moet worden. Voor zover dat niet het geval is, zou er ruimte moeten zijn voor herstel door het enkele dagen later opgestuurde officiële certificaat alsnog te accepteren. Nu Stadswerk voor deze argumenten niet gevoelig is, wordt een kort geding gestart.
Rechter maakt korte metten met verweer: terecht ongeldig verklaard
De kortgedingrechter stelt Stadswerk in het gelijk.
In het programma van eisen was duidelijk opgenomen dat een geldig certificaat moest worden ingediend bij inschrijving. Een concept met daarbij een bericht dat er nog beslist moet worden (en het dus niet zeker is dat het officiële certificaat ook afgegeven gaat worden) kan volgens de rechter niet als geldig worden beschouwd.
Het conceptcertificaat kan evenmin als gelijkwaardig certificaat worden aangemerkt. Logisch is dat ook een gelijkwaardig certificaat geldig moet zijn.
Tot slot overweegt de rechter terecht dat volgens vaste jurisprudentie er geen ruimte is voor herstel als in de aanbestedingsstukken duidelijk de sanctie van uitsluiting is opgenomen.
Conclusies
De jurisprudentie is wisselend voor wat betreft het bieden van herstelmogelijkheden. Die ruimte lijkt er wat eerder te zijn als het gaat selectiedocumenten met gegevens uit het verleden, althans in ieder geval vóór inschrijfdatum (die dus niet meer aan te passen zijn). In alle gevallen is echter herstel onmogelijk als in de stukken duidelijk is opgenomen dat er uitsluiting (en dus geen herstel) zal plaatsvinden.