Creatie van een winkelinrichting
Eén van de eerste materiële rechtsvragen in deze interessante uitspraak is, wat precies als auteursrechtelijk werk moet worden beschouwd. Het gaat in deze zaak het bijzonder om de “wanden met displays van het interieur van Shoebaloo, die volgens de door haar overgelegde verklaringen (...) zijn geïnspireerd op “de geërodeerde lagen in de slot-canyons van Arizona” en waarvan (de afbeeldingen op) het plafond en de (marmeren) vloer geen onderdeel uitmaken” Het gaat dus om die specifieke wandinrichting. De geërodeerde lagen in de slot-canyons van Arizona hebben de architect geïnspireerd tot dit idee, en op basis daarvan een ‘cave’-achtige spiegelende ruimte ontworpen en opgebouwd uit een horizontaal lijnenspel.
De rechtbank oordeelt ook dat deze creatie beschermd is, met inachtneming van de volgende elementen: de uit lagen opgebouwde, golvende wandpanelen, de in de wandpanelen geïntegreerde in- en uitgolvende displays met een profiel dat vloeiend overgaat in het profiel van de achterliggende wandpanelen, het translucent materiaal uitgevoerde displays met geïntegreerde ledverlichting vanaf de onderzijde, een ellipsvormige uitsnijding uit de wandpanelen ter hoogte van de voorpui.
Inbreuk op auteursrecht
Gegeven de afstand van het ontwerp van het interieur van Shoebaloo tot het vormgevingserfgoed, en op grond van een vergelijking van beide interieurs, komt de rechtbank tot het oordeel dat van zodanige overeenstemming sprake is dat van een ongeoorloofde reproductie in auteursrechtelijke zin sprake lijkt te zijn. Zoals blijkt uit de afbeeldingen, vertoont het interieur van Invert immers onmiskenbaar de meest kenmerkende elementen van de genoemde auteursrechtelijk beschermde trekken van het interieurontwerp van Shoebaloo, en in dezelfde combinatie.
De wandpanelen van Invert zijn immers op exact dezelfde wijze als het interieur van Shoebaloo opgebouwd en gevormd, met lagen van eenzelfde dikte, eenzelfde groepering en eenzelfde manier van golven, en de displays worden op gelijke wijze gevormd en belicht, aldus de rechtbank. Ook in het interieur van Invert is volgens de rechter in de etalage van de winkel, zichtbaar vanaf de straat, een (rondvormige) uitsparing aangebracht in de doorlopende wandpanelen. Die overeenkomsten kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden verklaard door de keuze van Invert voor een al bestaande stijl, nu de interieurs uit het vormgevingserfgoed – voor zover daarin al van een stijl kan worden gesproken – hooguit met elkaar gemeen hebben dat de (wand)inrichtingen uit lagen zijn opgebouwd en, in de meeste gevallen, ook ruimte bieden voor het uitstallen of plaatsen van producten. De uitvoering daarvan is steeds duidelijk anders en in elk geval ook duidelijk anders dan in het interieur van Shoebaloo, zo concludeert de rechtbank. De rechtbank volgt ook niet het verweer van Invert dat de gelijkenis op toeval berust.
Verbod, schadevergoeding en volledige proceskosten
De rechtbank spreek vervolgens een verbod uit, waarbij zij Invert beveelt om de inbreuk op het auteursrecht op het interieur van Shoebaloo te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere (gedeelte van een) dag waarop Invert verzuimt het bevel geheel of gedeeltelijk op te volgen, met een maximum van € 150.000,-
Ook veroordeelt de rechtbank Invert om een schadevergoeding te betalen van € 10.000,-. Ten slotte wordt Invert veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op bijna € 15.000,--.
Conclusie
Al eerder is geoordeeld door het Hof van Justitie dat de winkelinrichting van Apple merkrechtelijk beschermd kan zijn.
Het oordeel van de rechtbank Den Haag over de Shoebaloo winkels versterkt de positie van rechthebbenden nog verder. Anders dan een merkrecht is voor auteursrecht namelijk geen registratie vereist. De enkele (creatieve) schepping is voldoende voor het kunnen inroepen van auteursrechten.
De drempel van auteursrechtelijke bescherming is bovendien laag. En hoewel de winkelinrichting waarvan werd gesteld dat die ontoelaatbaar is niet één-op-één lijkt, is de totaalindruk voldoende gelijk om inbreuk aan te nemen. Met als gevolg een verbod, dwangsom, schadevergoeding en proceskostenveroordeling.
Joost Becker, advocaat auteursrecht