Juridisch gevecht om smaakbescherming
'Heksenkaas' is een smeerbare dip met roomkaas en verse kruiden, die in 2007 is gemaakt
door een Nederlandse retailer van groenten en verse producten. De intellectuele eigendomsrechten van dat product door de maker overgedragen aan de huidige rechthebbende, Levola.
Concurrent Smilde produceert sinds 2014 'Witte Wievenkaas'. Levola is van mening dat de productie en verkoop van 'Witte Wievenkaas' inbreuk maakte op haar auteursrecht op de smaak van 'Heksenkaas'. Daarover loopt een juridische procedure in Nederland, waarin Levola eist dat Smilde onder meer de productie en verkoopt van 'Wite Wievenkaas' staakt.
Is smaak een werk?
Levola beweert dat de smaak van Heksenkaas een werk is dat wordt beschermd door auteursrecht en dat de smaak van 'Witte Wievenkaas' een "reproductie" is van dat werk.
In hoger beroep heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, het Hof gevraagd of de smaak van een levensmiddel als Heksenkaas kan worden beschermd onder het auteursrecht of niet.
In het arrest van vandaag wordt door het Hof duidelijk gemaakt dat, om onder het auteursrecht te worden beschermd , de smaak van een levensmiddel moet kunnen worden geclassificeerd als een 'werk'.
Classificatie als een 'werk' vereist volgens het Hof in de eerste plaats dat het product een oorspronkelijke intellectuele schepping is. Ten tweede moet deze tot 'uitdrukking' worden gebracht. (Auteursrechtbescherming kan weliswaar worden verleend aan uitdrukkingen, maar niet aan ideeën, procedures, werkwijzen of wiskundig concepten als zodanig.)
Er is sprake van een 'werk' als het op zodanige wijze wordt uitgedrukt dat het 'voldoende nauwkeurig en objectief kan worden geïdentificeerd'.
Het oordeel van het Hof over smaak
Volgens het arrest van het Hof kan de smaak van een voedingsmiddel
(...) echter niet nauwkeurig en objectief worden uitgedrukt. In tegenstelling tot wat bijvoorbeeld geldt voor een letterkundig werk, een schilderij, een film of een muziekstuk, dat een nauwkeurige en objectieve uitdrukkingsvorm is, berust de identificatie van de smaak van een voedingsmiddel immers hoofdzakelijk op smaakbeleving en smaakervaring, die subjectief en variabel zijn, aangezien zij met name afhankelijk zijn van factoren die eigen zijn aan de persoon die het betrokken product proeft, zoals diens leeftijd, voedselvoorkeuren en consumptiegewoonten, alsmede van de omgeving en de context waarin het product wordt geproefd.
Bovendien is het bij de huidige stand van de ontwikkeling van de wetenschap niet mogelijk om met technische middelen de smaak van een voedingsmiddel nauwkeurig en objectief te identificeren, waardoor die smaak kan worden onderscheiden van de smaak van andere producten van dezelfde aard.
Uit het samenstel van de voorgaande overwegingen dient dan ook de gevolgtrekking te worden gemaakt dat de smaak van een voedingsmiddel niet kan worden aangemerkt als een „werk” in de zin van richtlijn 2001/29.
Kortom, geen bescherming voor smaak omdat deze (te) subjectief en variabel is en niet nauwkeurig geïdentificeerd kan worden.
Joost Becker, advocaat auteursrecht