In geval van een ernstige bodemverontreiniging kan een spoedige sanering noodzakelijk zijn, maar dit is niet altijd het geval. In de Wet bodembescherming en de Circulaire bodemsanering staan de criteria van spoedeisendheid. In onderstaande zaak was aan de orde of er sprake was van een onbeheersbare situatie.
De feiten
Het college van Gedeputeerde Staten heeft bij besluit vastgesteld dat er op een genoemde locatie sprake is van ernstige verontreiniging, waarvoor spoedige sanering noodzakelijk is. Appellant stelt beroep in tegen dit besluit en betoogt dat het college niet heeft aangetoond dat spoedige sanering noodzakelijk is. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) buigt zich over de zaak, waarin niet in geding is dat er sprake is van een ernstige verontreiniging, en beoordeelt of het college het betreffende besluit voldoende heeft gemotiveerd.
Wet bodembescherming en Circulaire bodemsanering
Artikel 37 van de Wet bodembescherming bepaalt dat Gedeputeerde Staten in een beschikking vastleggen of het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging leiden tot zodanige risico's voor mens, plan of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. In de Circulaire bodemsanering is verder uitgewerkt in welke gevallen er met spoed moet worden gesaneerd. Risico's die aanleiding kunnen geven tot spoedige sanering zijn onderverdeeld in risico's voor de mens, risico's voor het ecosysteem en risico's van verspreiding van verontreiniging. Bij de laatste categorie wordt gesproken van een onbeheersbare situatie indien de verspreiding heeft geleid tot een grote grondwaterverontreiniging en de verspreiding nog steeds plaatsvindt.
Grote grondwaterverontreiniging
Uit een rapport, dat het college aan haar besluit ten grondslag heeft gelegd, blijkt dat er geen risico's zijn voor mens, plant of dier. Wel wordt geconstateerd dat er sprake is van een onbeheersbare situatie, omdat het bodemvolume dat wordt ingesloten door de interventiewaarde contour in het grondwater groter is dan 6.000 m3. Vanwege deze situatie wordt in het rapport uitgegaan van de noodzaak van een spoedige sanering.
Toename van verspreiding
Naast het feit dat sprake is van een grote verontreiniging moet er ook sprake zijn van een verontreiniging die nog steeds plaatsvindt. Hierover wordt in het rapport geen melding gemaakt, waardoor de Afdeling van oordeel is dat het besluit van het college onvoldoende gemotiveerd is. Niet duidelijk is namelijk waarom de grootte van de verontreiniging leidt tot onaanvaardbare risico's van verspreiding.
De Afdeling draagt het college op het gebrek in het besluit te herstellen.
De feiten
Het college van Gedeputeerde Staten heeft bij besluit vastgesteld dat er op een genoemde locatie sprake is van ernstige verontreiniging, waarvoor spoedige sanering noodzakelijk is. Appellant stelt beroep in tegen dit besluit en betoogt dat het college niet heeft aangetoond dat spoedige sanering noodzakelijk is. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) buigt zich over de zaak, waarin niet in geding is dat er sprake is van een ernstige verontreiniging, en beoordeelt of het college het betreffende besluit voldoende heeft gemotiveerd.
Wet bodembescherming en Circulaire bodemsanering
Artikel 37 van de Wet bodembescherming bepaalt dat Gedeputeerde Staten in een beschikking vastleggen of het huidige dan wel voorgenomen gebruik van de bodem of de mogelijke verspreiding van de verontreiniging leiden tot zodanige risico's voor mens, plan of dier dat spoedige sanering noodzakelijk is. In de Circulaire bodemsanering is verder uitgewerkt in welke gevallen er met spoed moet worden gesaneerd. Risico's die aanleiding kunnen geven tot spoedige sanering zijn onderverdeeld in risico's voor de mens, risico's voor het ecosysteem en risico's van verspreiding van verontreiniging. Bij de laatste categorie wordt gesproken van een onbeheersbare situatie indien de verspreiding heeft geleid tot een grote grondwaterverontreiniging en de verspreiding nog steeds plaatsvindt.
Grote grondwaterverontreiniging
Uit een rapport, dat het college aan haar besluit ten grondslag heeft gelegd, blijkt dat er geen risico's zijn voor mens, plant of dier. Wel wordt geconstateerd dat er sprake is van een onbeheersbare situatie, omdat het bodemvolume dat wordt ingesloten door de interventiewaarde contour in het grondwater groter is dan 6.000 m3. Vanwege deze situatie wordt in het rapport uitgegaan van de noodzaak van een spoedige sanering.
Toename van verspreiding
Naast het feit dat sprake is van een grote verontreiniging moet er ook sprake zijn van een verontreiniging die nog steeds plaatsvindt. Hierover wordt in het rapport geen melding gemaakt, waardoor de Afdeling van oordeel is dat het besluit van het college onvoldoende gemotiveerd is. Niet duidelijk is namelijk waarom de grootte van de verontreiniging leidt tot onaanvaardbare risico's van verspreiding.
De Afdeling draagt het college op het gebrek in het besluit te herstellen.
Gerelateerd
Fysieke leefomgeving