Inleiding
In dit eerste deel van de blogreeks gaan wij nader in op de karakteristieken van de enquêteprocedure. Wat is de rol van de Ondernemingskamer, wat is het doel van de enquêteprocedure en wat houden de twee fasen in?
De Ondernemingskamer
De enquêteprocedure wordt in eerste aanleg exclusief gevoerd voor de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam en in cassatie bij de Hoge Raad. De Ondernemingskamer bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast (raadsheren) en twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden (raden). De bevoegdheid van de Ondernemingskamer reikt verder dan alleen het enquêterecht: zij bestrijkt onder andere ook de geschillenregeling (in hoger beroep), de uitkoopregeling, de WOR, de verplicht bod-regeling, de jaarrekeningprocedure en bepaalde kwesties inzake fusie en splitsing.
Doelen van de enquêteprocedure
De enquêteprocedure is gericht op (a) de sanering en het herstel van de gezonde verhoudingen binnen de organisatie door het treffen van voorzieningen door de Ondernemingskamer; en (b) de opening van zaken en de vaststelling bij wie de verantwoordelijkheid berust voor mogelijk wanbeleid.
Het enquêterecht strekt er volgens De Hoge Raad bovendien toe een minderheid van aandeelhouders of certificaathouders te beschermen tegen (mogelijk) machtsmisbruik door de meerderheid en tegen onjuist beleid dat hun (rechts)positie zodanig ondermijnt, dat een door hen ongewenst verlies van hun hoedanigheid van aandeelhouders het gevolg is. Daarnaast gaat een preventieve werking uit van de mogelijkheid om een enquête in te stellen.
Het enquêterecht is er niet voor het beslechten van geschillen van vermogensrechtelijke aard, noch voor het onderzoeken van de achtergronden van dergelijke geschillen.
Twee fasen
De enquêteprocedure is opgedeeld in twee fasen. In de eerste fase beslist de Ondernemingskamer of een onderzoek moet plaatsvinden naar het beleid en de gang van zaken van de rechtspersoon (2:350 lid 1 BW). Deze fase wordt gestart door het indienen van een verzoekschrift bij de Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam. De Ondernemingskamer wijst het verzoek slechts toe, wanneer blijkt van gegronde reden om aan een juiste beleid of juiste gang van zaken te twijfelen. Bij toewijzing van het verzoek wordt een onderzoek gestart naar dit beleid en de gang van zaken. De Ondernemingskamer benoemt daarbij de onderzoekers, bepaalt het zogenoemde budget van het onderzoek en benoemt een raadsheer-commissaris belast met het toezicht op het onderzoek.
De eerste fase eindigt met het neerleggen van het verslag van de uitkomst van het onderzoek ter griffie van het gerechtshof te Amsterdam.
De tweede fase wordt ingeluid met de indiening van het verzoek wanbeleid vast te stellen op basis van het onderzoek. De tweede fase kan ofwel eindigen met de beslissing op dit verzoek, of eindigt als de voorzieningen die doorlopen tot na deze beslissing eindigen.
Onmiddellijke voorzieningen
Hoewel de basis van het enquêterecht is gelegen in het onderzoek, is ook de mogelijkheid van de Ondernemingskamer om gedurende de procedure en het onderzoek voorzieningen te treffen, relevant (art. 2:349a BW). Zie hierover meer uitgebreid ons eerdere blog.
De komende periode verschijnen de vervolgartikelen van deze blogreeks Enquêterecht & de zorgsector.
Lees hier deel 2: Enquêterecht en de zorgsector (2): Toegang tot het enquêterecht.
Lees hier deel 3: Enquêterecht en de zorgsector (3): Eerste en tweede fase
Lees hier deel 4: Enquêterecht en de zorgsector (4): Onmiddellijke voorzieningen
Lees hier: deel 5: Enquêterecht en de zorgsector (5) - De bestuurder
Wilt u weten wat het enquêterecht voor uw zorgorganisatie of uw cliëntenraad kan betekenen? Wij helpen u graag verder. Neem gerust vrijblijvend contact op met Charlotte Perquin-Deelen.
Deze blogreeks is gebaseerd op de twee hoofdstukken (hoofdstuk 14 en hoofdstuk 54) die Louis Houwen en Charlotte Perquin-Deelen hebben geschreven voor het bij Kluwer verschenen Handboek Enquêterecht (C.D.J. Bulten e.a. (red.), Handboek Enquêterecht, Serie vanwege het Van der Heijden Instituut deel 175, Deventer: Wolters Kluwer 2022).