Op 25 januari 2022 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (‘Hof’) een arrest gewezen over de inzameling van afgeschreven zonnepanelen. Het arrest geeft duidelijkheid over de inzamelplicht van elektronisch afval en is in het bijzonder relevant voor exploitanten van zonneparken in Europa die panelen gebruiken uit de periode 2005-2012. In dit blogartikel bespreken wij het arrest en de consequenties daarvan. De praktische gevolgen geven we alvast weg:
- zowel producenten als gebruikers van panelen die voor 13 augustus 2012 en na 13 augustus 2005 in de handel zijn gebracht, kunnen afhankelijk van het geldende regime in de EU-lidstaat gehouden zijn tot (het bekostigen van) inzameling;
- na 13 augustus 2012 rust die plicht zonder uitzondering op de producent daarvan;
- in Nederland rust de plicht tot inzameling reeds vanaf 13 augustus 2005 op de producent.
Achtergrond: de WEEE-richtlijn
Sinds 13 augustus 2012 geldt de Richtlijn Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur (‘WEEE-richtlijn’). De WEEE-richtlijn verplicht producenten tot inzameling van ten minste 65% van door hen geproduceerde en/of in de handel gebrachte elektrische en elektronische apparaten. Vanaf 15 augustus 2018 definieert de WEEE-richtlijn zes categorieën e-waste die onder de richtlijn vallen:
- Warmte/koude uitwisselende apparatuur
- Schermen en monitors
- Lampen
- Grote apparatuur (met een afmeting >50cm)
- Kleine apparatuur
- Kleine IT en telecommunicatieapparatuur
Zonnepanelen vallen onder categorie 4, zo bevestigt ook het Hof van Justitie. In een eerdere Q&A heeft de Europese Commissie bovendien al aangegeven dat zonnepanelen reeds vanaf de inwerkingtreding op 13 augustus 2012 binnen de reikwijdte van de WEEE-richtlijn vallen.
De WEEE-richtlijn bevat ook regels over producten die vóór de inwerkingtreding van de richtlijn in de handel zijn gebracht. Ingevolge artikel 13 moeten lidstaten de inzamelings- en verwerkingsplicht bij producenten neerleggen voor afgedankte elektrische apparaten die vanaf 13 augustus 2005 in de handel zijn gebracht en verkocht zijn aan commerciële afnemers. Eerdere Europese regels lieten lidstaten de keuze tussen het belasten van de producent of de gebruiker met de inzamelingsplicht van elektronisch afval.
Het arrest van het Hof
In Tsjechië waren tot aan de WEEE-richtlijn de commerciële gebruikers van zonnepanelen verplicht tot het bekostigen van de inname en verwerking. Een gebruiker van zonnepanelen die na 2005, maar vóór 2012 in de handel waren gebracht, is bij de Tsjechische rechter opgekomen tegen verplichting om de inzameling en verwerking van de panelen te bekostigen. De Tsjechische bepaling was in strijd met artikel 13 WEEE-richtlijn, dat met terugwerkende kracht de inzamelingsplicht bij de producent neerlegt. Geconfronteerd met de vraag of die terugwerkende verplichting strijd oplevert met het Europeesrechtelijke rechtszekerheidsbeginsel, stelde de hoogste Tsjechische rechter prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie.
Het Hof herhaalt eerst de rechtsregel over terugwerkende kracht van Europese wetten. Het rechtszekerheidsbeginsel staat eraan in de weg dat regels van toepassing zijn op situaties die bestonden voor inwerkingtreding van die regels. Tegelijkertijd mogen die regels wel direct de toekomstige gevolgen van die ‘oude situaties’ adresseren. De terugwerkende verplichting uit artikel 13 WEEE-richtlijn verschuift de kostenverdeling van inzameling van gebruiker naar producent, terwijl de producent die kosten niet meer kan afwenden. Daarmee heeft de verplichting niet alleen betrekking op toekomstige gevolgen, maar ook op de rechtsverhoudingen in ‘oude situaties’, aldus het Hof. Het Hof oordeelt aldus dat artikel 13 WEEE-richtlijn ongeldig is.
Inzameling van zonnepanelen in de handel gebracht tussen 2005-2012
Het regime uit de WEEE-richtlijn is aldus niet langer van toepassing op elektrische en elektronische apparaten die tussen 13 augustus 2005 en 13 augustus 2012 in de handel zijn gebracht. In plaats daarvan geldt het oude regime van Richtlijn 2002/96, dat lidstaten de keuze laat tussen het belasten van de producent en de gebruiker met de inzamelingsplicht. Wie aldus verplicht is tot (bekostiging van) inzameling van deze producten, zal dus per lidstaat verschillen. In Tsjechië rustte de inzamelplicht vóór introductie van de WEEE-richtlijn nog bij de commerciële gebruiker en komt de inzamelplicht voor apparaten in de handel gebracht tussen 2005-2012 weer bij hen te liggen.
Dit arrest illustreert dat het voor internationaal opererende ondernemingen aldus zaak is om de verschillende implementatiewijzen van richtlijnen goed in de gaten te houden. De Nederlandse wetgever heeft reeds bij de implementatie van richtlijn 2002/96 in de Ministeriële Regeling Beheer Elektrische en Elektronische apparatuur ervoor gekozen de inzamelingsplicht neer te leggen bij de producent.