Casus
Op 18 december 2018 wees het gerechtshof Amsterdam een arrest over de aansprakelijkheid van een bestuurder van een Stichting Derdengelden van een advocatenkantoor.
Op grond van de boekhoudverordening van de Nederlandse Orde van Advocaten mag niet één advocaat/bestuurder bevoegd zijn een Stichting Derdengelden te vertegenwoordigen. In onderhavig geval waren twee advocaten/bestuurders gezamenlijk bevoegd, zodat bij elke transactie twee handtekeningen waren vereist.
Bij Rabobank werd een bankrekening geopend en ten behoeve van het uitvoeren van betalingen vanaf de derdengeldenrekening werden twee zogenaamde Rabo Online Keypasses verstrekt. Rabobank stuurde beide Keypasses en pincodes naar het adres van mr. A, die een eenmanskantoor had.
Mr. A verrichtte ongeoorloofde betalingsopdrachten en werd later door de Raad van Discipline van het tableau geschrapt. Door de ongeoorloofde betalingen is Z benadeeld. Z stelt de andere advocaat, mr. X, aansprakelijk omdat hij in zijn hoedanigheid van bestuurder zou zijn tekortgeschoten in de vervulling van zijn bestuurstaak van de Stichting Derdengelden omdat hij onvoldoende controle vooraf en achteraf heeft uitgeoefend om te voorkomen dat de betalingsopdrachten zouden worden gegeven. De rechtbank wijst de vorderingen af.
Hof: geen ernstig persoonlijk verwijt
In hoger beroep overweegt het hof dat indien een stichting tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, uitgangspunt is dat alleen de stichting aansprakelijk is voor de daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van de stichting, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de stichting. Voor het aannemen van zodanige aansprakelijkheid is vereist dat die bestuurder persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Mr. X wist niet van de ongeoorloofde betalingsopdrachten af en niet is gebleken dat hij had kunnen ontdekken dat deze waren gedaan. Daarnaast lag het niet in zijn macht om de betalingsopdrachten ongedaan te maken. Op deze gronden kunnen de vorderingen daarom niet worden toegewezen, zodat in zoverre in het midden kan blijven of mr. X persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Wat betreft het verwijt dat hij wist dat het systeem was gewijzigd in een keycard-systeem en dat hij onvoldoende erop heeft toegezien dat door middel van het keycard-systeem misbruik werd gemaakt door mr. A, overweegt het hof als volgt. De Stichting Derdengelden fungeerde als stichting derdengelden ten behoeve van de door mr. A zelfstandig gevoerde advocatenpraktijk. Het kantoor van mr. X was gevestigd op een ander adres dan dat van mr. A en van de Stichting Derdengelden. Mr. X was verzekerd dat mr. A de Stichting Derdengelden niet of nauwelijks zou gebruiken. Daarmee strookt dat pas ongeveer anderhalf jaar na de oprichting van de Stichting Derdengelden een bankrekening is geopend en dat mr. X pas enkele maanden na het openen van de rekening enkele betalingsopdrachten heeft moeten autoriseren. Daarnaast heeft hij onweersproken aangevoerd dat de overboekingen die hij wel heeft geautoriseerd geschiedden door het handmatig plaatsen van een tweede handtekening onder een betalingsopdracht. Weliswaar staat vast dat Rabobank twee Keypasses heeft verzonden naar het kantooradres van de Stichting Derdengelden, ook staat vast dat mr. X nooit een keypas heeft ontvangen. Onweersproken is dat mr. X niet wist dat het keypassysteem inmiddels was ingevoerd.
Mr. X heeft onweersproken aangevoerd dat hij ervan uitging dat een keypas niet kon worden geactiveerd zonder dat persoonlijk met hem contact zou worden opgenomen om te verifiëren wie hij was. Tegen deze achtergrond behoefde hij redelijkerwijs geen rekening te houden met de mogelijkheid dat mr. A misbruik zou maken van zijn keycard.
Kortom: van een ernstig persoonlijk verwijt en dus aansprakelijkheid van mr. X is geen sprake.
Conclusie
Een bestuurder van een stichting derdengelden advocatuur heeft een controleplicht ter voorkoming van ongeoorloofde betalingen. Indien hem een ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt, kan hij persoonlijk aansprakelijk zijn. In dit geval leidde de afwezigheid van controle niet tot persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder.