In een recente uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant heeft de Voorzieningenrechter bevestigd dat het bij een meervoudig onderhandse aanbestedingsprocedure niet mogelijk is een beroep op de referenties van derden te doen, tenzij dit expliciet in de aanbestedingsstukken of andere van toepassing zijnde regelgeving is toegestaan. Dit geldt ook als het ARW 2016 van toepassing is, nu ook die regeling niet expliciet bepaalt dat een beroep op de referenties van derden mogelijk is bij een meervoudig onderhandse procedure. Deze argumentatie kan naar mijn mening doorgetrokken worden naar andere aanbestedingsprocedures waarop deel 2 en deel 3 van de Aanbestedingswet niet van toepassing zijn en waarbij evenmin in de aanbestedingsstukken of andere toepasselijke regelingen is bepaald dat een beroep op de referenties van derden mogelijk is.
Gerelateerd
Aanbesteding