Belangrijke uitspraak belastingrechter: latente verliezen vallen bij een aandeelhouderswijziging niet onder de regels voor verliesbeperking

23 mei 2022, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Op 20 mei 2022 heeft de Rechtbank Haarlem een belangwekkende uitspraak gedaan over de uitleg van een vennootschapsbelastingregeling (artikel 20a Wet op de vennootschapsbelasting 1969) die verliesverrekening bij vennootschappen beperkt bij wijziging van aandeelhouders. Bij de verkoop van aandelen in een beleggingsvennootschap oordeelde de Rechtbank dat een bij de eerdere aandeelhouderswisseling bestaande minderwaarde van het door de B.V. gehouden vastgoed bij latere realisatie ten laste van de winst kan worden gebracht en niet door artikel 20a wordt beperkt.
Cuno Wittrock
Cuno Wittrock
Fiscalist - Partner
Dennis Nijssen
Dennis Nijssen
Fiscalist - Partner
In dit artikel

Waar draaide het in deze door Dirkzwager aangespannen zaak om?

In het jaar 2015 waren de aandelen van een belastingplichtige B.V. (hierna: ‘BV A’) verkocht. Die BV beschikte over een omvangrijke portefeuille kantoorpanden, waarin als gevolg van de vastgoedcrisis op dat moment een flinke minderwaarde schuil ging. In het jaar 2017 heeft BV A een drietal panden verkocht en daarbij een fiscaal boekverlies van ruim € 4 miljoen gerealiseerd. In haar aangifte vennootschapsbelasting claimde BV A dit verlies.

De Belastingdienst weigerde dit verlies in aftrek toe te laten en verwees in dat kader naar het standpunt van de staatssecretaris van Financiën in een beleidsbesluit over artikel 20a met betrekking tot ongerealiseerde (latente) verliezen. Het gaat hier om het beleidsbesluit van 25 februari 2015, nr. BLKB2015/211M, onderdeel 2.5. In het herziene beleidsbesluit van 17 april 2020, nr. 2020-19072 is dit standpunt overigens niet gewijzigd.

De wettelijke regeling in het kort (artikel 20 Wet op de vennootschapsbelasting 1969)

Artikel 20a is een bepaling die zich richt op handel in zogenoemde verliesvennootschappen. Wanneer het belang in een vennootschap met 30% of meer wijzigt, zijn de fiscale verliezen die zijn geleden voordat die belangenwijziging plaatsvond in de toekomst in beginsel niet langer fiscaal verrekenbaar. Op deze hoofdregel bestaan wettelijke uitzonderingen, maar voor vennootschappen die zich vooral bezig houden met beleggingen zijn die veelal niet van toepassing en gaan de aanwezige verliezen verloren. Volgens de Belastingdienst zou dit op basis van voornoemd beleidsbesluit ook gelden voor ongerealiseerde (latente) verliezen.

Standpunt belanghebbende

BV A stelde zich op het standpunt dat de regeling van artikel 20a uitsluitend ziet op in eerdere jaren geleden (en bij verliesbeschikking vastgestelde) verliezen en niet op latente (ongerealiseerde) verliezen.

Uitspraak belastingrechter

De rechtbank stelde BV A met duidelijke bewoordingen in het gelijk:

“Gelet op de wettekst, de wetsgeschiedenis en de wetssystematiek in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat de beperking van de verliescompensatie in artikel 20a van de Wet Vpb zich niet uitstrekt tot latente verliezen. De in bovengenoemde besluiten besloten liggende andersluidende uitleg van de staatssecretaris van Financiën, kan niet tot een ander oordeel leiden nu de staatssecretaris de uitlatingen in deze besluiten niet heeft gedaan in zijn hoedanigheid van medewetgever maar als uitvoerder van de belastingwet. Deze uitleg kan eiseres dan ook niet worden tegengeworpen. Hieruit volgt dat verweerder het bij de verkoop in 2017 van de drie panden gerealiseerde verlies bij het vaststellen van de aanslag Vpb 2017 ten onrechte van verrekening heeft uitgesloten.”

Commentaar Dirkzwager

Dit is een belangrijke ontwikkeling in de uitleg en toepassing van de bepalingen die zien op de beperking van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. Deze uitspraak biedt perspectief voor kopers van (vastgoed)beleggingsvennootschappen om bij aankoop nog niet gerealiseerde fiscale verliezen in de toekomst te benutten.

Als de Belastingdienst deze uitkomst ongewenst acht, zal zij op korte termijn moeten bezien of zij de wet wil laten aanpassen dan wel eerst hoger beroep / cassatie afwacht. De praktijk wacht met spanning af.

Neem voor vragen of een toelichting gerust contact op met een van onze fiscalisten.

Vastgoed

Belangrijke veranderingen in servicekosten: wijzigingen in de btw-behandeling per 1 januari 2025 en wetsvoorstel met huurrechtelijke aanpassingen

Bij de verhuur van woonruimte en commercieel vastgoed worden vrijwel altijd servicekosten en kosten voor nutsvoorzieningen in rekening gebracht aan de...
Fiscaal - calculator

Rechtbank Noord-Nederland halveert belastingrente voor belastingplichtige vennootschapsbelasting

De rechtbank Noord-Nederland heeft zich uitgelaten over de evenredigheid van de belastingrente voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting.[1] Zij...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

30% regeling: Terugdraaiing van versoberingen in 2024

De 30% regeling is een fiscale faciliteit voor medewerkers met specifieke deskundigheid die uit een ander land naar Nederland zijn uitgezonden of die in dienst...
Fiscaal - earningsstrippingregel - rekenmachine

Aanscherping earningsstrippingregel voor vastgoedlichamen per 01-01-25?

Vanaf 1 januari 2025 zal mogelijk de earningsstrippingregel (renteaftrekbeperking voor de heffing van Vpb) voor vastgoedlichamen worden aangescherpt. In deze...

Aandachtspunten bij Publiek-Private Samenwerkingen gericht op innovatie

Gaat u deelnemen aan een publiek–private samenwerking (PPS)? Hieronder worden enkele juridische en fiscale aandachtspunten genoemd voor PPS-contracten.
No posts found