Belangrijk arrest Hoge Raad over bankgaranties en leegstandschade bij failliete huurder

21 februari 2017, laatst geüpdatet 11 september 2024
Op 17 februari 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een beding waarbij de huurder zich heeft verplicht tot vergoeding van de schade die de verhuurder lijdt door een voortijdig einde van de huurovereenkomst als gevolg van het faillissement van de huurder, niet afdwingbaar is ten opzichte van de faillissementsboedel. Een dergelijk beding is echter wél afdwingbaar ten opzichte van de huurder zelf. Indien een derde de nakoming van de vordering ter zake de leegstandschade heeft gegarandeerd dan...
Robert Rijpstra 
Robert Rijpstra 
Advocaat - Partner
In dit artikel
Op 17 februari 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een beding waarbij de huurder zich heeft verplicht tot vergoeding van de schade die de verhuurder lijdt door een voortijdig einde van de huurovereenkomst als gevolg van het faillissement van de huurder, niet afdwingbaar is ten opzichte van de faillissementsboedel. Een dergelijk beding is echter wél afdwingbaar ten opzichte van de huurder zelf. Indien een derde de nakoming van de vordering ter zake de leegstandschade heeft gegarandeerd dan blijft de garant ten opzichte van de verhuurder gehouden de gegarandeerde schade te voldoen, tenzij anders contractueel is bedongen.

De garant kan zijn regresvordering daarentegen niet verhalen op de boedel. Mocht hij – op welke wijze dan ook – wél verhaal hebben genomen op de boedel en de curator heeft zich daartegen niet verzet, dan brengt dat niet mee dat de verhuurder ongerechtvaardigd is verrijkt ten laste van de boedel.

De Hoge Raad geeft met dit arrest toepassing en een nadere uitwerking van het bekende arrest Aukema/Uni-Invest (HR 24 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3534, NJ 2011/114) en het arrest Romania Beheer (HR 15 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1244, NJ 2014/68).

Naar aanleiding van dit arrest adviseren wij verhuurders van onroerende zaken na te gaan of het door hen gehanteerd model bankgarantie en/of huurovereenkomst voldoet aan de eisen die de Hoge Raad er aan stelt. Dit om te voorkomen dat verhuurders bij een faillissement van hun huurder de leegstandschade niet kunnen verhalen.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Rogier Faase (advocaat insolventierecht, curator) of Robert Rijpstra (advocaat huurrecht).

 

Gerelateerd

Verhuurders opgelet! De Wet betaalbare huur is in werking getreden

In een eerder artikel informeerden we u over de hoofdlijnen van de Wet betaalbare huur die vanaf 1 juli 2024 in werking is getreden. Deze wet heeft als doel de...

Advies aan de Hoge Raad dat huurprijswijzigingsbeding niet oneerlijk is

Er gloort licht voor verhuurders! Enige tijd geleden heeft de rechtbank Amsterdam prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad over de indexatiebedingen in...

Tijdelijke huurovereenkomsten afgeschaft behalve voor deze groepen

Per 1 juli 2024 is de Wet vaste huurcontracten en het daarbij behorende Besluit specifieke groepen tijdelijke huurovereenkomsten in werking getreden. Daarmee...

Wet betaalbare huur aangenomen en van kracht vanaf 1 juli 2024!

Op 25 juni 2024 heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met de Wet betaalbare huur. Daarmee is de inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2024 een feit. De gevolgen...

Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen 2024–2029

Flexwoningen bieden een snelle oplossing voor het woningtekort in Nederland. Het tijdelijke karakter maakt investeerders echter huiverig vanwege onzekerheid...

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over oneerlijk (proces)kostenbeding

Eerder schreven we u al over de mogelijke gevolgen van de uitspraken waarin werd geoordeeld dat de overeengekomen huurverhogingsbedingen bij woonruimte...
No posts found