Alvorens kan worden overgegaan tot saneren, dient het daaraan ten grondslag liggende saneringsplan te worden goedgekeurd door het bevoegd gezag in het kader van de Wet bodembescherming (Gedeputeerde Staten en burgemeester en wethouders van de grote gemeenten). Om bezwaar en beroep te kunnen instellen tegen een besluit tot goedkeuring van een saneringsplan dien je als appellant belanghebbende te zijn. Vaak worden bezwaren van appellanten ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. In deze zaak, die zich afspeelde in Helmond,
oordeelde de Afdeling echter dat een aantal appellanten ten onrechte als belangenhebbende was aangemerkt.
De zaak
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met een saneringsplan. Een viertal appellanten maakt bezwaar tegen deze goedkeuring. Het college oordeelt dat twee appellanten niet-ontvankelijk zijn en verklaart de bezwaren van de andere appellanten ongegrond. De appellanten komen hiervan in hoger beroep bij de Afdeling.
Belanghebbende
Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, is ingevolge de Algemene wet bestuursrecht een belanghebbende. De Afdeling overweegt dat beoordeeld moet worden of de appellanten bij hun woningen gevolgen kunnen ondervinden van de bodemverontreiniging of van de wijze waarop zal worden gesaneerd. Omdat het in deze zaak een immobiele verontreiniging betreft, is er geen vrees voor verspreiding van de verontreiniging. Gezien de afstand tussen de woningen en de saneringslocatie is het naar het oordeel van de Afdeling niet aannemelijk dat appellanten gevolgen kunnen ondervinden van de verontreiniging. Evenmin is aannemelijk dat zij gevolgen kunnen ondervinden van de wijze van sanering. De appellanten kunnen allen niet als belanghebbenden worden aangemerkt.
Commentaar
In het geval er sprake is van een immobiele verontreiniging bepaalt de afstand tot de verontreiniging in grote mate of een appellant als belanghebbende wordt aangemerkt. Bij mobiele verontreiniging ligt dit uiteraard anders. Zeker in geval van (grond)waterverontreiniging zal gekeken worden naar de verspreiding van de verontreiniging en zal een appellant met een zekere afstand tot de verontreiniging eerder als belanghebbende worden aangemerkt.
De zaak
Het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd met een saneringsplan. Een viertal appellanten maakt bezwaar tegen deze goedkeuring. Het college oordeelt dat twee appellanten niet-ontvankelijk zijn en verklaart de bezwaren van de andere appellanten ongegrond. De appellanten komen hiervan in hoger beroep bij de Afdeling.
Belanghebbende
Degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken, is ingevolge de Algemene wet bestuursrecht een belanghebbende. De Afdeling overweegt dat beoordeeld moet worden of de appellanten bij hun woningen gevolgen kunnen ondervinden van de bodemverontreiniging of van de wijze waarop zal worden gesaneerd. Omdat het in deze zaak een immobiele verontreiniging betreft, is er geen vrees voor verspreiding van de verontreiniging. Gezien de afstand tussen de woningen en de saneringslocatie is het naar het oordeel van de Afdeling niet aannemelijk dat appellanten gevolgen kunnen ondervinden van de verontreiniging. Evenmin is aannemelijk dat zij gevolgen kunnen ondervinden van de wijze van sanering. De appellanten kunnen allen niet als belanghebbenden worden aangemerkt.
Commentaar
In het geval er sprake is van een immobiele verontreiniging bepaalt de afstand tot de verontreiniging in grote mate of een appellant als belanghebbende wordt aangemerkt. Bij mobiele verontreiniging ligt dit uiteraard anders. Zeker in geval van (grond)waterverontreiniging zal gekeken worden naar de verspreiding van de verontreiniging en zal een appellant met een zekere afstand tot de verontreiniging eerder als belanghebbende worden aangemerkt.
Gerelateerd
Fysieke leefomgeving