Op grond van artikel 7:2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) heeft de particuliere koper van een tot bewoning bestemde onroerende zaak 3 dagen bedenktijd na ontvangst van een door koper en verkoper ondertekend exemplaar van de koopovereenkomst.
In de casus die voorlag bij Hof Arnhem-Leeuwarden van 26 november 2013 was verkoper van mening dat de koper van een recreatiewoning die de woning uitsluitend gaat gebruiken voor de verhuur, geen beroep kan doen op de bedenktijd. Koper was volgens verkoper gehouden de verplichtingen uit de koopovereenkomst na te komen en kon de koopovereenkomst niet ontbinden met een beroep op de bedenktijd.
De Rechtbank was het hier niet mee eens en wees de vordering van de verkoper af. Verkoper ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat voor artikel 7:2 BW bepalend is of er sprake is van de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak. Het is dus niet van belang of de koper de woning voor eigen gebruik aanschaft. Voor het bestaan van de bedenktijd dient de koper een natuurlijk persoon te zijn die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Het feit dat koper de recreatiewoning uitsluitend aanschaft voor de verhuur, betekent niet dat de koper handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Aangezien verkoper ook niet betwist heeft dat de recreatiewoning een tot bewoning bestemde onroerende zaak is, heeft koper volgens het Hof recht op de bedenktijd. De koper heeft dus terecht de koopovereenkomst tijdens de bedenktijd ontbonden.
In de casus die voorlag bij Hof Arnhem-Leeuwarden van 26 november 2013 was verkoper van mening dat de koper van een recreatiewoning die de woning uitsluitend gaat gebruiken voor de verhuur, geen beroep kan doen op de bedenktijd. Koper was volgens verkoper gehouden de verplichtingen uit de koopovereenkomst na te komen en kon de koopovereenkomst niet ontbinden met een beroep op de bedenktijd.
De Rechtbank was het hier niet mee eens en wees de vordering van de verkoper af. Verkoper ging in hoger beroep. Het Hof oordeelde dat voor artikel 7:2 BW bepalend is of er sprake is van de koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak. Het is dus niet van belang of de koper de woning voor eigen gebruik aanschaft. Voor het bestaan van de bedenktijd dient de koper een natuurlijk persoon te zijn die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Het feit dat koper de recreatiewoning uitsluitend aanschaft voor de verhuur, betekent niet dat de koper handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Aangezien verkoper ook niet betwist heeft dat de recreatiewoning een tot bewoning bestemde onroerende zaak is, heeft koper volgens het Hof recht op de bedenktijd. De koper heeft dus terecht de koopovereenkomst tijdens de bedenktijd ontbonden.
Gerelateerd
Koop en huur