Baanbrekend HR- arrest: Letselschadevergoeding voor werknemer vormt in beginsel geen loon

29 maart 2022, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
Op 25 maart 2022 wees de Hoge Raad een belangrijk arrest met betrekking tot de vraag of een letselschadevergoeding (belast) loon vormt. In onderstaande blog bespreken we deze casus.
In dit artikel

Op 25 maart 2022 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen met betrekking tot de vraag of een letselschadevergoeding (belast) loon vormt. De Hoge Raad oordeelde dat (im)materiële schadevergoedingen niet zonder meer zijn aan te merken als loon. Dit betekent dat de werknemer geen loonbelasting en premie volksverzekeringen verschuldigd is over de schadevergoeding en de werkgever geen premies werknemersverzekeringen of bijdrage Zorgverzekeringswet.

In onderstaande blog lichten wij allereerst de casus toe, waarna we kort ingaan op wanneer sprake is van loon en wat daarvoor (onder andere) van belang is. Vervolgens gaan we in op de rode lijn die tot nu toe met betrekking tot schadevergoedingen werd aangehouden en op de verandering die de Hoge Raad uitspraak van 25 maart hierin brengt.

De casus

Een vrijwilliger bij de brandweer is tijdens zijn werkzaamheden betrokken geraakt bij een ongeval waaraan hij blijvend letsel en een blijvende bewegingsbeperking heeft overgehouden.
De werkgever van de brandweerman heeft, op grond van een bepaling in de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, een ongevallenverzekering afgesloten voor iedereen die als vrijwilliger bij de brandweer werkzaam is. De verzekering voorziet onder meer in een uitkering bij blijvende arbeidsongeschiktheid als gevolg van een dienstongeval. Naar aanleiding van het ongeval keert de verzekering aan de werkgever een letselschadevergoeding van iets meer dan € 32.000 uit.

De letselschadevergoeding is door de werkgever onder inhouding van loonheffing uitbetaald aan de brandweerman. De vraag was of er terecht loonheffingen zijn ingehouden. Met andere woorden: Is de letselschadevergoeding wel of niet aan te merken als loon?

Wanneer is sprake van loon?

Het fiscale loonbegrip is zeer ruim. Loon is namelijk alles wat een werknemer uit een (vroegere) dienstbetrekking geniet, inclusief vergoedingen en verstrekkingen die de werknemer in het kader van de dienstbetrekking ontvangt.
Om te toetsen of een betaling of een andersoortige beloning zijn grond vindt in de dienstbetrekking en daardoor loon vormt, dient onderzocht te worden of er een causaal verband aanwezig is tussen de beloning en de dienstbetrekking. Er moet aan het ‘causaliteitscriterium’ worden voldaan. Dit criterium houdt in dat alleen voordelen die een werknemer in zijn hoedanigheid van werknemer toekomen, voortvloeien uit de dienstbetrekking en kwalificeren als loon.

Voordelen die een werknemer van zijn werkgever in een andere hoedanigheid dan die van werknemer krijgt vormen geen loon. Denk bijvoorbeeld aan het terugbetalen van een schuld die werknemer en werkgever in privé met elkaar zijn overeengekomen. De hoedanigheid waarin zo’n betaling wordt gedaan is die van debiteur – crediteur. De verplichting tot het terugbetalen van de geldschuld is enkel gebaseerd op het civiele recht, nu de voldoening van de schuld geen verband houdt met het wel of niet bestaan van de dienstbetrekking.

Wanneer iemand tijdens zijn werk betrokken raakt bij een ongeval en vervolgens een schadevergoeding krijgt uitgekeerd, kun je je afvragen of aan het causaliteitscriterium wordt voldaan. Vloeit de betaling van de schadevergoeding direct voort uit de dienstbetrekking? En specifiek voor de onderliggende casus: Ontvangt de brandweerman de vergoeding in de hoedanigheid van werknemer, of in een andere hoedanigheid zoals die van (civiel) eiser en is de werkgever de aansprakelijke?

Rode lijn in jurisprudentie tot 25 maart 2022

Tot voor kort was de rode lijn in de (lagere) rechtspraak als volgt:
• Hoofdregel: Wanneer een werkgever in verband met diens aansprakelijkheid voor een door zijn werknemer overkomen ongeval schadevergoedingen betaalt, vinden deze vergoedingen in beginsel niet zozeer hun grond in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten moeten worden aangemerkt. Een en ander wel behoudens bijzondere omstandigheden, zoals bepaalde afspraken in de arbeidsovereenkomst.
Tot dit oordeel kwam de Hoge Raad al in 1983, in het zogenoemde Smeerkuilarrest.
Sindsdien is dit uitgangspunt door feitenrechters aangehouden.

• Uitzondering: Wanneer de verplichting tot het betalen van een schadevergoeding direct volgt uit een rechtspositionele regeling, zoals een arbeidsrechtelijke bepaling in een arbeids-overeenkomst, werd de schadevergoeding – als uitzondering op de hoofdregel - geacht direct uit de dienstbetrekking voort te vloeien waardoor wél sprake was van loon.

Aan het feit dat bij een ongeval op het werk vaak óók een aansprakelijkheid (en daarmee mogelijk een recht op schadevergoeding) voortvloeit uit het civiele recht, en in dit kader de vraag kan worden gesteld of de werknemer de schadevergoeding wel puur in de hoedanigheid van werknemer ontvangt, werd vrijwel geen aandacht besteed. Het opnemen van het recht op een schadevergoeding bij een bedrijfsongeval in de arbeidsvoorwaarden, was al voldoende om tot belast loon te concluderen.

Uitspraak Hoge Raad 25 maart 2022

Terug naar de schadevergoeding voor de brandweerman. De Hoge Raad kwam in deze casus tot het oordeel dat de manier waarop de hierboven genoemde uitzondering – als op grond van een bepaling in de arbeidsovereenkomst recht bestaat op een schadevergoeding, er in principe sprake van loon is door de jaren heen is ingevuld, onjuist is.
Met de ruimte die de Hoge Raad in 1983 liet werd niet bedoeld dat schadevergoedingen die voortvloeien uit een bepaling in de arbeidsovereenkomst altijd loon vormen, maar dat een uitzondering kan worden gemaakt “indien en voor zover een werkgever aan zijn erkenning van aansprakelijkheid een hogere vergoeding verbindt dan rechtstreeks uit die aansprakelijkheid voortvloeit”.

Dit betekent dat wanneer de werkgever een hogere vergoeding betaalt dan waartoe hij op basis van het civiele recht gehouden is, het deel van de vergoeding dat hoger is dan de civiele aansprakelijk-heid in principe loon kan vormen. De hogere vergoeding vloeit dan immers niet voort uit de civiele aansprakelijkheid van de werkgever, maar is mogelijk het gevolg van de dienstbetrekking die tussen werkgever en werknemer bestaat.

Wanneer de werkgever geen hogere vergoeding aan de erkenning van aansprakelijkheid verbindt, brengt de vastlegging in de arbeidsovereenkomst materieel geen verandering in de rechten die de werknemer als gevolg van het ongeval heeft, aldus de Hoge Raad. In dat geval is er geen reden om de vergoeding anders te beoordelen dan de vergoeding voor een werknemer ten aanzien van wie in de arbeidsovereenkomst niets is geregeld en die dus enkel op basis van civiel recht een schade-vergoeding van de werkgever kan vorderen.

Een wezenlijke verandering in de kijk op de belastbaarheid van (letsel)schadevergoedingen.

Mocht u hierover nog vragen hebben, dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen of met uw vaste aanspreekpunt bij Dirkzwager.

Gerelateerd

Rechtbank Noord-Nederland halveert belastingrente voor belastingplichtige vennootschapsbelasting

De rechtbank Noord-Nederland heeft zich uitgelaten over de evenredigheid van de belastingrente voor belastingplichtigen voor de vennootschapsbelasting. Zij...

Belastingdienst publiceert kader voor beoordeling arbeidsrelaties per 1 januari a.s.!

De Belastingdienst heeft eind vorige week het document Toelichting Beoordeling Arbeidsrelaties gepubliceerd. Hierin verduidelijkt de Belastingdienst de...

30% regeling: Terugdraaiing van versoberingen in 2024

De 30% regeling is een fiscale faciliteit voor medewerkers met specifieke deskundigheid die uit een ander land naar Nederland zijn uitgezonden of die in dienst...
Fiscaal - earningsstrippingregel - rekenmachine

Aanscherping earningsstrippingregel voor vastgoedlichamen per 01-01-25?

Vanaf 1 januari 2025 zal mogelijk de earningsstrippingregel (renteaftrekbeperking voor de heffing van Vpb) voor vastgoedlichamen worden aangescherpt. In deze...

Aandachtspunten bij Publiek-Private Samenwerkingen gericht op innovatie

Gaat u deelnemen aan een publiek–private samenwerking (PPS)? Hieronder worden enkele juridische en fiscale aandachtspunten genoemd voor PPS-contracten.

Juridische en fiscale aandachtspunten van overdracht van IE-rechten binnen een groep

In deze blog gaan wij in op de positionering van Intellectuele eigendomsrechten (‘IE-rechten’), zoals auteursrechten, octrooirechten en merkrechten, binnen de...
No posts found