Architect en auteursrecht
Net als iedere maker heeft een architect aanspraak op bescherming van auteursrecht. De Auteurswet noemt ook expliciet architectonische werken als auteursrechtelijk beschermd in Artikel 10: ‘ontwerpen, schetsen en plastische werken, betrekkelijk tot de bouwkunde’.
DNR-voorwaarden
Daarnaast worden door veel architectenbureau’s de DNR voorwaarden geregeld van toepassing verklaard. Ook daarin staat kort gezegd dat ‘de adviseur’, zijnde de architect, het uitsluitend recht tot openbaarmaking, verwezenlijking en verveelvoudiging van zijn ontwerpen, tekeningen, schetsen, foto’s en alle andere afbeeldingen van zijn ontwerp houdt (art. 46, versie 2011). Ook de Auteurswet, het Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom inzake merken, tekeningen en modellen (BVIE) wordt daarbij genoemd.
Tevens is in (art. 48 van) de DNR-voorwaarden opgenomen dat het een opdrachtgever niet is toegestaan het advies geheel dan wel gedeeltelijk nogmaals te gebruiken zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming.
Auteursrecht in gezamenlijk project
De vraag naar auteursrechten in een gezamenlijk project speelt ook in een recente juridische procedure tussen twee architecten betreffende de hoofdterminal en aanverwante gebouwen van Eindhoven Airport. Zij hebben samen aan een project gewerkt, waarbij voornoemde gebouwen zijn ontworpen als ‘groeimodel’.
Na die opdracht is het groeimodel uitgebreid door architect De Bever met een bagagehal, waarvoor een opdracht is verstrekt zonder dat de andere architect (KCAP) daarbij betrokken is geweest.
Exclusiviteit?
De eerste vraag die de rechter moet beantwoorden is op de exclusiviteitsbepalen in de eerdere samenwerkingsovereenkomst van opdracht zijn geschonden. De rechtbank oordeelt van niet.
Artikel 16 van die overeenkomst bepaalt namelijk dat de exclusiviteit geldt voor ‘de Opdracht’ en artikel 18 bepaalt dat de overeenkomst geldt voor de duur van de Opdracht. De Opdracht was al afgerond en de overeenkomst is als zodanig geëindigd.. Ook anderszins is niet aannemelijk dat partijen een (verderstrekkende) exclusiviteit zijn overeengekomen, of dat KCAP mocht aannemen dat De Bever zich ertoe verbond om - ook na het einde van de samenwerkingsovereenkomst - exclusief met haar te blijven samenwerken.
Schending auteursrechten
Kcap verwijt het de Bever (en Eindhoven Airport) ook dat zij, in strijd met het mede-auteursrecht, de gebouwen hebben uitgebreid, en voorts hebben nagelaten Kcap's naam te vermelden. Ook stelt deze architect dat er in strijd is gehandeld het auteursrechtelijk persoonlijkheidsrecht.
Uitbreiding
De uitbreiding van de terminal vormde eerder uitgangspunt van het project. Een onderdeel uit dat ontwerp is kort gezegd gekopieerd in de Bagagehal die later is gerealiseerd. Dat dit een kopie is blijkt uit heit feit dat dit deel is voor 95% gekopieerd in de Bagagehal.
De rechtbank oordeelt dat hiermee sprake is van een verveelvoudiging en een openbaarmaking.
Gemeenschappelijk auteursrecht
De Bever stelt dat KCAP slechts medegerechtigde is, op het auteursrecht en betwist dat men voor de Bagagehal toestemming had moeten vragen aan Kcap. De rechtbank oordeelt echter anders. Zij oordeelt dat Kcap geen afstand heeft gedaan van auteursrecht, en ook geen onvoorwaardelijke toestemming heeft verleend voor gebruik (licentie).
Inbreuk op auteursrecht
Vervolgens oordeelt de rechtbank:
‘Vast staat dat Kcap geen toestemming aan De Bever en EA heeft gegeven voor verveelvoudiging in de bagagehal. Door zonder haar toestemming te verveelvoudigen en openbaar te maken hebben De Bever en EA inbreuk gemaakt op het mede-auteursrecht van Kcap. Ingevolge artikel 26 Aw kan in geval van inbreuk ieder van hen het gemeenschappelijke auteursrecht handhaven. Dat geldt niet alleen tegenover derden, maar ook tussen de mederechthebbenden onderling.’
De rechtbank oordeelt daaro dat De Bever en Eindhoven Airport hiermee inbreuk maken op de (mede) aan KCAP toekomende auteursrechten, waaronder het recht op verveelvoudiging en openbaarmaking.
Recht op naamsvermelding
Kcap doet als architectenbureau ook een beroep op het recht op naamsvermelding, als persoonlijkheidsrecht. Ook dat beroep slaagt:
‘In de door Kcap overgelegde plaatjes van de Bagagehal (prod. 15 Kcap onder Nieuws en Media) staat alleen de naam van De Bever. Naar het oordeel van de rechtbank komt Kcap in verband met naamsvermelding - als fictieve mede-maker in de zin van artikel 8 Aw - een beroep op het persoonlijkheidsrecht toe’
Vergoedingsplicht bij hergebruik
Kcap heeft dus geen toestemming gegeven aan voor het verveelvoudigen en openbaarmaken. De rechtbank neemt aan dat tot de eerder overeengekomen verplichtingen hoort: de vergoedingsplicht bij hergebruik. De rechtbank sluit hier aan bij de DNR-voorwaarden. Zij stelt dat van ‘herhaling van een advies’ als bedoeld in art. 48 DNR of ‘hergebruik’ van een ontwerp ook sprake is als het op een andere locatie gebeurt. Kcap stelt daarom volgens de rechtbank terecht dat EA ook op dit punt tekort is geschoten in de verbintenis tot naamsvermelding die voortvloeit uit de diverse contractuele voorwaarden.
Schadevergoeding
Gedaagde partijen worden veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding, op te maken bij staat. De Bever wordt ook nog veroordeeld tot een rectificatie
Ten aanzien van de schadevergoeding wordt door de rechtbank nog opgemerkt dat wegens de auteursrechtinbreuk de mogelijkheid van schade aannemelijk is, omdat Kcap in ruil voor toestemming een vergoeding had kunnen bedingen en dat reputatieschade niet valt uit te sluiten. De stelling dat ‘de architectonische relevantie van de Bagagehal’ beperkt is en een vergoeding daarom beperkt zou zijn, is onvoldoende om de mogelijkheid van schade niet aannemelijk te achten.
Conclusie
Ook als een architect niet is betroken bij uitbreiding van een eerder ontwerp kan het zo zijn dat er toch rekening moet worden gehouden met de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van de architect.
Joost Becker, advocaat auteursrecht