De Rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat een gedupeerde partij geen aanspraak kan maken op aanvullende schadevergoeding, naast de contractuele boete, als de daadwerkelijke schade lager is dan het boetebedrag. De rechtbank geeft uitleg aan artikel 10 van de NVM koopovereenkomst voor een bestaande eengezinswoning.
De zaak
A is bestuurder en enig aandeelhouder van X B.V. en tevens bewindvoerder over alle goederen van Y. A verkoopt de woning van Y aan X B.V. voor € 150.000,00. De levering van de woning zou uiterlijk 1 augustus 2011 plaatsvinden. Voor de levering heeft X B.V. de woning doorverkocht aan C voor een bedrag van € 195.000,00. Deze levering zou plaatsvinden uiterlijk 1 september 2011. De overeenkomst is opgesteld overeenkomstig het model NVM koopovereenkomst voor een bestaande eengezinswoning.
Eind augustus laat X B.V. aan C weten de woning niet op 1 september te kunnen leveren. A heeft de woning namelijk nog niet aan X B.V. geleverd. Met verwijzing naar artikel 10 uit de koopovereenkomst stelt C X B.V. in gebreke met de sommatie de woning alsnog binnen acht dagen te leveren. Voor het geval X B.V. daarmee in gebreke zou blijven, vordert C nakoming van de leveringsverplichting en betaling van dagelijks te verbeuren boeten. Daarnaast stelt C aanspraak te maken op aanvullende schadevergoeding.
Machtiging kantonrechter
A had als bewindvoerder machtiging van de kantonrechter nodig om de woning aan X B.V. te verkopen en leveren. De kantonrechter was echter voornemens deze machtiging niet te verlenen. A heeft C laten weten de woning rechtstreeks aan C te leveren. Op 10 oktober heeft de kantonrechter hiervoor de machtiging verleend en op 2 december is de woning door A aan C geleverd. Per die datum ontbindt C de koopovereenkomst met X B.V. en vordert € 49.000,00 ter zake van contractueel overeengekomen boete met rente, alsmede aanvullende schadevergoeding. De boete is gebaseerd op artikel 10.3 van de koopovereenkomst. Volgens X B.V. is echter artikel 10.2 van toepassing.
Artikel 10 NVM koopovereenkomst
Artikel 10 van de NVM koopovereenkomst regelt de ingebrekestelling, ontbinding en nakoming en de boete die contractueel overeengekomen wordt. Artikel 10.2 is van toepassing als de wederpartij er na ingebrekestelling voor kiest om de koopovereenkomst te ontbinden. De boete bedraagt in dit geval 10 % van de koopsom. Artikel 10.3 is van toepassing als de nalatige partij toch gaat leveren na in gebreke gesteld te zijn. De boete wordt berekend voor elke verstreken dag na de ingebrekestelling tot de datum van levering. In deze overeenkomst was de boete gesteld op 3 promille van de koopsom per dag.
X B.V. stelt dat artikel 10.2 van toepassing is, omdat de koopovereenkomst uiteindelijk ontbonden is. Deze visie is naar het oordeel van de rechtbank onjuist. De bedoeling was namelijk om na ingebrekestelling te gaan leveren. Artikel 10.3 ziet ook op de situatie dat de koopovereenkomst na verloop van tijd toch ontbonden wordt. De boete zal dan verschuldigd zijn over de dagen na de ingebrekestelling tot aan de dag waarop de overeenkomst ontbonden is. De rechter oordeelt dat er over 84 dagen boete verschuldigd is en dat er geen reden is tot matiging van de boete.
Aanvullende schadevergoeding
Voor wat betreft de aanvullende schadevergoeding is het artikel op meerdere manieren te lezen. De rechtbank kiest echter voor de uitleg van de minimumschadevergoeding, zoals ook is gedaan in de toelichting op de NVM koopovereenkomst. Deze uitleg houdt in dat er alleen aanvullende schadevergoeding kan worden geëist als de daadwerkelijke schade hoger is dan de boete. De schade van C is echter lager dan het boetebedrag, zodat C naast de boete geen aanspraak kan maken op aanvullende schadevergoeding.
De zaak
A is bestuurder en enig aandeelhouder van X B.V. en tevens bewindvoerder over alle goederen van Y. A verkoopt de woning van Y aan X B.V. voor € 150.000,00. De levering van de woning zou uiterlijk 1 augustus 2011 plaatsvinden. Voor de levering heeft X B.V. de woning doorverkocht aan C voor een bedrag van € 195.000,00. Deze levering zou plaatsvinden uiterlijk 1 september 2011. De overeenkomst is opgesteld overeenkomstig het model NVM koopovereenkomst voor een bestaande eengezinswoning.
Eind augustus laat X B.V. aan C weten de woning niet op 1 september te kunnen leveren. A heeft de woning namelijk nog niet aan X B.V. geleverd. Met verwijzing naar artikel 10 uit de koopovereenkomst stelt C X B.V. in gebreke met de sommatie de woning alsnog binnen acht dagen te leveren. Voor het geval X B.V. daarmee in gebreke zou blijven, vordert C nakoming van de leveringsverplichting en betaling van dagelijks te verbeuren boeten. Daarnaast stelt C aanspraak te maken op aanvullende schadevergoeding.
Machtiging kantonrechter
A had als bewindvoerder machtiging van de kantonrechter nodig om de woning aan X B.V. te verkopen en leveren. De kantonrechter was echter voornemens deze machtiging niet te verlenen. A heeft C laten weten de woning rechtstreeks aan C te leveren. Op 10 oktober heeft de kantonrechter hiervoor de machtiging verleend en op 2 december is de woning door A aan C geleverd. Per die datum ontbindt C de koopovereenkomst met X B.V. en vordert € 49.000,00 ter zake van contractueel overeengekomen boete met rente, alsmede aanvullende schadevergoeding. De boete is gebaseerd op artikel 10.3 van de koopovereenkomst. Volgens X B.V. is echter artikel 10.2 van toepassing.
Artikel 10 NVM koopovereenkomst
Artikel 10 van de NVM koopovereenkomst regelt de ingebrekestelling, ontbinding en nakoming en de boete die contractueel overeengekomen wordt. Artikel 10.2 is van toepassing als de wederpartij er na ingebrekestelling voor kiest om de koopovereenkomst te ontbinden. De boete bedraagt in dit geval 10 % van de koopsom. Artikel 10.3 is van toepassing als de nalatige partij toch gaat leveren na in gebreke gesteld te zijn. De boete wordt berekend voor elke verstreken dag na de ingebrekestelling tot de datum van levering. In deze overeenkomst was de boete gesteld op 3 promille van de koopsom per dag.
X B.V. stelt dat artikel 10.2 van toepassing is, omdat de koopovereenkomst uiteindelijk ontbonden is. Deze visie is naar het oordeel van de rechtbank onjuist. De bedoeling was namelijk om na ingebrekestelling te gaan leveren. Artikel 10.3 ziet ook op de situatie dat de koopovereenkomst na verloop van tijd toch ontbonden wordt. De boete zal dan verschuldigd zijn over de dagen na de ingebrekestelling tot aan de dag waarop de overeenkomst ontbonden is. De rechter oordeelt dat er over 84 dagen boete verschuldigd is en dat er geen reden is tot matiging van de boete.
Aanvullende schadevergoeding
Voor wat betreft de aanvullende schadevergoeding is het artikel op meerdere manieren te lezen. De rechtbank kiest echter voor de uitleg van de minimumschadevergoeding, zoals ook is gedaan in de toelichting op de NVM koopovereenkomst. Deze uitleg houdt in dat er alleen aanvullende schadevergoeding kan worden geëist als de daadwerkelijke schade hoger is dan de boete. De schade van C is echter lager dan het boetebedrag, zodat C naast de boete geen aanspraak kan maken op aanvullende schadevergoeding.
Gerelateerd
Koop en huur