Onderzoek ACM
De reden voor het onderzoek is dat de belangen van de appwinkels volgens de ACM niet noodzakelijkerwijs gelijk zijn aan de belangen van de appaanbieders. Er bestaat mogelijk een mededingingsprobleem omdat de eigenaren van de appwinkels het platform beheren en tevens zelf apps via dat platform aanbieden. Dat kan een prikkel zijn voor de platformbeheerders Apple en Google om hun eigen applicaties een betere positie te geven dan concurrerende apps.
Het onderzoeksonderwerp van de ACM doet denken aan de Google-shoppingzaak. De Europese Commissie heeft Google in 2017 een boete opgelegd van EUR 2.42 miljoen omdat Google in haar zoekmachineresultaten de eigen prijsvergelijkingswebsite(s) een preferente positie gaf in vergelijking met concurrerende prijsvergelijkingssites. Daarmee zou Google misbruik hebben gemaakt van haar economische machtspositie en in strijd hebben gehandeld met het (Europees) mededingingsrecht.
Mededinging in de digitale economie
De digitale economie en de mogelijke machtsposities die daar ontstaan (bijvoorbeeld door de eigendom/het gebruik van gegevens), leiden tot toenemende belangstelling van mededingingswaakhonden. Het onderzoek van de ACM past goed in haar Agenda 2018 – 2019 en de Digital Single Market Strategy van de Europese Commissie.
Bevoordeling van het eigen platform is echter niet het enige actuele mededingingsonderwerp in de digitale economie. Andere voorbeelden zijn:
- de toegang tot (persoons)gegevens (Big Data) die door de platformbeheerder wordt verkregen, kan een essentiële faciliteit zijn om producten of diensten op andere markten aan te bieden;
- algoritmen van verschillende (web)winkels of platforms kunnen de prijzen van verschillende aanbieders (al dan niet bewust) op elkaar afstemmen;
- platforms kunnen over dusdanig veel informatie beschikken dat deze hun algoritmen in staat stelt om concurrentiebeperkende prijsdiscriminatie toe te passen;
- de toepassing van laagsteprijsgaranties (prijspariteit) door internetplatforms zoals Booking.com en thuisbezorgd.nl;
- de toegang tot een platform kan voor de gebruiker zodanig belangrijk zijn dat hij bereid is om onbillijke contractvoorwaarden te aanvaarden.
Duidelijk is dat de digitale economie leidt tot diverse mededingingsrisico’s die momenteel aan rechters in de gehele Europese Unie worden voorgelegd. Het onderzoek naar mogelijke bevoordeling door webwinkels door ACM - dat één van de mogelijke concurrentieproblemen adresseert - is daarom toe te juichen. Het zal geen einde maken aan de discussie over de toelaatbaarheid van (al dan niet concurrentiebeperkende) gedragingen van technologiebedrijven.