Annotatie in Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht (JBPR 2024/39) over de toepassing van titel 14A Rv in hoger beroep

5 november 2024, laatst geüpdatet 7 november 2024

In het tijdschrift Jurisprudentie Burgerlijk Procesrecht (JBPR 2024/39) is een noot van Tristan Wouda en Elline Diedering-Kuus gepubliceerd over de toepassing van titel 14A Rv in hoger beroep.

In dit artikel

Titel 14A Rv geeft bijzondere procedurevoorschriften voor de WAMCA (Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie). In de noot bespreken de auteurs aan de hand van een arrest van 5 maart 2024 van het gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:338) de vraag of, en zo ja, hoe de voorschriften uit deze titel in hoger beroep toepassing dienen te vinden. De auteurs bepleiten dat het hof terecht geen betekenis toekent aan art. 1018c lid 1 en lid 2 Rv, maar wijzen erop dat een aantal andere voorschriften uit titel 14A Rv in hoger beroep wel degelijk een functie vervullen. De auteurs concluderen dat de rechter – bij gebrek aan vingerwijzingen van de wetgever – steeds tegen de achtergrond van het doel van de betreffende bepaling, en in het licht van de doeleinden van de WAMCA-regeling als geheel, moet bezien of het betreffende voorschrift in hoger beroep (onverkort) kan worden toegepast.

De volledige noot is hier te raadplegen:

Download publicatie