In de noot wordt aan de hand van uitspraken onderzocht onder welke omstandigheden sprake is van een wezenlijke wijziging als een contractueel overeengekomen termijn verstrijkt. De auteurs concluderen dat een aanbestedende dienst in beginsel vrij is in de keuze om al dan niet coulance te betrachten bij het niet voldoen aan een in de aanbestede overeenkomst respectievelijk aanbestedingsstukken opgenomen eis of voorwaarde. Dit is pas anders als (bijvoorbeeld) sprake is van uitlatingen van de aanbestedende dienst tijdens de aanbestedingsprocedure op basis waarvan objectief kan worden vastgesteld dat een bepaalde eis wezenlijk is en dus gehandhaafd zou worden.
De volledige noot van Mathijs Jonkers en Tony van Wijk is hier te raadplegen: