Agentuur, distributie en franchise: wat zijn de verschillen?

29 november 2019, laatst geüpdatet 28 augustus 2024
In de commerciële wereld zijn er verschillende manieren om in een samenwerking tussen één of twee bedrijven producten en/of diensten op de markt te brengen. Een dergelijke samenwerking kan in verschillende juridische vormen gegoten worden. Bijvoorbeeld in de vorm van agentuur, distributie of franchise.
Lotte te Linde 
Lotte te Linde 
Advocaat - Senior
In dit artikel

In de praktijk merken wij dat niet altijd even duidelijk is wanneer er sprake is van een agentuur-, distributie- of franchiserelatie. Dat kunnen wij ons best voorstellen. Tussen deze overeenkomsten bestaat ook zeker overlap. Zo kwalificeren ze alle drie als duurovereenkomsten. Toch bestaan er wel degelijk ook belangrijke verschillen tussen agentuur, distributie en franchise. Om te bepalen welke rechten en verplichtingen gelden, is het belangrijk dat u deze drie overeenkomsten van elkaar onderscheidt. In dit artikel worden de belangrijkste verschillen tussen de agentuurovereenkomst, de distributieovereenkomst en de franchiseovereenkomst uiteengezet.

De agentuurovereenkomst

De agentuurovereenkomst is een benoemde – dat wil zeggen in de wet geregelde – duurovereenkomst. Artikel 7:428 lid 1 Burgerlijk Wetboek bevat de volgende definitie van de agentuurovereenkomst:

De agentuurovereenkomst is een overeenkomst waarbij de ene partij, de principaal, aan de andere partij, de handelsagent, opdraagt, en deze zich verbindt, voor een bepaalde of een onbepaalde tijd en tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen, en deze eventueel op naam en voor rekening van de principaal te sluiten zonder aan deze ondergeschikt te zijn.”

Uit deze definitie blijkt dat het bij agentuur gaat om een overeenkomst waarbij de principaal de handelsagent opdraagt om voor een bepaalde of onbepaalde tijd en tegen beloning te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten, altijd voor rekening van en doorgaans ook op naam van de principaal. De handelsagent gaat dus zelf geen overeenkomsten aan maar heeft slechts een bemiddelende rol. Ter compensatie heeft een handelsagent recht op provisie (ofwel commissie) indien door zijn inspanningen een overeenkomst tussen de principaal en de klant tot stand komt.

Indien de agentuurovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd of voor bepaalde tijd met tussentijdse opzeggingsmogelijkheid, kan de overeenkomst worden opgezegd met inachtneming van de wettelijk voorgeschreven opzegtermijn. De (lengte van de) opzegtermijn is afhankelijk van de duur van de agentuurovereenkomst en is van dwingend recht: de principaal en de handelsagent kunnen er niet van afwijken. Daarnaast is de principaal in veel gevallen wettelijk verplicht om bij het einde van de agentuurovereenkomst een goodwillvergoeding (ook wel klantenvergoeding genoemd) aan de handelsagent te betalen. Deze wettelijke verplichting is van semi-dwingend recht: er mag niet ten nadele van de handelsagent van worden afgeweken.

De distributieovereenkomst

In tegenstelling tot de agentuurovereenkomst is de distributieovereenkomst niet in de wet geregeld. De distributieovereenkomst wordt dus ook wel aangeduid als een onbenoemde duurovereenkomst. Dit maakt dat partijen bij een distributieovereenkomst in beginsel vrij zijn om de afspraken te maken die zij wensen. Het gerechtshof Den Haag heeft in het Bandit-arrest uit 2010 de distributieovereenkomst als volgt gedefinieerd:

“De – niet wettelijk geregelde – distributieovereenkomst kan worden omschreven als een duurovereenkomst waarbij de ene partij, de leverancier, zich verplicht bepaalde producten of diensten te leveren aan zijn wederpartij, de distributeur, met het oog op doorlevering van die producten of diensten aan afnemers van die distributeur voor rekening en risico van de distributeur en in diens naam.”

In het geval van de distributieovereenkomst verplicht de leverancier zich ertoe om bepaalde producten of diensten aan de distributeur te leveren, die deze producten of diensten op zijn beurt voor eigen rekening en in eigen naam aan afnemers (door)verkoopt. Dat de distributeur producten of diensten voor eigen rekening en risico en onder eigen naam aan de afnemers verkoopt, onderscheidt de distributieovereenkomst daarmee van de agentuurovereenkomst. Bij een agentuurovereenkomst bemiddelt immers de handelsagent en worden de overeenkomsten uiteindelijk voor rekening van en doorgaans ook op naam van de principaal gesloten. Een ander belangrijk verschil is dat bij een distributieovereenkomst – anders dan bij een agentuurovereenkomst – het niet wettelijk verplicht is om een goodwill- of klantenvergoeding te betalen bij het einde van de overeenkomst.

De franchiseovereenkomst

Ook de franchiseovereenkomst is (nu nog) een onbenoemde duurovereenkomst. Voor de franchiseovereenkomst geldt dus net als voor de distributieovereenkomst dat partijen in beginsel vrij zijn om de afspraken te maken die zij willen. De franchiseovereenkomst wordt in de literatuur veelal als volgt gedefinieerd:

"… een systeem voor de afzet van goederen en/of diensten en/of de toepassing van technologie, gebaseerd op een hechte en voortdurende samenwerking tussen juridisch en financieel zelfstandige en onafhankelijke ondernemingen, de franchisegever en zijn individuele franchisenemers. De franchisegever verleent daarbij aan zijn individuele franchisenemers het recht en legt hen de verplichting op om een bedrijf te exploiteren volgens het concept van de franchisegever.”

Kortom, een belangrijk kenmerk van de franchiseovereenkomst is dat het concept van de franchisegever door de franchisenemer in een bepaald territorium wordt geëxploiteerd. Dit betekent dat de franchisenemer, anders dan een distributeur, doorgaans de handelsmerken, de naam, de knowhow en het logo van de franchisegever gebruikt en vaak zelfs moet gebruiken op basis van de franchiseovereenkomst. In het geval van een distributieovereenkomst maakt de distributeur juist geen gebruik van de handelsmerken, de naam, de knowhow en het logo van de leverancier.

De franchiseovereenkomst verschilt van de agentuurovereenkomst doordat de handelsagent bemiddelt, terwijl de franchisenemer voor eigen rekening en risico de producten van de franchisegever exploiteert. Bovendien komt het vaak voor dat handelsagenten vaak meerdere agenturen hebben. Franchisenemers daarentegen exploiteren één formule waaruit hun hele onderneming bestaat.

Overigens is de wetgever van plan om ook de franchiseovereenkomst een wettelijke basis te geven. Het voorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State en de bedoeling is dat voor het einde van dit jaar een wetsvoorstel kan worden ingediend bij de Tweede Kamer. Op deze kennispagina is een reeks artikelen geschreven die meer ins and outs geven over dit wetsvoorstel.