Aanbesteders hebben de bevoegdheid om “abnormaal lage inschrijvingen” af te wijzen. Maar wat is een “abnormaal lage inschrijving”? Over deze vraag moest recent de voorzieningenrechter van de rechtbank te Utrecht zich buigen.
De wettelijke bepaling
Artikel 56 Bao luidt als volgt:
Uitgangspunt is dus dat alvorens tot afwijzing van een abnormaal laag lijkende inschrijving wordt overgegaan, de inschrijver om een toelichting wordt verzocht. Alleen wanneer deze toelichting het abnormaal lage karakter niet wegneemt, kan tot afwijzing worden overgegaan.
Abnormaal laag bij dumpprijs of fout inschrijver
Volgens de Utrechtse voorzieningenrechter kan van een abnormaal lage inschrijving sprake zijn indien het gaat om zodanig lage tarieven dat de aanbesteder gegronde redenen heeft om te vrezen dat de inschrijver een fout heeft gemaakt of een dumpprijs heeft aangeboden, teneinde letterlijk tegen elke prijs de opdracht te verkrijgen. Het gaat derhalve om tarieven die lager zijn dan gewoon laag. In dergelijke gevallen ligt het in de rede dat de inschrijver in de uitvoeringsfase pogingen zal ondernemen om zijn al dan niet ingecalculeerde verlies goed te maken door te korten op de uitvoering. De aanbesteder wordt dan geconfronteerd met een inschrijver die zijn inschrijving niet kan waar maken.
Opgegeven beheerkosten waren abnormaal laag
Het ging in Utrecht om een aanbesteding voor het leveren, plaatsen, testen, beheren en onderhouden van een meetnet. Inschrijvers moesten onder meer een prijs opgeven voor het jaarlijkse beheer en onderhoud. Inschrijver X had ingeschreven met een prijs van € 78,- per meetpunt per jaar. Na een inhoudelijke beoordeling oordeelt de voorzieningenrechter dat de werkelijke kosten ten minste € 80,- zullen bedragen. Mede gelet op het feit dat X geen verdere inzage in de opbouw van het tarief van € 78,- had gegeven, concludeert de voorzieningenrechter dat dit tarief van € 78,- abnormaal laag is. De aanbesteder vreesde terecht dat X haar verplichtingen met betrekking tot het beheer en onderhoud van de meetpunten niet zou kunnen nakomen. Dit leverde voldoende grond op om de inschrijving van X terzijde te leggen.
Conclusie: veiligheidsklep voor aanbesteders
Bij abnormaal lage inschrijvingen bestaat het risico dat de inschrijver bij de uitvoering pogingen zal ondernemen om zijn al dan niet ingecalculeerde verlies te compenseren. Wanprestatie ligt derhalve op de loer. De bevoegdheid tot afwijzing van dergelijke inschrijvingen is derhalve een veiligheidsklep voor aanbesteders.
Bedacht dient te worden dat de afwijzing een bevoegdheid is en geen verplichting. Het staat een aanbestedende dienst dus in beginsel vrij om wel aan een ‘abnormaal lage inschrijver’ te gunnen.
De wettelijke bepaling
Artikel 56 Bao luidt als volgt:
“Wanneer voor een bepaalde overheidsopdracht inschrijvingen worden gedaan die in verhouding tot de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijken, verzoekt de aanbestedende dienst, voordat hij deze inschrijvingen kan afwijzen, schriftelijk om de door hem nodig geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.”
Uitgangspunt is dus dat alvorens tot afwijzing van een abnormaal laag lijkende inschrijving wordt overgegaan, de inschrijver om een toelichting wordt verzocht. Alleen wanneer deze toelichting het abnormaal lage karakter niet wegneemt, kan tot afwijzing worden overgegaan.
Abnormaal laag bij dumpprijs of fout inschrijver
Volgens de Utrechtse voorzieningenrechter kan van een abnormaal lage inschrijving sprake zijn indien het gaat om zodanig lage tarieven dat de aanbesteder gegronde redenen heeft om te vrezen dat de inschrijver een fout heeft gemaakt of een dumpprijs heeft aangeboden, teneinde letterlijk tegen elke prijs de opdracht te verkrijgen. Het gaat derhalve om tarieven die lager zijn dan gewoon laag. In dergelijke gevallen ligt het in de rede dat de inschrijver in de uitvoeringsfase pogingen zal ondernemen om zijn al dan niet ingecalculeerde verlies goed te maken door te korten op de uitvoering. De aanbesteder wordt dan geconfronteerd met een inschrijver die zijn inschrijving niet kan waar maken.
Opgegeven beheerkosten waren abnormaal laag
Het ging in Utrecht om een aanbesteding voor het leveren, plaatsen, testen, beheren en onderhouden van een meetnet. Inschrijvers moesten onder meer een prijs opgeven voor het jaarlijkse beheer en onderhoud. Inschrijver X had ingeschreven met een prijs van € 78,- per meetpunt per jaar. Na een inhoudelijke beoordeling oordeelt de voorzieningenrechter dat de werkelijke kosten ten minste € 80,- zullen bedragen. Mede gelet op het feit dat X geen verdere inzage in de opbouw van het tarief van € 78,- had gegeven, concludeert de voorzieningenrechter dat dit tarief van € 78,- abnormaal laag is. De aanbesteder vreesde terecht dat X haar verplichtingen met betrekking tot het beheer en onderhoud van de meetpunten niet zou kunnen nakomen. Dit leverde voldoende grond op om de inschrijving van X terzijde te leggen.
Conclusie: veiligheidsklep voor aanbesteders
Bij abnormaal lage inschrijvingen bestaat het risico dat de inschrijver bij de uitvoering pogingen zal ondernemen om zijn al dan niet ingecalculeerde verlies te compenseren. Wanprestatie ligt derhalve op de loer. De bevoegdheid tot afwijzing van dergelijke inschrijvingen is derhalve een veiligheidsklep voor aanbesteders.
Bedacht dient te worden dat de afwijzing een bevoegdheid is en geen verplichting. Het staat een aanbestedende dienst dus in beginsel vrij om wel aan een ‘abnormaal lage inschrijver’ te gunnen.
Gerelateerd
Aanbesteding