Voor leveranciers van goederen is een faillissement van een afnemer die nog niet alle nota’s heeft voldaan altijd vervelend. Soms is er sprake van een rechtsgeldig bedongen eigendomsvoorbehoud en kunnen geleverde goederen die nog aanwezig zijn bij de gefailleerde worden teruggehaald. Indien er geen sprake is van een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud (u heeft het niet bedongen of de curator vernietigt bijvoorbeeld de algemene voorwaarden waarin het eigendomsvoorbehoud is bedongen) dan heeft u als leverancier vaak het nakijken. U kunt alleen nog maar een vordering indienen bij de curator in het faillissement en de praktijk leert dat deze vordering meestal niet wordt voldaan.
De wet geeft de leverancier echter nog een laatste redmiddel, alleen zijn de meeste leveranciers niet op de hoogte van deze mogelijkheid en wordt er om die reden vrijwel nooit een beroep op gedaan. Het betreft het zogenaamde recht van reclame (7:39 BW).Dit recht geeft de mogelijkheid om geleverde goederen die onbetaald zijn gebleven terug te vorderen. Het recht komt iedere leverancier toe. Het is niet nodig dit in een overeenkomst met de afnemer te bedingen en dat maakt het eigenlijk ook zo aantrekkelijk. Wel geldt dat de reikwijdte van het recht van reclame beperkt is.
Het recht van reclame is van toepassing bij koop en bij ruil. Aan de geleverde goederen mogen geen wijzigen zijn aangebracht, ze mogen niet zijn gemonteerd en ook niet verkocht en geleverd aan een derde. Het recht van reclame kan worden ingeroepen door een schriftelijke verklaring te zenden aan de curator. De curator heeft vervolgens de keuze om ofwel het beroep op het recht van reclame te honoreren en de leverancier in staat te stellen om de goederen op te halen, ofwel om de geleverde goederen alsnog te betalen.
Voor het uitoefenen van het recht van reclame geldt wel een vervaltermijn. Indien (i) zes weken zijn verstreken nadat de vordering tot betaling van de koopprijs opeisbaar is geworden en (ii) zestig dagen zijn verstreken sinds de dag dat de goederen zijn afgeleverd (bij de koper of bij een door de koper aangewezen derde) is het recht van reclame vervallen en kan het niet meer worden ingeroepen. De voornoemde vereisten zijn cumulatief, hetgeen betekent dat als slechts aan één van de vereisten is voldaan, het recht van reclame nog gewoon kan worden ingeroepen.
Indien uw afnemer failleert is het dus raadzaam om indien u binnen zowel de zestig dagen termijn als de zes weken termijn valt altijd een beroep te doen op het recht van reclame. De curator moet u vervolgens berichten of de goederen nog aanwezig zijn en u eventueel in staat stellen om de goederen terug te nemen. Hoewel u uw vordering dan nog steeds niet betaald heeft gekregen kunt u in ieder geval weer beschikken over de geleverde goederen en daardoor hopelijk uw schade beperken.
De wet geeft de leverancier echter nog een laatste redmiddel, alleen zijn de meeste leveranciers niet op de hoogte van deze mogelijkheid en wordt er om die reden vrijwel nooit een beroep op gedaan. Het betreft het zogenaamde recht van reclame (7:39 BW).Dit recht geeft de mogelijkheid om geleverde goederen die onbetaald zijn gebleven terug te vorderen. Het recht komt iedere leverancier toe. Het is niet nodig dit in een overeenkomst met de afnemer te bedingen en dat maakt het eigenlijk ook zo aantrekkelijk. Wel geldt dat de reikwijdte van het recht van reclame beperkt is.
Het recht van reclame is van toepassing bij koop en bij ruil. Aan de geleverde goederen mogen geen wijzigen zijn aangebracht, ze mogen niet zijn gemonteerd en ook niet verkocht en geleverd aan een derde. Het recht van reclame kan worden ingeroepen door een schriftelijke verklaring te zenden aan de curator. De curator heeft vervolgens de keuze om ofwel het beroep op het recht van reclame te honoreren en de leverancier in staat te stellen om de goederen op te halen, ofwel om de geleverde goederen alsnog te betalen.
Voor het uitoefenen van het recht van reclame geldt wel een vervaltermijn. Indien (i) zes weken zijn verstreken nadat de vordering tot betaling van de koopprijs opeisbaar is geworden en (ii) zestig dagen zijn verstreken sinds de dag dat de goederen zijn afgeleverd (bij de koper of bij een door de koper aangewezen derde) is het recht van reclame vervallen en kan het niet meer worden ingeroepen. De voornoemde vereisten zijn cumulatief, hetgeen betekent dat als slechts aan één van de vereisten is voldaan, het recht van reclame nog gewoon kan worden ingeroepen.
Indien uw afnemer failleert is het dus raadzaam om indien u binnen zowel de zestig dagen termijn als de zes weken termijn valt altijd een beroep te doen op het recht van reclame. De curator moet u vervolgens berichten of de goederen nog aanwezig zijn en u eventueel in staat stellen om de goederen terug te nemen. Hoewel u uw vordering dan nog steeds niet betaald heeft gekregen kunt u in ieder geval weer beschikken over de geleverde goederen en daardoor hopelijk uw schade beperken.