Op 24 januari 2014 heeft voorzitter Chris Fonteijn van de ACM ondernemingen opgeroepen om een Compliance programma in te voeren. (Al dan niet toevalligerwijs) heeft de Rechtbank Rotterdam precies op
dezelfde dag een uitspraak gepubliceerd waarin wordt goedgekeurd dat ACM het gebruik van een compliance programma als boeteverhogende omstandigheid aanmerkt. Dat is het geval als een overtreding wordt begaan die door het programma gedetecteerd had moeten worden.
Een goed functionerend compliance programma strekt ertoe om inbreuken van de Mededingingswet te voorkomen en -als zij desondanks voorkomen- te detecteren. In dat geval is de onderneming in staat om de inbreuk zelf te beeindigen en mogelijk clementie aan te vragen (waaraan ook boetevrijstelling kan worden verbonden). Indien geen clementie wordt gevraagd en een door het compliance programma gedetecteerde inbreuk wordt beëindigd, dan draagt het compliance programma overigens sowieso bij aan het verlagen van de boete. De duur van de inbreuk is namelijk een zeer belangrijke omstandigheid die de ACM in aanmerking neemt bij het bepalen van de hoogte van de boete.
Zowel de speech als de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam benadrukken dat een compliance programma niet moet worden gebruikt als excuus of verlichtende omstandigheid bij overtredingen van bijvoorbeeld de mededingingsregels. Een niet functionerend compliance programma heeft juist schadelijke gevolgen voor de bij een overtreding betrokken onderneming. In zijn speech geeft Fonteijn (onder verwijzing naar de compliance cyclus) de in deze kantoorpublicatie besproken handvatten waaraan een op de onderneming toegespitst compliance programma moet voldoen.
Een goed functionerend compliance programma strekt ertoe om inbreuken van de Mededingingswet te voorkomen en -als zij desondanks voorkomen- te detecteren. In dat geval is de onderneming in staat om de inbreuk zelf te beeindigen en mogelijk clementie aan te vragen (waaraan ook boetevrijstelling kan worden verbonden). Indien geen clementie wordt gevraagd en een door het compliance programma gedetecteerde inbreuk wordt beëindigd, dan draagt het compliance programma overigens sowieso bij aan het verlagen van de boete. De duur van de inbreuk is namelijk een zeer belangrijke omstandigheid die de ACM in aanmerking neemt bij het bepalen van de hoogte van de boete.
Zowel de speech als de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam benadrukken dat een compliance programma niet moet worden gebruikt als excuus of verlichtende omstandigheid bij overtredingen van bijvoorbeeld de mededingingsregels. Een niet functionerend compliance programma heeft juist schadelijke gevolgen voor de bij een overtreding betrokken onderneming. In zijn speech geeft Fonteijn (onder verwijzing naar de compliance cyclus) de in deze kantoorpublicatie besproken handvatten waaraan een op de onderneming toegespitst compliance programma moet voldoen.
Gerelateerd
Mededinging en staatssteun