In
september van 2013 heeft de Autoriteit Consument & Markt (ACM) een uitgebreide informatiebrochure uitgebracht waarin zij de verschillende wijzen van beoordeling van samenwerking tussen ziekenhuizen
toelicht. Via
een persbericht van 22 januari 2014 heeft de ACM ook een beknopte informatiekaart gepubliceerd voor ziekenhuizen die hun samenwerking tegen de mededingingsrechtelijke lamp willen houden.
De ACM tracht met beide documenten toe te lichten in welke gevallen de beoordeling op grond van het kartelverbod plaatsvindt dan wel wanneer de concentratiecontrole van toepassing is. Daarbij geldt als vuistregel dat een samenwerking van autonome ziekenhuizen wordt getoetst aan het kartelverbod, terwijl de concentratiecontrole wordt toegepast als de samenwerking dusdanig structureel is dat de zeggenschapsverhoudingen bij (een van) de ziekenhuizen (of groepsmaatschappij) duurzaam wijzigen, zoals bij een fusie.
Belangrijk verschil is gelegen in het feit dat bij beoordeling op grond van het kartelverbod geen groen licht voor de samenwerking kan worden gegeven door de ACM. De toelaatbaarheid van voorgenomen samenwerking bij beoordeling op grond van het kartelverbod zal dus door de ziekenhuizen (en hun adviseurs) in een self assessment moeten worden getoetst. Als de ACM het niet eens is met het self assessment en de samenwerking in strijd acht met het kartelverbod, kan zij (met boetes) ingrijpen als partijen uitvoering hebben gegeven aan de samenwerking. Toepasselijkheid van de concentratiecontrole leidt er daarentegen toe dat de samenwerking ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de ACM als de omzet van de samenwerkende ziekenhuizen bepaalde omzetdrempels overschrijdt. De samenwerking kan alsdan pas worden geëffectueerd nadat de ACM groen licht heeft gegeven.
De ACM benadrukt zowel in de brochure als op de informatiekaart dat zij bij de toepassing van beide beoordelingskaders hetzelfde uitgangspunt hanteert, namelijk dat de consument centraal staat. De ACM zal niet ingrijpen bij een (voorgenomen) samenwerking tussen ziekenhuizen indien naar haar oordeel de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg behouden blijft.
De ACM tracht met beide documenten toe te lichten in welke gevallen de beoordeling op grond van het kartelverbod plaatsvindt dan wel wanneer de concentratiecontrole van toepassing is. Daarbij geldt als vuistregel dat een samenwerking van autonome ziekenhuizen wordt getoetst aan het kartelverbod, terwijl de concentratiecontrole wordt toegepast als de samenwerking dusdanig structureel is dat de zeggenschapsverhoudingen bij (een van) de ziekenhuizen (of groepsmaatschappij) duurzaam wijzigen, zoals bij een fusie.
Belangrijk verschil is gelegen in het feit dat bij beoordeling op grond van het kartelverbod geen groen licht voor de samenwerking kan worden gegeven door de ACM. De toelaatbaarheid van voorgenomen samenwerking bij beoordeling op grond van het kartelverbod zal dus door de ziekenhuizen (en hun adviseurs) in een self assessment moeten worden getoetst. Als de ACM het niet eens is met het self assessment en de samenwerking in strijd acht met het kartelverbod, kan zij (met boetes) ingrijpen als partijen uitvoering hebben gegeven aan de samenwerking. Toepasselijkheid van de concentratiecontrole leidt er daarentegen toe dat de samenwerking ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de ACM als de omzet van de samenwerkende ziekenhuizen bepaalde omzetdrempels overschrijdt. De samenwerking kan alsdan pas worden geëffectueerd nadat de ACM groen licht heeft gegeven.
De ACM benadrukt zowel in de brochure als op de informatiekaart dat zij bij de toepassing van beide beoordelingskaders hetzelfde uitgangspunt hanteert, namelijk dat de consument centraal staat. De ACM zal niet ingrijpen bij een (voorgenomen) samenwerking tussen ziekenhuizen indien naar haar oordeel de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg behouden blijft.
Gerelateerd
Mededinging en staatssteun