Wat eraan vooraf ging
Eerder schreef mijn collega Thomas Arnold over het besluit van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) naar aanleiding van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) van 2 september 2021. Kortgezegd is de conclusie dat de wetgever de aansluittermijn van 18 weken (zoals opgenomen in artikel 23 van de Elektriciteitswet 1998) niet had mogen vaststellen. Het is een taak voor een onafhankelijke nationale regelgevende instantie van een lidstaat om dergelijke regels vast te stellen. In Nederland is dit de ACM. Hierop heeft de ACM reeds een codewijziging aangekondigd waarin regels omtrent de aansluittermijn zullen worden vastgesteld.
De Minister bevestigt
Naar aanleiding van de uitspraak van het Hof en de beslissing van de ACM, stelde een Kamerlid onder meer de volgende Kamervragen aan de Minister:
- Klopt het dat de wetgever de aansluittermijn van 18 weken niet in de wet had mogen vastleggen?
- Wat vindt u van het feit dat de regering en de politiek geen invloed meer hebben op de aansluittermijnen van netbeheerders?
- Op welke wijze kunnen netbeheerders voldoende geprikkeld blijven worden om op tijd en kosteneffectief aansluitingen te realiseren?
Het antwoord van de Minister luidde als volgt:
“Wat betreft de regels over aansluiting op en toegang tot nationale netten is het belangrijkste gevolg dat de wetgever de termijn voor het realiseren van een aansluiting niet wettelijk mag voorschrijven, maar dat de ACM die moet vaststellen of goedkeuren.”
De Minister heeft in zijn antwoord dus uitdrukkelijk bevestigd dat de uitspraak betekent dat de ACM in plaats van de wetgever de termijnen voor het realiseren van aansluitingen zal moeten vaststellen of goedkeuren. Daarbij moet worden voldaan aan de Europese beginselen. Dit kan volgens de Minister als onderdeel van de voorwaarden voor aansluiting in de zogenaamde technische codes die de ACM op basis van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet vaststelt.
De ACM is op dit moment bezig met de voorbereiding van een codewijzing over redelijke termijnen voor het realiseren van aansluitingen door netbeheerders. Op deze wijze blijven de netbeheerders voldoende geprikkeld om op tijd en kosteneffectief aansluitingen te realiseren, aldus de Minister.
Tot slot
De vraag wat een ‘redelijke termijn’ is om een netaansluiting te realiseren, zal in de toekomst dus worden vastgesteld door de ACM en niet door de wetgever. Dergelijke regels zullen dus niet in de toekomstige Energiewet worden opgenomen. De precieze consequenties voor de wetgeving zullen door de Minister worden toegelicht in de Memorie van Toelichting bij de Energiewet. De Minister verwacht het (hernieuwde) wetsvoorstel eind 2022 aan de Kamer aan te bieden.